<$BlogRSDUrl$>

11/29/2005

 
Bol

Zes maanden lang had ik verlof. Toen ik in september terugkwam op mijn werk, bleef ik nog een beetje ondergedoken. Men wist me nog niet helemaal te vinden. Ik had dagen zonder afspraken. Een agendavelletje met zo hier en daar een krabbeltje. Ik had gelegenheid en tijd om na te denken, in plaats van stapels papier op mijn bureau van de ene naar de andere hoek te verschuiven.

Maar zolangzamerhand is alles weer bij het oude. Gisteren vijf afspraken, vandaag zes. Propvol. Deadlines. Gedoe.

En als ik dan een bolle buik van een hoogzwangere vrouw zie, weet ik niet of ik haar nu benijd vanwege de zwangerschap, het aankomende babietje of de escape die dit tijdelijk biedt van...van alles eigenlijk.

11/28/2005

 
In de trein

De volstrekt normale mevrouw nam plaats tegenover mij in de coupe. Ze opende haar handtasje en pakte een lange cylinder. Eerst schudde ze het geheel fanatiek, toen werd het dopje van de rest ontkoppeld. Het bleek een lange verfkwast te zijn. Ze dipte de verfkwast in de lange cylinder en begon haar wenkbrauwen te besmeuren met deze donkerbruine drab. Een handspiegeltje lag op het kleine tafeltje tussen ons in. Hoewel ze elke veeg nauwkeurig in de spiegel bleef volgen, werd het steeds lelijker. Na een aantal halen leek ze tevreden. In plaats van de normale wenkbrauwen, zaten er nu dik geklodderde bruine vegen boven haar ogen.

Ze pakte het volgende instrument, een platte ronde doos. In het doosje zat een sponsje. Ze depte het sponsje in wit poeder, en veegde het sponsje over haar kin en wangen. Toen over haar voorhoofd. Ze werd helemaal bleek en wit, als een gepoederde lakei van Napoleon. Haar lippen werden ook bleek gepoederd.

Vooral het contrast met haar diepbruine wenkbrauwen was afschrikwekkend. Ze was een spook geworden.

Daar had ze wel wat op. Ze pakte een grote verfkwast en doopte die in de oranje poeder. Dit bracht ze alleen op haar wangen aan. Ze was nu ziekelijk wit met oranje koontjes.

Vervolgens pakte ze lippenstift. Vuurrood. Ze bracht het in drie lagen aan en keek tevreden in de spiegel.

Ze leek klaar, maar rommelde nog even in haar handtas. De trofee was deze keer een lang dun potlood, een eyeliner. Ze bracht een strakke, dikke zwarte lijn op haar oogleden aan. De mascara, die van haar wimpers spinnenpoten maakte, was de finishing touch.

De gezonde vrouw die was ingestapt, had zichzelf getransformeerd in iets wat het midden hield tussen een heroinehoertje, een travestiet en een toneelspeler die een ziekelijke lakei uit de 18e eeuw verbeeldde.

11/25/2005

 
Daar doe je het voor

Zonder ook maar de geringste verwachting nam ik plaats in de zaal waar het naar vloerbedekking ruikt. Ik ging rechts achterin zitten zodat ik ongezien de zaal kon verlaten als de presentaties beroerd zouden zijn.

De eminente spreekster begon haar verhaal.
Ze nam haar stilte.
Het werd doodstil in de zaal.
Ze maakte een grapje waarmee ze zichzelf relativeerde en de zaal ontdooide.

Om meteen weer haar verhaal te vervolgen.
Geen powerpoint.
Gewoon een adembenemend verhaal.
Zo mooi, dat kan geen wetenschap zijn.
Maar het was wel degelijk wetenschap.

Ik skipte de rest van het conferentie-programma.
Ik had zin gekregen in mijn onderzoek.

11/24/2005

 
Beledigd

Sinterklaaslijstje maken.
Ik typ bij Bolcom: Philip Roth. Dying Animal.
Dan verschijnt:

Liefhebbers van dit boek bestelden ook:

Harry Potter and the Half-Blood Prince Harry Potter and the Half-Blood Prince
J.K. Rowling
€ 19,95
Harry Potter and the Half-Blood Prince (Adult Edition) Harry Potter and the Half-Blood Prince (Adult Edition)
J.K. Rowling
€ 19,95
Harry Potter and the Order of the Phoenix Harry Potter and the Order of the Phoenix
J.K. Rowling

En ik behoor tot die 0,3% Nederlanders die HP te infantiel vindt om er een discussie aan te wijden of het wel of geen literatuur is.

 
Telefoongesprek met oom Otto

- Hoe is het met u, oom Otto?
- Niet zo best. Ik kan niet naar de wc.
- Hmmm. Vervelend.
- Eens kijken. In mijn schriftje heb ik genoteerd dat ik gisteren voor het laatst een grote boodschap heb gedaan. Om 12.15 uur.
- Uhuh. En verder? Hoe is het verder?
- Nou, daar klopt dus helemaal niets van met de PvdA, heb je dat gelezen?
- Nee, wat bedoelt u?
- O, ik heb aandrang. Ik ga ophangen. Nou, dag!

11/23/2005

 
Well, you know

Ik probeerde de slapende student achterin te negeren. Het is zo demotiverend om je best te doen en alleen maar een muur van slaap tegenover je te vinden, met een gapend gat waar zijn mond had moeten zitten. Soms opende hij slaapdronken zijn ogen, om ze snel weer dicht te laten slibben met slaap. Juf Louter was niet interessant genoeg.

Ik stelde een vraag. Activerend onderwijs heet dat. Een lange student, een Duitser, sliste het antwoord. Het zat in de richting, maar was nog niet nauwkeurig genoeg.
'Maar hoe zit dat dan precies?' vroeg ik.
'Nou, globalisering, liberalisering, individualisering, well, you know.'

En ik wist dat ik nu wel frikkerig kon gaan doen, maar dat ze er in menig tentamen, ook bij mij, mee wegkomen, met dit vage geklets, net zoals ik er mee weg was gekomen.

11/22/2005

 
Nog meer gebrinta

Mijn dochter heeft de grote bruine ogen van haar vader.
Haar autoriteitsgevoeligheid heeft ze van mij.

In het dorp waar haar opa & oma wonen, haalden we Sint in. De pieten gooiden met snoep en pepernoten.
'Dat mag niet. Je mag niet gooien met eten', zei mijn brave dochter.
'Je mag er wel een paar oprapen hoor, dan mag je die lekker opeten', zei R.
'Ik hoef geen snoep. Ik wil een appeltje.'

11/20/2005

 
Blue

Op weg naar Nijmegen. Ik zat achter het stuur. Twee slapende kinderen op de achterbank.

'Nijmegen 86 km' genereerde lukraak associaties uit mijn 14 jaar Nijmegen. Beelden van mezelf als 18 jarige, als dertiger, gepaard aan Nijmeegse momenten, mensen, en straatbeelden.

Af en toe herinnerde de hobbeltjes in de markeringen op de weg me dat mijn auto in gelijke mate afdwaalde als mijn gedachten.

Bij de molen werd het mistig. Mijn gedachten werden nog minder afgeleid door uitzichten. Alles was verpakt in een neutrale witte laag. Mijn mijmeren werd herinneren.

Net voor de brug bij Lent huilde ik.

In Nijmegen herkende ik. Gezichten, kleding, houding, huizen. En ik werd herkend. Een automobilist zag mij wachten en gaf me voorrang waar ik geen recht op had. Er waren hoge oude bomen. Het beeldje van het meisje was onbeklad.

We waren bij vrienden en we werden dronken. Bij elk nieuw glas proostten we op onze komst naar de oude stad. Ook goed. Provinciestadje.

11/18/2005

 
Knutselen

- En wat moet mamma dan knippen?
- Een hartje
- Hier. Een hartje voor jou. Plak maar op het schilderij. En nu, wat zal mamma nu knippen?
- Een ster. Een groene ster.
- Alsjeblieft.
- Ooohh! Wat mooi mamma. Jouw ster lijkt wel een vliegtuig!

11/17/2005

 
Hip

Onze hipste vrienden kwamen naar Rotterdam om met ons uit eten te gaan. Ik ben niet hip, maar heb me daar in mijn 35 jaar nog niet bij neer gelegd. Om de schijn enigszins te kunnen ophouden, informeerde ik bij behoorlijk hippe vrienden die de Rotterdamse horeca goed kennen. Ik beschreef de situatie. Dit waren de eisen. Goed eten, heel goed eten, want hij is kok. Maar ook hip, want ze zijn hip. Waar moesten we zijn?

Het werd Lulu. Verschillende bronnen bevestigden dat dit een goede keus zou zijn.

Op zaterdagavond arriveerden we in Lulu.
Bij binnenkomst was het reeds een teleurstelling.
Wat een lawaai.
Wat een gewone mensen. Net Louter.

We namen plaats aan een tafel in een hoekje. Er waren veel te veel tafeltjes in de ruimte gestauwd. We moesten moeite doen om het gesprek van onze buren niet te volgen, en het gesprek aan tafel wel te volgen. Wat af en toe ook wel weer leuke flarden opleverde, dat dan weer wel.

Het tempo van de bediening was krankzinnig hoog. Onze tactieken om te vertragen werden niet honoreerd. Dooreten! Het eten was ok, maar werd ondergesneeuwd door het lawaai en de nietsontziende bediening.

Half negen arriveerden we, en om kwart voor tien vroegen we de rekening. Op naar mijn favoriete cafe dan maar weer, een bruine kroeg, waar ultra niet-hippe kroegtijgers van een jaar of vijftig zitten.

Gisteren deed ik verslag aan de tipgever.
'Lulu, niet hip? Niet leuk? Dat kan niet.'
'Toch was het zo'
'Hoelaat ging je eten dan?'
'Half negen'
'Tsjaa, wat wil je nou. Zo vroeg aan tafel! Dat is natuurlijk helemaal niet hip!'
'Ja maar, ja maar de oppas kon maar tot twaalf uur.'
'I rest my case. Je bent niet hip.'

11/16/2005

 
Matigen: Nagekomen bericht

Net toen R. en ik ons voornemen om te matigen braken met het openen van weer een fles wijn, bliepte mijn telefoon. Onze buurman die nu in Frankrijk verbleef, zond me een sms: '20 liter wijn geregeld. Wordt morgen bij je bezorgd.'

11/15/2005

 
Matigen

- Nee, door de week geen alcohol meer. Dat is nergens goed voor. Je gaat vroeger naar bed, je staat fitter op...we stoppen met die liters wijn.
- Van zondag tot vrijdag alleen maar thee en water 's avonds.
- Nou, van maandag t/m woensdag, zou ik zeggen.
- Ook goed.
- Morgen drinken we echt niet, maar zullen we er nu eentje doen?
- Een glas wijn kan geen kwaad.
- (...)
- Zullen we de fles maar opmaken dan?
- Ja, het is nog maar een klein beetje.
- Zin in nog een glas wijn? Een halfje?

11/14/2005

 
En nog een bijeenkomst

Er was een voorzitter ingehuurd op de conferentie. Wij hebben nooit betaalde voorzitters. Of je moet de boeken uit de Ako toptien ook als salaris kwalificeren. Ik heb twee maal 'Publieke Werken' cadeau gekregen, driemaal Geert Maks 'De Eeuw van mijn vader', tweemaal 'The plot against America' van Philip Roth en ook nog twee maal 'Europa' , eveneens van Mak. Dat word je dus geacht in je boekenkast te hebben staan.

Deze keer zou alles anders zijn. De voorzitter, nou die zou de boel wel los krijgen, verzekerde de organisator ons.

De voorzitter stak fris af bij ons -grauw wetenschapspubliek. Hij had zijn haar met veel gel rechtop gekregen en droeg een wit colbertje met heel brede schouders.
'Ha Crocket, waar is Tubbs' nam ik Tony's line in gedachten over.

De voorzitter wilde de panelleden nog even instrueren. Ik kreeg een ferme handdruk. Hij legde zijn linkerhand over zijn rechterhand bij het handenschudden en keek me in de ogen. 'Wat fijn dat je er bent.'
Wij -het panelvee- groupeerden ons om de Betaalde Voorzitter. In alles wilde hij energiek overkomen. Hij sprak snel, bewoog veel. Zelfs het knipperen van zijn ogen veroorzaakte ruis.

'Eerst krijgen we een stukje introductie. Daarna ga ik over in de sprekersmode'

Na afloop bedankte ik hem.
Hij vroeg of alles naar wens was geweest.
Ik zei dat het heel anders dan anders was geweest.
'Dankjewel' maakte hij ervan.

Daarna bezocht ik zijn website en zag dat zijn dagtarief mijn maandsalaris is.

 
Helpdesk

- Doet-ie het niet? Hier staat dat uw call is geclosed.
- O, weer niet.
- Zet u uw modem eens uit. Volgens mijn gegevens moet hij het gewoon doen mevrouw.
- Dat is raar ja. Nee, ik zou het ook niet weten.
- Bel morgen middag nog eens terug, dan zit hier een slimme jongen die u wel verder kan helpen.

11/11/2005

 
Uitslag

Vandaag kwam de uitslag van het bloedprikken.
Geen blaasontsteking, geen kanker en al die andere scenario's die half in mijn hoofd zaten.
Gewoon helemaal goed dus eigenlijk.

Wist mijn zoontje dat nu ook maar. Dan zou die niet zo ontroostbaar hoeven huilen.

11/10/2005

 
Bijeenkomst

Ik liep door de lange steriele gang. Aan het einde was de vergaderzaal, vernoemd naar een belangrijke dode man die ik niet kende, maar waarschijnlijk zou moeten kennen. De vergaderzaal was een combinatie van een SM kelder en de habitat van James Bond. Er waren geen ramen, het plafond bestond uit onbewerkt beton met daarop bevestigd stoffen rechthoeken om het geluid te dempen. Centraal stond de hoefijzervormige tafel. Toen ik met mijn balpen op het papier wilde schrijven, merkte ik dat het tafelblad van leer was, gevoerd leer. Hierdoor gleed de pen over het papier als een warm mes door de boter.

We moesten gaan zitten van de voorzitter. We gingen bespreken of De Dingen veranderd moesten worden. Ik keek het hoefijzer rond. Buiten de notuliste was ik de enige vrouw. Een enkeling was rond de veertig, maar de meesten waren beland in hun laatste werkzame jaren of al gepensioneerd.

Een spreker hield onverstoorbaar zijn verhaal. Hij had De Dingen veranderd en het was een succes. Ik geloofde hem zo, al begreep ik pas halverwege een beetje waar het over ging.
Toen de zaal echter ging reageren op zijn verhaal, twijfelde ik toch weer aan mijn begrip: ik zag op geen enkele manier een relatie tussen de vragen en de voordracht. En het waren toch geen onbelangrijke mannen in de zaal. Het lag aan mij.

De discussie ging ongeveer als volgt:

'Het gaat erom producten te realiseren', zei de man met de enorme neusgaten.
'Precies, de zaken in balans houden' mompelde een bullebak die met veel haarvet zijn halflange haar naar achter had geplakt.
'Voorzitter, voorzitter. We vergeten naar mijn mening een belangrijk punt. Hoe zit het met de achterban?'
vulde een driftig mannetje aan zijn linkerzijde aan.

De voorzitter vatte samen zonder een van deze punten te noemen, en gaf toen Ton het woord. Was ik de enige die deze eminente man niet kende? Ton hing achterover, zijn dikke buik ongegeneerd tonend aan de hele zaal. Hij had zijn benen over elkaar geslagen op de vrouwelijke manier, met de punt van zijn schoen achter zijn kuit. Het was bijna teder, zoals hij zijn eigen been had omstrengeld. Dit gaf hem, in combinatie met zijn bierbuik en pokdalig gezicht iets pervers.

'Wat nu allemaal gezegd is, da's een.' meende Ton. 'Maar misschien helpt het de discussie...daar begin je met 't gevoel van...het gaat natuurlijk om interne en externe spanning...In die zin...iedereen wil wat voor zijn eigen toko meenemen...ik denk dat we het daar eens over moeten hebben.'

Het driftige mannetje greep weer in. 'Voorzitter, voorzitter.'
De voorzitter keek een andere kant op en deed net of hij hem niet zag. Het mannetje begon nu zonder autorisatie van de voorzitter te spreken: 'Territoriumdrift...Wie is de trekker....Wat kan ik, wat mag ik en wat moet ik...Iedereen mee eens?' hij ging met zijn vinger de kring rond. 'Laten we dat dan eens samen vaststellen.' Na deze zin zuchtte hij en ging hij achterover zitten.

Na afloop kwam een bejaarde man met mij praten. Zijn witte lokken hingen in zijn troebele ogen. Hij had een wild plan om De Dingen te veranderen. Ik humde. Ik wilde weglopen naar een interessantere gesprekspartner, maar hij pakte mij onverwacht stevig bij mijn schouder.

‘Wacht juffrouw, wacht. Ik pak iets uit mijn tas. Niet weglopen.’ Hij kwam triomfantelijk met een stencil aan. ‘Dit wil ik u eerst nog laten zien.’ Zijn gele vinger wees naar de bovenste helft van het stencil. Het was een kopie van een folder van een uitgeverij. ‘Mijn boek juffrouw, mijn boek. Dat wilde ik laten zien.’
‘Opdat ik weet dat u niet van de straat bent?’ vroeg ik.
‘Juist juffrouw. Ik ben niet van de straat.’
‘Een mooi boek meneer. Een ingewikkeld thema’

Ons gesprek werd onderbroken. Ik werd aangesproken door twee kale meneren. Bij de linker kon ik zelfs geen wenkbrauwen ontwaren. Ze vertelden mij een ingestudeerd grapje over kerstpakketten dat ik niet begreep, zoals ik die hele middag niets had begrepen.

Ik moet hier weg. Nu. Anders word ik gebody-snatched.

Ik frommelde de kopie van de uitgeversfolder in mijn tas, groette de heer die niet van de straat was en maakte dat ik weg kwam.


11/09/2005

 
Troost

Ooit zag ik een documentaire op de BBC over Comfort Food. Alles wat lauw, vet en zoet is, schijnt het goed te doen om je verdriet of chagrijn weg te eten, omdat het ons herinnert aan moedermelk. De britten gingen voor witte bonen in tomatensaus, soep, toast met boter en chocola, als ik me goed herinner.

Als het werkelijk om de associatie met de moederborst zou gaan, is het toch bepaald onlogisch dat amerikanen vooral ijs verorberen als troost, maar aan logica doen die psycho-analystische verklaringen geloof ik nooit.

Vanmiddag moest ik ook nodig getroost worden. Ik overwoog heel even troost-eten, maar kwam toen langs een schoenenzaak.

Het derde paar dat ik pastte, stond 'cool', zei de verkoopster. Toen ze een gratis spuitbus in het sjieke tasje deed, had ik al een vermoeden dat ze meer kostten dan ik dacht.

Rits roets pinpas er doorheen.
Troost gekocht.
En ook nog eens nieuwe schoenen.

11/08/2005

 
Even Eelco

De studenten moesten over Eelco en mij worden verdeeld. Er waren 9 groepen met allemaal een verschillend onderwerp waarover hun werkstuk zou gaan en ik vroeg aan Eelco welke groepen hij voor zijn rekening wilde nemen.

Eelco: Laat me eens kijken. Ik doe wel nummer 1 en 2.
Hij maakte aanstalten om weer weg te lopen.

Ik: Ja? En verder?
Eelco: Nou, als ik er twee doe...
Ik: Ja?
Eelco: Die twee dus.
Ik: We zouden de boel toch fifty-fifty verdelen?
Eelco: Ik met twee groepen en jij de rest...dan hoef ik me toch niet schuldig te voelen?
Ik: Schuldig weet ik niet, maar ik wilde de verdeling toch iets minder scheef maken.
Eelco zuchtte.

Eelco: Fair enough. Dan neem ik er nog eentje bij. Nummer 3. Zo. Dat is dan mooi geregeld. Tot vanmiddag.
Ik: Ik wil de groepen ook wel indelen. Maar nu kun je het onderwerp kiezen...
Eelco: O.K. Dan ook nog nummer 5. Wat ben jij een bijtertje zeg!
En hij gaf me weer een knipoog.

11/07/2005

 
ADSL

  1. Geen internet meer? Er zal doorgemeten worden
  2. Nee, nog niet doorgemeten zie ik mevrouw, maar u heeft al wel een callnummer
  3. Nee, ze hebben nog steeds niet doorgemeten. Uw call staat nog open zie ik
  4. Ja vervelend he, ze hebben het erg druk, zeiden ze
  5. Lange wachtrij? Ja, ik zit hier helemaal alleen mevrouw.
  6. Nee, daar kunnen we niets van zeggen. Zoiets duurt soms 3 dagen, en soms drie maanden.
  7. Goed nieuws mevrouw. Er is doorgemeten. Ze konden niets vinden dus uw modem is kapot.
  8. Uw nieuwe modem doet het ook niet? Welk merk dan? Ja, dat merk ondersteunen we niet. U moet een Zyxel hebben.
  9. Hoe komt u aan dit nummer? Hier mag u niet naar toe bellen hoor.
  10. Zyxel is nergens verkrijgbaar? Tsja. Dan moet u nog eens goed zoeken. Wij geven die dingen nooit uit in ieder geval en we ondersteunen de andere merken niet.
  11. U bent wanhopig. Aha. Misschien dat we er u toch een kunnen toezenden dan.
  12. Nog niet ontvangen? Raar. O ja. Nu zie ik het. Uw call zegt dat hij verstuurd had moeten zijn, maar dat is hij nog niet.
  13. Nog steeds niet ontvangen? Dat is raar. Bel me als het er morgen nog niet is.
  14. Met de Zyxel doet hij het nog steeds niet? Heeft u 'm wel goed geconfigureerd? We lopen de instellingen gewoon nog eens na. Nee, inderdaad. Ik kan ook niets raars ontdekken. Ik maak een nieuwe call aan mevrouw.
  15. Nee, er is nog niets gebeurd mevrouw. Bel morgen nog eens. Ze hebben het druk.
  16. Al twee weken geen internet? Wat gaat de tijd hard he mevrouw.
  17. Ja, er is doorgemeten nu. Maar ze weten nog niet wat er is. Nee, misschien was het toch niet uw modem nee. Ja, waarschijnlijk is het de lijn. Ze zijn er mee aan het klooien geweest.
  18. U heeft een opeenstapeling van dingen mevrouw. Wij weten het ook niet meer. Er moet een mannetje komen. Nee, wij kunnen niet zeggen wanneer, want dat doen wij niet maar een ander bedrijf.
  19. Uw call is gesloten mevrouw. Hij doet het weer, als het goed is. Is het niet goed? Dan moet ik een nieuwe call aanmaken, dat is wel onhandig.
  20. Ze kunnen niets vinden hoor. Hij moet het echt weer doen. Uw lampje brandt niet? Is uw modem niet kapot dan?

Vanochtend knipperde sinds lange tijd het adsl lampje op mijn modem. Ik besta weer.

 
Bloed prikken

Gisteren de hele dag met hem op de arm gezeten. Om over de nachten maar te zwijgen. Vanochtend getemperatuurd. Weer koorts. Maar hij is er ook weer niet zo erg aan toe. Aan de andere kant: drie weken op en af ziek en koorts voor zo'n kleintje...

Toch maar naar de huisarts. Ik verwachtte gerustgesteld te worden. 'Ach, een beetje verkouden. Dat hebben die kleintjes.'

Maar hij zei. Drie weken koorts is te lang. We gaan bloed prikken.

Met Felix naar een bloedprikfabriek. Nummer 236. Prikkamer 4.
Hij werd meteen patient.

Jasje uit. Dan: een klein mollig armpje en een veel te dikke naald.

Felix schreeuwde alles bijelkaar. Ik kneep hem bijna fijn om hem maar in het gareel te houden.
Het eerste buisje stroomde vol. Het tweede buisje vulde zich met donkerrood bloed. En ook het derde.

Ik kon mijn tranen alleen achter mijn ogen houden zolang ik niets zei en zolang niemand iets aardigs of meelevends zei.
Niemand zei iets aardigs of meelevends. En ik slikte mijn tranen weg.

Woensdag uitslag.

11/03/2005

 
Observaties omtrent spugen

Als ik spuug, verschijnt er hoogstens een klein wolkje van schuim. Mijn spuug is zo licht dat het de zwaartekracht tart: als ik van de brug af in het water wil spugen, belandt het speeksel-schuimpje alsnog op mijn jas of in mijn haren.

Maar er zijn er die kunnen spugen! Strakke stralen, die hoorbaar op de grond kletsen.

Vanochtend nog. Ik keek de jongen bestraffend aan maar hij keek niet door zijn Ipod heen.

Een paar observaties omtrent het spugen:

11/02/2005

 
Telefoongesprek met oom Otto

- Ik was dus gisteravond op die vergadering...
- Ja?
- En nu wordt de hockeyvereniging opgeheven.
- Ach...
- Echt. Zo gaat dat in Nederland. Mensen willen alleen nog maar consumeren. Willen zich niet inzetten voor een vereniging.

- Wat is de reden van de opheffing?
- De eigenaar van de grond vraagt opeens veel meer huur. Een asociale hufter. Een VVD-er die niet deugt. Ik stelde nog voor om de wethouders op de hoogte te brengen van dit gedrag, die kunnen hem wel aanpakken, maar mij werd de mond gesnoerd. Ik ben dan ook geen lid meer natuurlijk. Ik ben allang reunist.

- Dat is jammer oom Otto, want het was een gezellige vereniging, toch?
- Nou, er liepen ook wel wat ego's rond hoor, wat rare ego's. Maar voor mij was het altijd een uitstapje.
Typisch Nederland. Alleen maar Ikke Ikke Ikke. Ze denken nog steeds dat ze op de juiste manier bezigzijn. Maar we worden natuurlijk links en rechts ingehaald door Azie. Maar nee hoor, wij gaan gewoon door.
Nederlanders stikken van de vakantiedagen. Veel meer dan Aziaten of Amerikanen. En toch zijn ze te druk om zich in te spannen voor een vereniging. Waardeloos.

- Echt jammer oom Otto.
- 'Jammer' heb ik natuurlijk niets aan. Het gaat erom dat Nederland verziekt is. Daar gaat het om.

11/01/2005

 
Telefoongesprek met oom Otto

- Dus dan wilde ik jouw advies vragen.
- Wat is er dan, oom Otto?
- Nou, ik zie hem zo weer, die man die boeken leest. Multatuli, dus dikke boeken. En toch is hij niet bepaald slim.
- Nee?
- Nee. Dan hebben we het over de eerste wereld oorlog. Dan noemt hij een voorval en dan zegt hij dat het de oorzaak is van de eerste wereldoorlog. Maar het is niet de oorzaak, maar de aanleiding. Dat is natuurlijk volstrekt iets anders. Maar hij zegt dat het hetzelfde is.
- En waarover wilde u advies?
- Ik kan niet met zo iemand praten, zo iemand die geen belang hecht aan het verschil tussen oorzaak en aanleiding.
- Vindt u dat belangrijk in de vriendschappelijke relatie?
- Ja, ik dacht het wel. En ik ga het hem zeggen ook. Dank voor je advies.

 
Halloween

De hele avond kregen wij kinderen aan de deur. Elk bezoek verliep hetzelfde.

Gestommel op onze trap bij de voordeur. Gegiechel. De deurbel. Wij doen open. Een bende verklede kinderen: heksen, cowboys, prinsessen, een spiderman. De kinderen roepen en schreeuwen door elkaar. Er is nog net te horen 'Snoep of je leven'!
Ik roep een paar keer dat ze er echt eng uitzien, vooral jij, spook, en jij ook, mooie heks! Soms maak ik een fout. Ik zei bijvoorbeeld dat de beer er heel mooi uitzag. 'Ik ben geen beer. Ik ben een woudaapje', zei de kleuterbeer toen geergerd.

Ik pak de snoeptrommel. De kinderen mogen kiezen. Er zijn er die graaien en er zijn er die dralen. Die laatsten pakken eerst een lolly, maar leggen 'm weer terug. Toch maar liever een koekje. Of nee, mag ik een zure mat. Om dan toch met een spekkie te vertrekken.

Om half acht wordt er weer aangebeld. Twee jochies van een jaar of acht springen bij ons naar binnen. Ze zijn gekleed in zwarte coltrui en zwarte bouwvakmuts. Ze nemen in een pose in die me doet denken aan Charlie's Angels: op een knie, de arm recht vooruit alsof hij met een pistool op iets richt.

'Zooo, jullie zijn eng', zeg ik maar weer. 'Zijn jullie boeven?'
'Nee, terroristen!'

This page is powered by Blogger. Isn't yours?