<$BlogRSDUrl$>

6/30/2006

 
Terug

Nijmegen liefkoost als geen ander. Onze verstrengeling gaat moeiteloos, alsof we gisteren nog vrijden. Teder maar doelgericht tast ze mijn lijf af en streelt me op plekken die vijf jaar niet zijn aangeraakt.

Bij de eerste aanraking weet ik weer wat ik vijf jaar lang ben vergeten. Ik beantwoord haar streling volgens de choreografie die we vijftien jaar lang hebben gevolgd.

Afgelopen jaren heb ik haar niet gemist. Maar nu ik ben wakkergekust, wil ik terug.

6/26/2006

 
Vergaderen

Het zaaltje was een volmaakt vierkant. Er waren grijze tapijttegels, er was hard licht van de tlbuizen en een zoemende airco. Niemand probeerde hier het vergaderen ook maar een beetje leuk te maken.

En daar zaten we weer.

Eerst een rondje stand van zaken. De professor met de baard sprak zo zachtjes dat ik er niets van verstond. Daarna kwam de dikke professor schuin tegenover mij aan het woord. Hij zei vast verstandige dingen, maar niemand luisterde. De mollige professor naast mij, met een baard, permitteerde zich af en toe een grapje tegen mij.

Na een uur was de stand van zaken geinventariseerd. Agendapunt 2. De dikke professor begon met een anecdote die geen enkele relatie had met agendapunt 2. Dat deerde hem niet en de voorzitter greep niet in. De mollige professor begon een andere anecdote. En een jonge onderzoeker gooide er toen ook maar een bericht tegenaan 'hij had laatst in de krant gelezen dat.'

En daar zit dan de fine fleur uit de wetenschap. Ook wij komen niet verder dan borrelpraat.

Kennelijk waren we bij agendapunt 7 beland. Tot zijn schrik constateerde de voorzitter dat we voorliepen op het tijdsschema. 'Dan moeten we nu maar een kwartier pauze nemen' was de enige oplossing die hij voor dit probleem kon verzinnen. De vier uur moest volvergaderd worden.

Na de pauze wipte de mollige professor naast mij met zijn stoel. Alleen op de achterste poten, hield hij zichzelf met zijn rechterhand op het tafelblad in balans. Soms liet hij los en tolde gevaarlijk.

Bij agendapunt 9 wipte de professor nog steeds. Hij boog zich voorover om iets tegen mij te zeggen en raakte uit blans. Zijn stoel gleed onder hem vandaan en hij kon zich nog net aan de tafelrand vasthouden. De stoel plofte op de grijze tapijttegels.

'Always seeking a thrill' grapte de mollige professor, toch wat geschrokken.
'Vergaderen on the edge' zei ik toen maar, terwijl ik hem aan zijn arm omhoog hees.

6/24/2006

 
de Parade overtroefd

Moeder en dochter gingen vandaag naar de Parade. We hadden toevallig allebei een legergroen t-shirt en groene broek aan, en ook nog eens sandalen.
'We lijken wel zusjes' zei ik tegen mijn dochter van 3.
R. hoorde me dat zeggen en vulde aan 'Misschien vragen ze wel of mamma jouw oppas is'
'Of mijn oma' zei Lena meteen.

Drommen ouders die nog steeds tegen al het natuurgeweld in hip willen zijn, golfden het terrein van de Parade op. Veel vrouwen op hooggehakte sandalen en vaders in t-shirts met grappige opdrukken en met halflang haar.

Dieuwertje en ik besloten dat onze kinderen gingen schilderen. Daar stonden de twee meisjes opeens met een schort voor en een kwast in de hand. Lena en haar vriendinnetje keken niet alsof het witte doek binnen afzienbare tijd beschilderd zou worden. De ezel bleef onaangeraakt.
'Misschien hadden we het hen ook moeten vragen' zei Dieuwertje.
Er werd toch nog geschilderd.
'Ik geloof dat ik iets te veel roze heb gebruikt' zou Lena haar schilderij later evalueren.

Op naar het volgende onderdeel. Poppentheater. We zaten net in de bloedhete tent en toen vroeg Lena wanneer we weer wegmochten. En het was misschien ook leuker voor de moeders dan voor de kinderen.

Bij terugkomst van de Parade stond het badje klaar in de tuin. Ze dook en maakte een bommetje en gaf de planten water. 's Avonds vroeg ik wat ze het leukste vond wat ze had meegemaakt vandaag.

'Voetstampen met mijn natte voeten maken op de tegels.'

6/22/2006

 
De kogel en de kerk

Na maanden van broeden is de kogel is door de kerk. Er gaat wat gebeuren. De vraag is alleen nog wat.

6/21/2006

 
Telefoongesprek met oom Otto

- Hoe is het met u?
- Hoe het met mij is? Wat een vraag. Ik ben toch geen dokter.

 
Slagvaardig als altijd

Ik opende de envelop en las de brief vluchtig. Wat? Dit klopte niet. Nog eens lezen. Shit. Dit is een probleem.
Dat betekent heel veel extra werk voor mij.
Meteen maar even bellen, afhandelen, regelen, rechtzetten.

Toch geen zin in.
Brief onderop een stapel gelegd.
Zo.
Geregeld.

6/18/2006

 
Laarsjes

We hadden het over ditjes en datjes gehad, en oja, ook nog voetbal gekeken, toen mijn vader aankondigde dat hij weer eens zou vertrekken.
'Drink je er niet nog een mee met ons?'
Op precies dat moment werden zijn mond een strakke lijn.
'Verdomme'
'Wat is er?'
'Kramp'
'Kan ik iets doen?'

Hij wreef over zijn bovenbeen, masseerde, liep en stond en ging weer zitten. Niets hielp.
'Is er iets dat wel helpt? Kan ik je masseren?'
'Niets helpt. Het moet overgaan.'
Hij hinkte en vloekte.
'Zo kun je niet in de auto. Zal ik er dan toch maar een inschenken?'
'Ja, doe maar' bracht hij nog net uit.

We dronken er een, en nog een en de pijn zwakte af. Toen gaf hij aan dat hij wel naar huis wilde. Ik deed mijn schoenen aan om hem uitgeleide te kunnen doen.

'Wat zijn dat nou?' Hij lachte of hij nog nooit zoiets grappigs had gezien.
'Hoezo?' zei ik toch wel wat vijandig. Het waren mijn hippe Puma gympies.
'Ha ha, doe je die echt aan?'
'Ja'
'Het lijken wel middeleeuwse laarsjes, die ze uit een of ander put hebben gedregd.'

Ik deed hem uitgeleide wat een klein wandelingetje is met onze oprijlaan. Op de camping. Opeens viel me op dat hij wel erg weinig terugzei. Hij piepte.
'Heb je het benauwd?'
Hij antwoordde niet, maar knikte alleen maar.
'Zal ik je naar huis rijden?'
Nu schudde hij van nee.

We wachtten tot het beter werd en we hoorden de merels een poes wegjagen.

6/14/2006

 
Allemaal eikels

Denk: parkeerplaats aan het strand bij Scheveningen.
Een uur of half tien 's avonds
Blonde stoten in bikini's met gouden gespen en schelpen.
Mannen die allemaal aan het bellen zijn.
Strak geparkeerde auto's.

Men bedenkt allemaal tegelijk dat het strandbezoek nu maar eens ten einde moet zijn wat resulteert in een lange rij bij de parkeerautomaat.
Sommige mensen gaan gewoon in de rij staan om hun parkeerkaartje te betalen. Ik ben ook zo'n sukkel. Met de parkeerticket in de hand lopen wij, sukkeltjes, na betaling naar onze auto.

Anderen halen eerst hun auto op. Ze laten hun auto dubbelgeparkeerd op de weg staan, vlakbij de parkeerautomaat. Ze stappen uit en doen hun alarmlichten aan, dat dan weer wel. Hun auto verspert de doorgang voor de mensen, sukkeltjes als ik, die met de ticket in de hand of tussen de lippen geklemd, naar de slagboom willen.

De assertieven staan in een rijtje van vijf auto's achter elkaar dubbelgeparkeerd ter hoogte van de parkeerautomaat.
Sommige sukkeltjes gaan toeteren. De sukkeltjes gaan verwensen. Ze kunnen er niet door.
De assertieven die in de rij staan bij de parkeerautomaat roepen de sukkeltjes toe dat we maar even geduld moeten hebben en dat we er toch makkelijk langskunnen, als we maar ons rijbewijs gehaald zouden hebben, kankerwijven.

Er is inmiddels een rij van sukkeltjes ontstaan, zo'n vijftien auto's die allemaal moeten wachten tot de assertieven klaar zijn bij de betaalautomaat.

De golf gti drie auto's achter mij is het zat. Met piepende banden maakt hij zich vrij van de sukkelrij en rijdt tegen de richting in, op de linkerbaan, langs de dubbelgeparkeerde auto's. Op dat moment komen er auto's de parkeerplaats op. De golf gti verspert de weg voor hen.

De situatie is nu dus:
- vijf dubbelgeparkeerde assertieven met alarmlichten aan
- een zwarte golf gti, voormalig sukkel, die aan het spookrijden was en halverwege de rij dubbelparkeerders is gestrand
- een hummer die net de parkeerplaats opkomt en die ook halverwege de dubbelparkeerders is gekomen, grill aan grill met de golf gti.

De hummer wordt gevolgd door andere auto's die net de parkeerplaats zijn op komen rijden, waardoor de hummer ook niet meer achteruit kan om de gti er door te laten. Het staat vast en ik heb het zien gebeuren.

De man van de hummer stapt uit en gebaart naar de man in de gti. De man in de gti scheldt terug en wijst naar de assertieven met hun dubbelgeparkeerde auto's. De assertieven vinden dat hij zijn rijbewijs maar had moeten halen, kankerjood.

De sukkeltjes, de hummer en de gti wachten tot de assertieven hun parkeerkaart hebben betaald en allemaal zijn ingestapt. 35 minuten later duw ik volledig opgefokt mijn parkeerticket in de gleuf en zie eindelijk de slagboom omhooggaan.

6/12/2006

 
Uit, goed voor u

Vrijdag. R. brengt de kinderen naar opa en oma. Acht uur in de auto (webrengen-terug; ophalen-terug) voor een lousy avond uit, maar we hebben het er voor over. Voor het eerst in een half jaar hebben we weer een avond samen. En een ochtend. Een ochtend die niet om zes uur zal beginnen met een ongelooflijk vrolijk en energiek mannetje van 1 jaar.

Ik benut de tijd die R. nodigheeft om de kinderen naar de andere kant van het land te brengen om te tutten. Douchen. Scrubben. Nagels lakken. Hoge hakken. Rokje. Topje. Sjaaltje. Lippenstift. Oorbellen die ik 12 jaar geleden van hem heb gekregen.

Op de fiets naar de stad is alles al anders. De zon schijnt, de mensen lachen, wij lachen. We dineren en dan gaan we naar een VVD congres.
Onee, een concert van het Rotterdams Philarmonisch.
Ik zie twee heren met burberry-ruit broeken en de rest loopt met krukken en rollators.

R. wilde naar dit concert vanwege de komst van de pianist Lang Lang. Wereldberoemd, vast, maar ik kende hem niet. R. wist me te paaien met een ultieme troef:
'De dirigent is Gergjev.'

Ah.
Kent u een sexier dirigent dan Gergjev? Een leeuw, nee, een wolf. Maar dan niet met klauwen maar met verfijnde, lange vingers en slanke handen. Wat een man. Hij dirigeert met zijn hele lijf. Woest, intens. Grote ogen. In de vertraagde beelden op televisie zie je de zweetdruppels van hem af spatten.
Die Gergjev dus.
We kochten die dag nog de kaartjes. En een rijstpan in een Chinese supermarkt op de Kruiskade, maar dat is een ander verhaal.

Het concert begon.
Ik sloot mijn ogen.

In de pauze zei R. dat hij de uitvoering van Lang Lang het spannendst vond van alle uitvoeringen die hij kende. Niet per se beter. Wel virtuozer. Maar vooral zo spannend.
'Vooral in het tweede deel, toen ik je wakkermaakte.'

6/06/2006

 
Met vakantie

Nog vergeten te zeggen: ik ben weg. Nouja, met vakantie. Over een week weer terug.

6/01/2006

 
wembley
Dit is fragment nummer 206 van het boek "Wembley" van Richard Osinga.


Hij kijkt langs me, het raam uit, naar de elektriciteitsmasten. 'Dromen zijn gevangenissen,' zegt hij. 'Ze sluiten je op, ontnemen je het zicht op wat werkelijk belangrijk is. Als je klaar bent met dromen, dan kun je beginnen met leven. Je wordt wakker, je staat op, eet en gaat naar je werk. Dat is je leven.'
Hij kijkt me aan en ik wend mijn blik niet af. Ik geef hem een hand. 'Voetballen zonder goals,' zeg ik.
Hij glimlacht. 'Voetballen zonder goals.'
De bal hooghouden op je voet, op je dij en dan een keer op je schouder en dood in je nek. Eraf laten rollen. Met de binnenkant van je voet naar achter slepen, achter je standbeen langs, opwippen en uithalen.
EINDE

Naar het begin - Doe mee - Lees verder >>



 
Buitenstaander

Mijn collega organiseert een voetbalpoule. Ik ontvang geen mail hierover. Terecht. Hij weet dat ik niet naar voetbal kijk en hij wil mij niet lastigvallen.
Andere collega's, die wel van voetbal houden, lopen de gang op en bespreken de details van de poule.
Ik luister naar hun opgewonden stemmen.

Tijdens de lunch gaat het over voetbal.
Ik kijk toe.

Nog 6 weken buiten spel.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?