<$BlogRSDUrl$>

2/24/2005

 
Wet

En waarom gaat het werk pas eindelijk lekker als huiselijke plichten dringend roepen?
(of hoe ik die carriere-vaders met hun thuis-moeders steeds beter begin te begrijpen)

2/23/2005

 
Woordenschat

Gisteren borrelden we met een broodje met zongegroogdetomatentapenade. Lena (2 jaar) wees gericht op het broodje en het rode spul en maakte duidelijk wat ze wilde: 'Lena ook brood.' Ik vroeg me nog even af of ze dit wel zou lusten maar haar aanhoudend wijzen naar 'die die die' deed mij overstag gaan. Waarom ook niet. Ze houdt ook van olijven en grapefruit, ook niet echt kinderspul.

Ik besmeerde een broodje met zongedroogdetomaten tapenade. Lena proefde voorzichtig en gaf een uitstekende beschrijving: 'tomatensoeppindakaas.'

2/22/2005

 
Letters schuiven

Een half jaar geleden stuurde ik een artikel in naar een sjiek internationaal blad. In zulke bladen moet je publiceren om te overleven op de universiteit. Het was een mooi, rond artikel. Kop en staart. Gedegen. Tongue in cheek. Actueel. Ha. Zo moest dat. Eindelijk de smaak te pakken.

Na 5 maanden kreeg ik het terug. Twee anonieme wijzen hadden zich gebogen over mijn verhaal en kwamen tot de conclusie dat het weliswaar 'an important subject' was, en dat ik echt mijn best had gedaan, maar dat 'the problems with the article rather serious' waren. Wijze nr. 1 vond dat ik me de moeite maar beter kon besparen om het te verbeteren, maar wijze 2. deed erudiete voorstellen om het geheel op te krikken.

Ik las de aanwijzingen en vond het redelijk. Hij/ zij had gelijk. Het kon beter. Ik nam me voor om die suggesties nog even te verwerken en het artikel een beetje te herschrijven voordat ik maandag met verlof ga.

Na drie dagen omtrekkende bewegingen, met wat kauwen op de structuur, een nieuwe versie van de opbouw en de samenvatting, was ik dan vandaag eindelijk zover om in het artikel te gaan snijden.

Ik heb nu 6 uur aan het artikel gewerkt en het is er alleen maar slechter op geworden. Veel slechter.

Het probleem is gedeeltelijk dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen om die mooie zinnen van mijn vorige versie zomaar weg te gooien. Dus prop ik die oude zinnen in de nieuwe structuur. Wat nergens op slaat. En dan gooi ik weer eens rigoreus alles eruit. Wat ik toch weer zonde vind. Dus kopieer ik het weer even in. Om het daarna te wijzigen.

Wat een werk. Letters schuiven. En dat allemaal in de wetenschap dat een handjevol mensen het zal lezen, als ik geluk heb.
En dat de nederlandse burgers mij voor dit gekloot betalen. En dat ik met dat schrappen en plakken meer verdien dan een verpleegkundige, een loodgieter of een schoonmaker. Die tenminste echt werk verzetten.
Dat is toch raar.
Denk ik soms.

2/21/2005

 
Vrouwen met mooie stemmen

- Hildegard Knef
- Clairy Polak
- Poolse Janka die nu al 20 jaar in Nederland woont en perfect Nederlands spreekt met een zwaar Pools accent. Een breekbare stem, bescheiden maar toch krachtig. Zij vertelde mij een keer op een feestje dat ze zich soms net een fruitmandje voelt, net als in het gedicht van Szymborska.
- Belgische Godelieve, die zingspreekt als haar rossige haardos. Springerig, van hak op de tak, maar altijd zacht en melodisch, met een zuivere giegellach er tussendoor.
- De mevrouw van de tijd. Net na mijn moeders overlijden schrok ik me rot, toen ik de tijdlijn een keertje belde. Ik dacht dat ik mijn moeder hoorde. Hing snel op. Om meteen weer te bellen.
- Mijn moeder had dus ook een mooie stem. Een alt. Met veel rook en whiskey.

2/20/2005

 
Kort telefoongesprek met oom Otto

- Dag, met Otto
- Hoe is het met u, oom Otto?
- Niet zo best, maar zo te horen beter dan met jou. Wat klink je verkouden. Je was toch net ziek geweest? En nu alweer?
Weet je hoe dat komt? Jij kust al die mensen. Je moet dat niet doen. Als mensen verkouden zijn, moet je uit hun buurt blijven. Niet eens een hand geven.
Ik weiger gewoon hun hand hoor. Laat ze die bacillen maar lekker bij zich houden.

- Weet je, in Nederland zegt men ook 'gezondheid' als iemand niest. Ik dank je de koekkoek. 'Gezondheid', terwijl hun virussen en weet ik nog wat in het rond vliegen. Engelsen zeggen tenminste 'Excuse me'. Dat is natuurlijk veel normaler. Je moet je excuseren dat je die ziektebacillen zo aan het rondstrooien bent.

2/18/2005

 
Postuum verliefd

Er was een tijd dat ik zondagen voor hem thuisbleef. Pas na 'een dik uur Ischa' op de radio verliet ik mijn zolderkamertje in het studentenhuis. Ik kende toen (1988-1993) niemand die hem ook briljant vond. Als ik weleens iemand wist te verleiden tot het meeluisteren naar zijn radioprogramma, haakte men na tien minuten af. Men vond hem te schreeuwerig, te dominant, met te weinig respect voor de gasten. Ik vond hem scherp, adrem, geestig.
En was heimelijk verliefd.

Zijn 10e sterfdag bracht nog iets goeds: herhalingen op t.v. en radio van zijn programma's en interviews met familieleden en met zijn vrouwen. Veel vrouwen. Ik bleek niet de enige aanbidster van die dikke man met het scheve gezicht te zijn.

Hem deze dagen weer zo vaak te horen en te zien deed me zijn boeken weer eens uit de kast pakken.
Prompt voelde ik het weer kriebelen. Postuum verliefd, als dat kan.

2/17/2005

 
Nogmaals namen

Nog 5 werkdagen en 4 deadlines.
Nog 7 weken zwangerschap.
Nog 6 maanden verlof.

En nog even twee mensennamen verzinnen.

Dat laatste benauwt mij nogal eens en brengt mij ertoe dit vaker als onderwerp ter tafel te brengen dan goed voor mij en het gezelschap is.

- Welke namen heb je dan? vraagt mijn schoonzus uiteindelijk.
- Dagmar.
- Dagmar? Dagmar? Dag-Mar? Dat vind ik echt een lelijke naam. De stomste naam die ik voor een meisje kan verzinnen. En zo Duits. Dagmar. Wat een stomme naam. En voor een jongen?
- Bruno.
- Bruno?!
Weer zo Duits. 'Der Broeno.' Leuk voor een hond misschien, zo'n st Bernhard hond. Maar dat kan je een kind toch niet aandoen? Heb je niets leukers?

We hadden niets leukers en nu hebben we deze namen ook niet meer.

2/16/2005

 
E-mail van Eelco
(zie ook hier, hier, hier en hier)

Ik scande mijn Inbox en zag een mail met een rood vlaggetje ervoor. Dit vlaggetje, door Outlook bedoeld als teken van een spoedgeval, zegt altijd meer over de verzender dan over het bericht. Het was e-mail van Eelco.
Uit recalcitrantie opende ik zijn mail niet als eerste, maar gewoon in volgorde van binnenkomst, alsof ik hem daarmee een lesje zou kunnen leren.
In puntgrootte 36 verschenen rode koeienletters op mijn scherm:

Yes!!!!!
We Did It
Jongens, we hebben het gered. Het project is een geweldig succes. Ik krijg van alle kanten complimenten. We hebben alle records gebroken. Bedankt voor de prettige en professionele samenwerking.

Het is belangrijk dat we dit project gezamenlijk evalueren. Alleen op die manier kunnen we de slaag- en faalfactoren voor toekomstige projecten beter benutten c.q. vermijden. En ik denk dat ik veel van jullie kan leren (en jullie van mij, ha ha).

O.k. boys. Niet alleen evalueren, we moeten ook successen vieren en aan anderen vertellen. Iedereen in ons bedrijf zal weten dat we dit gave project in zo'n korte tijd tot een succes hebben gemaakt.
Dus champagne, toespraak, fotograaf erbij, de hele rataplan.

Wat denken jullie ervan?

Groeten van een tevreden man.

2/15/2005

 
Telefoongesprek met tante Gisela

- Hallo hallo. Weet je met wie je spreekt? Herken je me stem? Zeg eens?
- Dag tante Gisela.
(Natuurlijk herkende ik haar stem, mijn tante van in de zeventig.)

- Ja, dat heb je goed geraden. Zeg, gefeliciteerd met kleine Lena. Hoe is het nu met jullie? Gaat ze nog steeds zo veel naar de creche? In onze tijd was dat nog niet zo hoor. Want ze ziet jullie niet zo vaak he? Jij komt pas laat thuis van je werk. Eigenlijk ziet ze je bijna niet he? En hebben jullie het ook altijd zo druk? Iedereen heeft het altijd zo druk. Ja jullie wonen in Rotterdam, ook zo'n busy town. Daar zullen ze ook wel geen praatje maken in de tram, net zo min als in Amsterdam. Dat vind ik geen prettige stad hoor. Ik moest er laatst in mijn eentje naar toe...

- Hoe is het met u, tante Gisela?

- Nou, eerst november, toen december met sinterklaas en kerst, en toen, on top of everything, de tsunami. Daar ben ik echt van slag van geweest. En nog. Wat die mensen toch allemaal moeten doorstaan. Alles in een keer kwijt. Dat is veel erger dan het Jappenkamp hoor. Wij raakten alles beetje bij beetje kwijt, maar deze mensen...och och, alles in een keer weg. En geen lichaam om te rouwen...och man.

(...)

- En wat ik je nog wilde zeggen....je had een kerstkaart gestuurd he, nou, we snappen er geen jota van. Niemand niet. Ada en Machteld hebben er ook naar gekeken, maar die begrepen er ook niets van. Het is wel leuk dat je een kaart stuurt hoor.
- Het was een grapje, tant Gisela.
- Nou, een grapje dat niemand begrijpt dan. Dat moet je nog maar eens uitleggen. Maar niet nu. Zo vaak spreek ik je niet. Vertel maar eens hoe het met je vader is. Is hij nog zo aan het kwakkelen? En ook zo druk he? Altijd maar op stap.

(...)

- En zorg maar goed voor jezelf he? Je mag dankbaar zijn, dat jij en R. en Lena gezond zijn. Nou daag.

2/14/2005

 
Kunst kopen

Niet zo vaak, of nog nooit, had ik zo'n hippe jongeling aan mijn deur gehad. En mooi, dat was hij ook.
'Dag mevrouw. Mijn naam is Jeremy Wilson. Ik ben van de kunstacademie. Wilt u kunst kopen?'

Hij had een grote map onder zijn arm. Ik liet hem binnen waarop hij de boel begon uit te stallen. Het bleken werken van hem en zijn collega- eindexamen studenten. Hij vertelde enthousiast, vooral over die abstracte werken. Ik leerde wat over techniek. Over het systeem met galerieen (waardeloos, dan gaat er maar 30 procent naar ons). Na een half uur waren we bij het laatste werk gekomen.

'En zit er nog werk bij van jou?'
'Ja, die abstracte werken. Ik verkoop veel aan kantoren'.
Net afgegestudeerd en nu al producent van kantoorkunst.

R. kwam erbij. We kochten twee kunstwerken. Vrolijke werken voor op de kinderkamers.
Jeremy was blij. Ik hoopte dat ik hem, kunstenaar van abstracte werken, niet beledigd had om het meest figuratieve te kiezen. Maar het leek hem niet te deren. Hij was tevreden met deze verkoop. En wij ook.

'Nou dag mevrouw'
Dat deerde mij wel. Dat zo'n mooie kunstenaar mij mevrouw noemde. Zoveel scheelden we toch ook weer niet?

2/10/2005

 
De bedrijvendokter

Beter dan een soap is het RVU progamma met de bedrijvendokter Gerry Robinson. De goeroe werkt nu eens niet aan cultuurveranderingen bij de Coca Cola's, hij is nu eens niet bezig met het kantelen van de organisatie bij de Unilevers. Dit maal sleutelt hij aan knullige familiebedrijven.

Prachtig maar ook een beetje droevig om te zien hoe familievetes, intriges, incompetente troonopvolgers, verwende zoontjes eeuwenoude familiebedrijven om zeep helpen. Robinson, een behoorlijk arrogant mannetje, ontziet niemand.

2/09/2005

 
Wetenschap in actie

Het is een onderzoeksbijeenkomst in 'petit comité’: de bijna-professor is onze gastheer, verder is aanwezig de bescheiden leerlinge, de stotterende Belgische professor en ik. Het was moeilijk om dit gezelschap bij elkaar te krijgen. Al vier maal werd de vergadering op het laatste moment gecancelled wegens dubbele afspraken, ziekte en andere drukte.

Maar nu duldt ons project geen uitstel meer. We moeten niet alleen onszelf, maar ook onze internationale partners aan het werk zetten. Die willen heldere instructies. Dat is toch wat anders dan ons gebruikelijke 'alles hangt met alles samen.'
We hebben allemaal verstand van zaken, goed genoeg om te excelleren aan de borreltafel. De vraag is nu of we de kluwen kunnen ontwarren en gestructureerd kunnen opschrijven.

De bijna-professor staat voor het whiteboard en begint geestdriftig factoren, variabelen, elementen en dimensies op te schrijven die hij uit diverse onderzoeken heeft gedestilleerd. Voor elke constellatie, richting, beweging een andere kleur. Als iemand een vraag heeft, kan hij drie onderzoeken en zes case studies noemen waarin het ook zo ging, of die juist het tegendeel bewezen. Hij weet zoveel, en hij heeft zoveel gelezen, dat hij zichzelf soms in de weg zit.

Nog wat elementen, dwarsdoorsneden en pijlen. Hij trekt zijn trui uit, zo warm krijgt hij het ervan. Hij doet dat op de mannen-manier, met zijn handen rimpelt hij de stof op zijn zij en rug samen, om dan de trui dan over zijn hoofd te trekken. Ik zie de zweetplekken onder zijn oksels. Zijn onderste knoopjes van zijn overhemd zijn open en zijn blote beginnende buikje geeft hem iets kwetsbaars.

De leerlinge knikt vragend en stelt af en toe verontschuldigend een vraag die het hele model-in-wording onderuit haalt. Ze is slim, veel slimmer dan zij denkt te zijn.
De professor zwijgt en kijkt toe.
Ik zeg dat we het simpel moeten houden en doe een voorstel ter vereenvoudiging. Weg met de dimensies, categorieën, factoren etcetera. Basaal. Wat zijn de afhankelijke en wat zijn de onafhankelijke variabelen? En dat uitsplitsen naar de belangrijkste spelers.

De bijna-professor knikt en wil met zijn mouw een paar van zijn cirkels en pijlen wegvegen om het model te versimpelen. Wat niet lukt.

'Shit.' Hij draait de viltstift en leest “Permanent marker.”
'Hoe komt die nu hier.'
Hij pakt nu zijn zakdoek en spuugt erop. Hij gaat als een gek boenen op zijn whiteboard. Zijn zakdoek maakt stroef-piepende geluidjes. Zijn hoornen bril danst op zijn neus bij elke schrobbende beweging.

De bijna-professor blijft boenen, terwijl wij drieën verder discussiëren over de structuur. We zijn er bijna uit. Maar de bijna-professor heeft oog noch oor voor ons. Hij staat met zijn neus heel dicht op het whiteboard en probeert uit alle macht de viltstift te verwijderen van zijn voorheen maagdelijke schoolboord.

‘Daar bestaat speciaal spul voor,’ zeg ik.
‘Oja? Hoe heet dat dan?’
De professor noemt een merknaam.
De leerlinge zegt dat alcohol ook goed werkt.

De bijna-professor loopt zonder een woord gehaast weg. De Belgische professor, de leerlinge en ik praten verder over het model. Na enige tijd komt hij terug.

‘Bij het secretariaat hadden ze dat spul niet hoor, wat jij noemde. Shit. Net zo’n mooi whiteboard. Hoe komt die stift dan ook hier. Verdomme.’
Hij spuugt nog even in zijn zakdoek en doet nog een halfslachtige poging om de pijlen uit te wissen.
‘Verdomme’

Ik vervul de rol van cheerleader ('dat komt allemaal goed') en probeer de aandacht van de bijna-professor weer te vangen voor ons project. We hebben nog maar twintig minuten om dit model af te kaarten, dan moet de Belgische professor alweer weg.
Maar de bijna-professor is te geschokt om nog aan modellen te werken.
Het zou die middag niet meer goedkomen.

2/08/2005

 
Nieuwe tandarts

Weer zo'n familie-mijlpaal. Tot nu toe hadden R. en ik onze eigen tandarts. Of beter: ik had de mijne (een vriendin met een praktijk in het midden van het land), hij had er geen. Nu Lena binnenkort ook de eerste keer naar de tandarts moet, leek het mij handig om een tandarts in Rotterdam te zoeken waar we als familie terechtkonden.
Onze buurmannen wisten nog wel een goed adres. Vandaag belde ik voor een afspraak.

-Hoe bent u verzekerd? U weet dat we alleen particulieren nemen?
- En u weet ook dat we eerst een kennismakingsgesprek plannen? Niet alleen praten, maar dan wil ik ook uw gebit bekijken. Want ik begin niet aan patienten met zo'n afbraakgebit die niet gemotiveerd zijn. Het is dus wederzijds vrijblijvend, is dat duidelijk?

Sommige mensen worden heel recalcitrant van zo'n autoritaire eikel. Ik kreeg de neiging om in de ontgroenings-modus te springen. 'Ja meneer. Nee meneer. Dankuwel meneer. Maar ik flos altijd heel goed meneer.'

Over een maand staat het keuringsgesprek gepland. Misschien valt hij wel mee.

2/07/2005

 
Vomiting disease

Een vriendin van mij is (Engels) expert op het gebied van de vomiting disease en kan er opgewonden over vertellen.
Het is een nare ziekte: je moet overgeven (projectielbraken) en je krijgt diarree. De meeste mensen denken dat ze een voedselvergiftiging hebben opgelopen, maar dat is niet zo. Je hebt een virus opgelopen. Het goede nieuws is dat je er maar een dag of twee mee zoet bent: daarna ben je weer helemaal beter. Maar die twee dagen ben je ook wel dood en doodziek.

Het is een spectaculair virus, in de ogen van een arts. Als je ermee in aanraking komt, heb je een kans van 1 op 2 om de ziekte te krijgen, veel hoger dan de meeste virussen. Het virus kan gerust 3 weken overleven op deurklinken en ander ijzerachtig/stalen materiaal, wat het extra moeilijk maakt om het virus uit te roeien. Als iemand heeft overgegeven en een dag later bezoek je die ruimte, kun je het nog met gemak oplopen. Hele schoolklassen, bejaardenhuizen en ziekenhuizen kunnen erdoor platgaan.

Ze sleepte mij helemaal mee in haar enthousiasme voor dit bijzondere virus. Ik kon de schoonheid wel inzien van dit venijnige diertje. Todat ik gister de hele nacht boven de wcpot heb doorgebracht. En nog steeds kan ik niets anders binnenhouden dan een kopje slappe thee.

2/06/2005

 
Dingen die ik wel zou willen kunnen

- inparkeren
- namen, plots en titels onthouden
- gastvrij en ontspannen gasten ontvangen
- elegant op hoge hakken lopen
- verhalen met kop en staart vertellen
- administratie organiseren

2/04/2005

 
Mijn lijf en ik

Vriend M. en ik begonnen in een restaurant. Aan de mevrouw die ons bediende was alles lang: lange benen, lange vingers, lange haren, een heel lange slanke romp zonder zichtbare taille en een lange neus.
Toen zij naar een fles op ooghoogte reikte, zag ik haar opeens voor me op een sofa, poserend voor de camera, slap en lang, als een eeuwige slaapster. Dat zou ze goed kunnen, die pose.
Het eten was goed, maar het restaurant was niet zo hitsig als verwacht. Het was eerder een oase van rust, temidden van een stad die vibreerde van het filmfestival Rotterdam.

Na het diner vonden we het tijd voor een kroeg waar men zich opmaakte voor een nacht dansen. Alle aanwezigen stonden -aan de bar, aan staantafels, midden op wat later de dansvloer zou worden- maar M., mijn dikke buik en ik zaten op de enige stoelen aan de rand van de dansvloer, alsof we posstten aan de randen van de nacht.
Men droeg wollen mutsen, hippe spijkerbroeken en t-shirts met teksten als 'Fuck me. I am rich.'

In de wc vond ik een meisjesvrouw wel erg omstandig in de weer met een zilveren doosje en vermoedde dat zij wel aan het snuiven zou zijn, maar het bleek dat ze haar lenzen aan het indoen was.

De muziek was toch wat hard voor M. en mij, al was het aan de rand van de dansvloer, en we fietsten naar een praatkroeg. De stamgasten keken niet op, alleen de bejaarde dame op de hoek van de bar nam de tijd om ons te monsteren. Ze had haar geblondeerde haren in twee staarten gebonden. Die paardestaarten-meisjesachtigheid verhield zich slecht met haar verweerde gezicht en haar scheefgezakte bril met sterke glazen die haar ogen nog lodderiger maakten.

Het bankje was nog vrij. M. en ik installeerden ons.
En ik kreeg zin. Zin om het laat te maken, om door te gaan, om te drinken, te slempen, en te feesten.

Maar mijn lijf behoort deze maanden niet alleen mij toe. Het staat net zo goed ten dienste van de ongeborene. Dus na nog een spa rood of wat beeindigden we onze avond.
Verstandig, maar wel jammer.

2/02/2005

 
Zanussi

De Verkerke-posters met de silhouetten van een man en een vrouw die langs de vloedlijn lopen. Hand in hand. Of haar hoofd lichtjes leunend op zijn schouder.
Of een zoenend stel, in zwart wit, zittend op een houten bankje met op de achtergrond de wolkenkrabbers van Manhatten. Nee, nog liever een een stationshal, waar zij uit de net gearriveerde trein stapt -zie je de stoom nog- en hij haar optilt bij haar middel en rondzwiert.

Dat is romantiek.
Dan ik.

Met 17 jaar, maar toen zei ik nog liever 'bijna 18', ging ik studeren en op kamers wonen. Ik deed mee aan alle introductieprogramma's, kennismakingsrondes en -groepjes. Op zo'n introductie-kampeerweekend leerde ik R. kennen.

We kampeerden in de nabijheid van een klein dorpje aan een plas, op een onbeschut grasveld. Dat weekend in het najaar van 1988 was het noodweer. Hoosbui na hoosbui. Storm. De grote legertent werd weggeblazen en het veldje stond na een halve dag blank.

We pakten onze natte kleren en natte tenten in en liepen in onze doorweekte schoenen naar het enige cafe van het dorp. De plaatselijke ijskastendealer had medelijden met ons en bood zijn showroom ter overnachting aan. We drapeerden onze halfnatte slaapzakken tussen de ijskasten en koelvriescombinaties.

Daar, liggend op het beton tussen de ijskasten, onder de lichtbak van Zanussi, gaf ik R. de eerste kus.

Pril geluk onder de Zanussi maan. Kom daar maar eens om bij Verkerke-posters.

2/01/2005

 
Kabouter

Na twee maanden verkering reisden R. en ik af naar Parijs, want dat doe je als je net 18 en verliefd bent. Met de bus, want geld hadden we niet. Bij het zorgvuldig uitzoeken van mijn reisbenodigdheden besloot ik dit weekend mijn groene ruwlederen puntschoenen te dragen waar ik heel trots op was. Gedurfd, hip, goede makelij, fijn van pasvorm, tikkeltje alto, maar toch ook wel weer vrouwelijk.

R. liet na een middagje wandelen terloops iets vallen van 'kabouterschoenen.'
Kabouterschoenen? Deze hippe dure dingen? Mijn pareltjes van mijn schoenencollectie? Was hij helemaal gek geworden?

Na 16 jaar bleek er weinig veranderd. In mijn huidige collectie schoenen bevindt zich een paar zwarte platte schoenen ('zwarte schoenen heb je nooit genoeg'). Ik had er R. nog nooit over gehoord.
Afgelopen weekend kwam ik thuis met een paar nieuwe schoenen, fijne puma gympies. R.'s commentaar: 'dan kun je die zwarte kabouterslofjes misschien eindelijk weggooien.'

This page is powered by Blogger. Isn't yours?