<$BlogRSDUrl$>

9/29/2004

 
Idyllisch

Lena liet zich geduldig haar schoenen en jasje aantrekken. 'Buiten, buiten'. Haar blonde haren krulden op de kraag van haar roze jasje. Haar handjes aaiden zichzelf over haar hoofdje op zoek naar de de twee staartjes die ik had gemaakt. Als ze met haar handje het elastiekje voelde, zei ze: 'mooi'. En ik zeg dan altijd, ook nu weer: 'Heel mooi Lena. Je hebt heel mooie staartjes', waarop zij nogmaals zegt: 'mooi', terwijl ze aan haar staartjes frunnikt.

Ik gaf haar een zak met oud brood in haar ene handje en nam haar andere handje in mijn hand. Het is één van die momenten waarop ik me heel erg moeder voel: hand in handje met mijn dochter.

'Kom, we gaan naar buiten, de eendjes voeren.' Lena straalt. 'Kwak kwak'. Ons huis ligt aan de binnenhaven en we zijn zo bij de kade. We installeren ons. Ik ga zitten en neem Lena op schoot. Lena opent de broodzak en kijkt zo blij en verwachtingsvol alsof het een mega-event is. Niks efteling, niks ballenbak of Blijdorp. Bij mamma op schoot om de eendjes te voeren, dat is pas wat.

Terwijl we het brood naar de eendjes gooien, wijst ze met haar mollige vingertje naar links. 'Kijk, Kijk!' Ik zie niets en zeg nog dat dáár de eendjes zijn, niet links van haar. 'Poes! Maauw'. Ik kijk nog eens en zie een vette rat op enige meters afstand.

Lena had gelijk. Eendjes voeren in Rotterdam Zuid is een event.

9/28/2004

 
Het feestje en de buurman

De buurman bleef onverwacht lang hangen op ons feestje. Zijn vrouw was allang naar huis, maar hij vermaakte zich uitstekend met onze gasten, die hij geen van allen eerder had gezien.
Voor iedereen had hij gesprekstof. Met mijn vriendin-de-arts sprak hij over de nieuwe infectieziekten. Hij wist de exotische ziektes bij naam te noemen. Terwijl hij de flessen wijn opende en iedereen van drank voorzag, wisselde hij met de nerds wat uit over de nieuwste gadgets. Later ging hij even bij een groepje zitten dat arty videoclips aan het bekijken was. Hij bleek wat van alternatieve muziek te weten en van de regisseur van deze clips in het bijzonder. En passant besprak hij de voor- en nadelen van de beamer waarmee de clips werden projecteerd. We bleken net het verkeerde model te hebben, want met deze lamp ging het vaak mis.

Rond een uur of twee vertrokken de meeste gasten. De buurman nestelde zich in de lekkerste stoel om nooit weer weg te gaan. Met mijn catering-vrienden sprak hij over de geneugten van de catering, daar had hij ook nog in gezeten.

Hij richtte zich ook even tot R. en mij. De meeste stellen werden ingekakt als ze kinderen kregen. Ze konden nergens anders meer over praten. 'Maar ik vind jullie er niet minder leuk op geworden sinds jullie een kind hebben.' Hij nam een slok van zijn wijn. 'Ook niet leuker trouwens.'

Het einde van het feestje was nog lang niet gekomen.

9/27/2004

 
Actie

De vergadering stond gepland van 18.00 tot 20.00 uur in het gebouw van een adviesbureau. Om vijf voor zes arriveerde ik in de ruime entree met marmeren vloer. Tot iemand me kwam ophalen, kon ik plaatsnemen in de leren fauteuils met roestvrijstalen frame. Leesvoer bestond alleen uit het Financieel Dagblad. Volgens mij is er één binnenhuisarchitect die alle adviesbureaus van een interieur voorziet.

Een jonge man in krijtstreeppak met daaronder een geruit overhemd kwam me halen. Hij knoopte een professioneel praatje van het lichte genre met me aan. Een gedurfd grapje, maar niet tè. Precies goed, zou zijn baas vinden.

De vergaderzaal was ijselijk neon-verlicht. De voorzitter zat nog even achter zijn laptop te werken en wuifde mij tussen een shift en enter goedendag. De jonge consultant maakte een royaal gebaar: 'ga gerust je gang', terwijl hij naar de zachte broodjes ham en kaas wees.

De voorzitter kwam een minuut voor zes achter zijn laptop vandaan en vertelde me voor welke problemen de ziekte van Balkenende hem allemaal stelde. Hij had dit georganiseerd en dat gepland, maar nu Balkenende ziek was, moest hij op het allerlaatste moment iets anders regelen. Knap hoe hij in drie zinnen duidelijk maakte dat hij zich in kringen van Jan Peter, Neelie en Maria bewoog. Ik probeerde me niet meteen een meisje te voelen, naast zo'n machtsman.

De oudere mannen druppelden binnen. Was ik weer de enige vrouw vanavond? O nee, de secretaresse zat naast de voorzitter. Stipt 18.00 uur begon de vergadering. De voorzitter streepte energiek de acties af. Dat ging als volgt:
Voorlezend: 'Actie 7. Verantoordelijke: Jansen.' Dan was het moment om priemend op te kijken. 'Gedaan?'
'Nou, we zijn er mee bezig.'
'Wat is de stand van zaken?'
'We hebben gebeld, maar die was er niet, en toen kwam er dat tussen...'
'Dat vind ik te vaag. Wanneer kan het af zijn?'
'Over een paar weken, denk ik'
'Goed. Dan zet ik 1 november bij deze actie. Actie 8. Verantwoordelijke: Pietersen.'

Bij actie 11 werd mijn naam genoemd. Het was een slepend project dat maar niet van de grond kwam. Zes dode paarden bijelkaar. 'Is het een idee dat Louter meehelpt dit project te trekken?' De verantwoordelijke knikte gretig ja. Ik had net een hap krentenbol in mijn mond. 'Goed. Door naar actie 12.'

Om half acht was de vergadering voorbij. De voorzitter wuifde de vergaderaars goedendag, terwijl hij mailtjes achter zijn laptop beantwoordde.

Met een van de vergaderaars reisde ik met de trein naar Rotterdam. We hadden een gesprek dat veel leuker was dan ik had gedacht. Het enige was dat hij continu op zijn mobieltje keek. Ter hoogte van Rotterdam Alexander zei hij dat ze een vacature hadden, en dat hij geinteresseerd zou zijn om met mij te praten. Ik bedankte voor de uitnodiging en toen waren we op Centraal.

In de tram naar huis bedacht ik me dat ik me niet verleid voelde door het aanbod 'om te komen praten.' Misschien zit ik toch gewoon goed waar ik nu zit.

9/24/2004

 
Opmerken

I.
Andre Hazes vertelde in de documentaire dat hij wel naar zijn vader aardde, hij was 'ook een horecaman.' Drama op drama overladen met drank, tranen, altijd een wolk sigarettenrook en toch vaak een grap waar je toch even om moet grinnikken.
'Precies jouw familie', merkte R. op.

II.
Ik liet de voorraad verjaardagskaarten door mijn vingers gaan. De kaart van iets groter formaat stak uit het stapeltje. Ik had 'm ooit gekocht bij een tentoonstelling. Een kunstenares had watertanks in New York gefotografeerd. Zwartwit foto' s van negentiende eeuwse installaties op de daken van de wolkenkrabbers.
Ik vond het een mooi verstild plaatje en verstuurde 'm als beterschaps-anischt naar de vriendin van mijn vader. Ze vroeg mij waarom ik 'zo'n' kaart naar haar had gestuurd. Ze had gedacht dat het een foto van een concentratiekamp was.

9/22/2004

 
Testing testing, one two

Over mijn prille zwangerschap wilde ik niet bloggen in media res. Zulke gebeurtenissen bloggen comfortabeler als je -het liefst- het slot al kent, of tenminste het vervolg. Nu, drie maanden later, kan ik verhalen over het begin.

Ik vermoedde al vrij snel dat ik in verwachting was. (Ik houd niet van het woord ' zwanger', sinds een oud-collega zei: 'Zwanger? Mijn vrouw? Bah! Zeugen zijn zwanger. Vrouwen zijn in verwachting'). Ik meende iets in mijn buik te voelen dat er wel of niet was en ik had het idee dat al mijn bh's opeens aan de krappe kant waren, al een week na de bevruchting, een idee dat volgens de biologie boekjes toch meer op de vrouwelijke verbeelding dan op biologische processen in het vrouwelijk lichaam berust.

Verbeelding of niet, ik wist het. Die donderdag zou het met harde feiten bevestigd kunnen worden. Voor de niet-weters: op de eerste dag 'over tijd' kun je namelijk een zwangerschapstest doen.

Maar ik kon niet wachten tot donderdag. Op zondagavond, nog vier dagen voordat ik 'over tijd' zou zijn, haalde ik een test uit de verpakking. Die test lag al twee jaar in het medicijnkastje, toen ik een duo pak zwangerschapstesten had gekocht, maar slechts 1 test nodig had gehad om het resultaat zeker te weten. De gebruiksaanwijzing vermeldde duidelijk dat het pas zin had om te testen op je eerste dag over tijd.

Zondagavond, alleen op de badkamer. Ik wist dat het geen zin zou hebben om nu de test te doen, maar ik kon het niet laten. Plassen. Een minuut wachten tot de lijntjes verschijnen. Een lijntje is niet zwanger, twee lijntjes is wel zwanger. Geen lijntje betekent dat de test is mislukt.

In het licht van de Praxis-badkamer plafoniere verscheen al snel het eerste lijntje, met heel misschien iets wat mogelijk op een tweede lijntje zou kunnen duiden. Een schaduw van het dunste priegellijntje, een magere eerste schets van Giacometti. Of was er toch niets?
Ik hield de test vervolgens in het schijnsel van een neonlamp. Nu deden mijn ogen pijn van de lamp en zag ik helemaal geen lijntje meer, alleen nog maar een grijze stip. Was er nu een tweede lijntje of niet? Ik nam mezelf voor om gewoon te wachten tot donderdag. Dit had geen zin, dat was nu wel duidelijk.

Maandagochtend ging ik naar de winkel om nog 2 testen Etos huismerk te kopen. Ik plaste op het staafje en wachtte een minuut. Een onzichtbare spirograaf trok het eerste lijntje. En was het nu gezichtsbedrog of verscheen daar nog een lijntje? Ik liep met het staafje naar het raam om het resultaat bij daglicht te kunnen aflezen. Was het nu wel of was het nu niet? Wilde ik wat zien of was het er echt? Ik kon maar beter even wachten tot donderdag, want nu testen leverde toch maar onbetrouwbare resultaten op.

Ik moest nog boodschappen doen en overwoog een test van een ander merk te kopen, dat misschien duidelijker was in het zetten van zijn tweede streepje.

Het had iets dwangmatigs: ik wist dat het geen zin had, en toch liep ik de Trekpleister binnen. Ik hield mezelf nog voor dat ik de test nu wel kocht, maar dat ik 'm pas donderdag zou uitvoeren. Maandag aan het einde van de middag haalde ik die nieuwe test uit de verpakking en voerde nogmaals dezelfde handeling uit. Dit keer was er toch wel een bibberlijntje hoor. Een heel dun miezerig lijntje, dat wel, maar het was een streepje, volgens mij, toch, als je heel goed keek? Helemaal zeker kon ik nog steeds niet zijn want de afdruk was zo vaag dat hij ook wel eens alleen in mijn wensbeeld kon bestaan.

Met dit iele lijntje durfde ik R. niet blij te maken, bang hem een kat in de zak in plaats van een baby in de buik te beloven. Ik bekeek de oogst staafjes en sticks van vandaag en hield alle venstertjes nogmaals in het licht. Nee, voor een lijntje in de wiskundige zin van het woord, was het allemaal toch echt te vaag. Of niet?

Ik had het niet gepland, maar toen ik die andere test uit de duoverpakking zag liggen op de rand van het bad voerde ik 's avond nog een test uit. Het tweede lijntje was nu een blauwe streep zoals die door een rechtshandige met links wordt getrokken: onzeker, maar onmiskenbaar een poging tot een lijntje, hoe iel ook.

Intens tevreden was ik. Ik wilde zeggen 'vervuld', maar dat was het niet. Eerder trots, hoewel het geen prestatie is.

'Je wordt weer vader', oefende ik stil, terwijl ik voor het eerst deze dag niet meer fantaseerde over lijntjes maar over baby's.

9/21/2004

 
Een ontluikende email flirt

Email van haar:
Als voorzitter van huppelups vraag ik jou dit en dat
Email van hem:
Ja, ziet er goed uit, maar dan moet je je voorstel nog wel aanvullen met zus en zo, ik hoop dat ik je niet afschrik met deze extra vragen en eisen
Email van haar:
Voor afschrikken is wel iets meer nodig hoor
Email van hem:
Ja, dat dacht ik al bij jou
Email van haar:
...

 
Uit

Gretig las ik me naar het einde van The Crimson Petal and the White van Michel Faber. Maar op de laatste bladzijde, ik had het boek nog niet eens uit, betreurde ik dat ik op pagina 850 was beland.

Ik mis mijn dagelijkse bezoek aan 19 eeuws Londen. De doodlopende straatjes die stinken naar kots en pis liep ik liever in dan de geplaveide lanen van Rotterdam Zuid. Ik vond het goed toeven in café the Fire Place, met de dronken mannen en vrouwen van lichte zeden.

Met de hoofdpersonen verbaasde ik me over nieuwe vindingen zoals de telefoon en het watercloset. Ik keek mijn ogen uit in de nieuwe warenhuizen in Oxford Street. Met de vrouwen voelde ik de ongemakken van het Victoriaanse tijdperk, en dan was het prikkende corset in mijn ribben nog het lichtste ongerief. Grotere hinder ondervind je van de dagelijkse zaken als tubercolose (zat er bloed in mijn zakdoek), of de gevolgen van een niet al te zachtzinnig zelfuitgevoerde abortus.

Maar dat is decor. Mijn gemis betreft vooral de hoeren, de zenuwzieken, het kind dat voor niemand bestaat, de wereldverbeteraars, de slappe mannen, de gelovigen en vooral de vrouwen die zich proberen te ontworstelen aan het Victoriaanse corset.

9/20/2004

 
Wachten

We moesten te lang wachten in het kamertje waar de verf was afgebladderd en waar we uitkeken op het zwerfvuil van Rotterdam Zuid. Was het toch wel een goede keuze geweest om mijn gezondheid in handen van deze praktijk te leggen?

De wel erg jonge vrouw kwam ons halen. Uitgebreid werden mijn adresgegevens, kwalen, mijn familiegeschiedenis en nog veel meer onder de loep genomen. Vervolgens bloedprikken, een buis vol. Inmiddels kan ik dat zonder flauwvallen en dat vind ik al heel wat. En ja, de bloeddruk was uitstekend, evanals de urine.

Ik kon niet wachten. Ik was niet gekomen voor die papierwinkel en die prikkerij. Ik kwam voor het kamertje ernaast.

'Loop maar mee'. Het kleine kamertje was half verduisterd. Ik mocht gaan liggen op de bank, met mijn bloes opgestroopt. Ze zette het teeveetje aan en meteen zagen we daar het drie maanden oude rupsje, 6 cm. al. Het hoofdje was duidelijk te zien, en kijk, daar zijn de handjes. En dan dat hartje dat klopt alsof hij aan het sprinten was.

'Alles is goed', zei de verloskundige. R. en ik keken afwisselend naar het scherm en naar elkaar. Over zes maanden gaan we kennismaken met het broertje of zusje van Lena.

9/16/2004

 
Shift mode

Ik had hem niet meer gezien sinds onze laatste vergadering. Bij ons weerzien gaf hij mij een behoorlijk harde klap tussen mijn schouderbladen. 'We gaan er iets moois van maken, of niet dan' en hij noemde mij bij mijn naam. Ik kende zijn naam niet.

Hij zat aan de ene poot van de U-vormige kring. Ik had geen zin om naast hem te zitten. Om hem niet te schofferen ging ik eerst even koffiehalen, en ging vervolgens aan de andere poot zitten. Hij pakte zijn spullen op en kwam demonstratief naast mij zitten. 'We zijn een team, dan kunnen we beter naast elkaar zitten', zei hij terwijl hij een knipoog gaf.

'Ben jij nog aan het promoveren?', opende hij het gesprek. Toen ik vertelde dat ik dat achter de rug had, vroeg hij naar de titel van mijn proefschrift. 'Aha, dan vind je mijn oratie vast wel interessant, dat gaat over hetzelfde onderwerp.' Hij noemde een titel die zo op het oog geen enkele relatie had met mijn onderzoek.Ik wist nog steeds zijn naam niet, maar ik vond het wat genant om dat nu nog te vragen, zeker ook omdat hij in zekere zin mijn baas want opperprojectleider was, dus vroeg ik maar waar hij dan hoogleraar was.
'Die baan werd geadverteerd in de krant. 60 brieven kwamen binnen. Zéstig. Ongehoord. En toen hebben ze mij gekozen. Uit zestig kandidaten.' Ik knikte, wat voor niets anders kon doorgaan dan voor bewondering.'Wil je een boekje van mij? Ik heb er nog 7, maar jij mag er wel een van mij krijgen. De rest is allemaal uitverkocht.' 'Graag', zei ik, ook omdat ik niet wist wat ik moest zeggen.

De volgende dag kwam hij met twee boeken van zijn eigen hand aan. 'Alsjeblieft', zei hij stralend alsof hij mij zojuist met juwelen had behangen. 'En ik heb ook al koffie voor je gehaald. Zwart toch?' We raakten in gesprek. Hij had onderhoudende verhalen over verre oorden. Ik lachte en ik luisterde en maakte af en toe een schalkse opmerking.

Ongemerkt was ik in de brutale meisjes mode gegleden.

'Ik vond je presentatie erg goed', onderbrak hij zijn eigen verhalen. 'Dank je.' We praatten verder over zijn adviseursklussen, benoemingen, bestuursruzies waar hij in had bemiddeld en landen die hij had gered.

Aan het einde van de conferentie namen we afscheid. 'Nog bedankt voor jouw boeken', zei ik. 'Ik ga ze met interesse lezen.'

9/14/2004

 
Conferentie

De Francaise hield haar verhaal. Ze buitelde van de ene zin naar de ander, eerder opgewonden dan gehaast over haar vondsten. Na twee powerpoint slides kreeg ze rode koontjes die niet vloekten bij haar roze kanten bloesje onder haar paarse getailleerde jasje.
Ik vond het wel een mooi verhaal, denk ik. Precies luisteren kan ik al een jaar of twee niet meer naar verhalen die langer duren dan vijf minuten, een niet te onderschatten handicap als je in de wetenschap zit, dacht ik, totdat ik erachter kwam dat vrijwel iedereen die handicap heeft.

Toen ze nogmaals de innovativiteit van haar vondst met een trotse glimlach onderstreepte, was het tijd voor de Duitser van middelbare leeftijd om in te grijpen.

'Dit is dus fundamenteel onjuist. Het is onjuist wat betreft de gevolgde methode, onwaar wat betreft de inhoud en de conclusie ontbeert elke vorm van plausibiliteit.'
'Zzzet iess not trrrue' zei de Francaise nogal wanhopig.
'Laat me een voorbeeld geven', vervolgde de Duitser superieur rustig. 'Je hebt het over know how. Wat nou know how.' Hij keek triomfantelijk rond en hield zijn mobieltje omhoog. 'Iedereen die het menu snapt van deze mobiele telefoon, kan die fabriek van jou runnen. Meer is niet nodig. Niks high tech. Zo low tech als maar kan.'

De 30 aanwezigen lachten. Ik keek naar de Francaise. Oja, zo gingen conferenties.
Morgen ben ik aan zet.

9/13/2004

 
Citaat

Dominante ideeen zijn nooit louter ideeen van de heersende klasse. Laten we eens kijken naar het beste voorbeeld van dit verschijnsel: het christendom. Dit ontwikkelde zich tot de heersende ideologie door een reeks motieven en ambities van de ondedrukten in te lijven (de waarheid staat aan de kant van hen die lijden en vernederd worden, macht corrumpeert) en zodanig om te vormen dat ze verenigbaar werden met de bestaande overheersingsrelaties.
Uit: Slavoj Zizek. Pleidooi voor intolerantie.

9/08/2004

 
Drie jaar

Ik weet niet hoe bepaalde procedures zijn, ik ken heel veel mensen niet van andere afdelingen, en ook heb ik me nog niet verdiept in de precieze afkortingen die mijn organisatie rijk is. Dat hoeft ook niet, wat ik werk hier nog maar net.

Laatst moest ik even naar de personeelsafdeling. De personeelsmeneer vroeg hoelang ik in dienst was. 'Bijna twee jaar', zei ik. Hij keek in zijn papieren en fronste. 'Volgens deze gegevens werk je hier ruim drie jaar.'

Drie jaar! Ruim drie jaar! Wat heb ik gedáán in die tijd?

9/07/2004

 
Alledaags seksisme

We hebben hard gewerkt aan het Europese project waaraan verschillende landen meedoen. In ons team zitten goede, gedegen en ook nog eens leuke mensen. Er wordt veel gelachen en hard gewerkt. We zijn met drie mannen en een vrouw, en die laatste ben ik dus.

Vandaag moesten nog even wat puntjes op de i. Het onderzoek moet volgende week in de internationale groep worden gepresenteerd en dat vergt even wat overleg. We praatten al een tijdje inhoudelijk tot de baas van het project binnenkomt. Ik had hem tot nu toe nog nooit gezien, maar dat zegt niets.

'Loopt alles een beetje?', verstoort hij de vergadering. 'Prima', antwoorden wij als een schoolklas die de tafel van 7 opzegt. 'Ik wil nog even wat zeggen over de presentatie', en terwijl hij dit zegt, loopt hij van de deurpost naar het bureau. Hij plaatst zijn linkervoet op het zitvlak van de stoel naast me. Met zijn linkerhand houdt hij de armleuning van de stoel vast en hangt nu nonchalant over de tafel, half over mij heen.

'De presentaties vinden plaats in de vorm van een beautycontest. De beste presentatie wint' hij houdt zijn adem in en kijkt dan schalks naar mij. 'Maar met een dame in het gezelschap moeten wij het toch kunnen winnen, we hebben je er niet voor niets bijgevraagd.' Ik beantwoord zijn glimlach niet en de anderen kijken ook wat voor zich uit. 'Nou, uh, succes met die presentatie dus', dat wilde ik zeggen' en weg liep de baas.

9/06/2004

 
Kleine jongetjes

Ik ken hem nog van een jaar of vijftien geleden. Ik was een naief meisje, hij een schlemielig ventje, met een onvolgroeid lijf en een rond gezicht met sproetjes op zijn neus.

Nu is hij directeur van een Echt Bedrijf in de Grotemensenwereld.

Gisteren waren we op bezoek. Terwijl onze kindjes in hun nakie door de tuin renden, werd hij gebeld door 'de radio'. Een live interview. En hij deed dat zomaar, in de achtertuin, met zijn korte broek, rondlopend op zijn gympies, zag ik. Maar wat ik hoorde op de radio was iets heel anders. Een zekere stem, iemand die je niets wijs hoefde te maken.

Zijn hele houding ademt succes uit. Het zit hem niet in zijn pak, zijn Mercedes zoveel, of in zijn stropdassen die hij op de PChoofstraat koopt. Het is veel meer de manier waarop hij achteroverleunt in een stoel, hoe hij ruimte inneemt in een gezelschap, hoe hij een drankje bestelt. Maar vooral: zijn zelfrelativering. Alleen de echte groten kunnen zo bescheiden zijn zonder zichzelf weg te cijferen, zo lachen om zichzelf en hun vak zonder zichzelf belachelijk te maken. Het maakt hen alleen maar sympatieker.

9/03/2004

 
Wij humden

Eelco kwam net iets te laat binnenlopen. In een houding die haast moest uitdrukken, installeerde hij zich aan de vergadertafel. 'Sorry boys, ik had nog een bespreking met de hoogste baas. Ik zei nog dat ik eerder weg moest, maar ja, je kent hem hè.' Hij ordende zijn papieren, wreef in zijn handen en ging op het puntje van zijn stoel zitten. Gretig keek hij om zich heen.

'Zo, de hoogste baas?', hapte de ietwat sukkelige voorzitter.

'Ja jongen, hou op. Hij vroeg me hoe het zat met dat beleid, je weet wel X. Hij zei dat het zo en zo zat, maar toen zei ik: in zo'n situatie zijn altijd drie aspecten van belang. Ten eerste dat je er tijdig mee begint, niet dralen, maar aanpakken, schouders eronder en buffelen. Ten tweede dat je een duidelijke scheiding maakt tussen zwart en wit. Zwart moet je onmiddelijk afstraffen. Het maakt niet uit om wie het gaat. Genadeloos moet je zijn. Duidelijkheid scheppen, daar gaat het om. En dat grijze gebied moet je later maar uitzoeken. En ten derde moet je nooit de discussie aangaan, want dat verlies je. Gewoon zeggen: zo zit het en niet anders. En als je het er niet mee eens bent, ga je maar naar mijn baas.' Hij liet een stilte vallen.

Ik snapte er niets van, maar de rest van de boys knikte begrijpend.

'Maar goed jongens, ik heb jullie al te lang opgehouden, waarvoor excuses. Hé, hoe staat het met ons project? Ik wil even zeggen dat ik er ontzettend veel zin in heb. Het wordt echt heel gaaf, dat weet ik zeker. Ik zei net nog tegen mijn baas: van dit project zul je nog horen en hij zag het ook helemaal zitten. Hélemaal.'

'Ja, we waren net een rondje aan het maken', zei de schuchtere voorzitter. 'Iedereen geeft aan wat de stand van zaken is.'

'Nou', zei Eelco, 'laten we dat nou niet doen. We hebben structuur nodig. Mag ik op het whiteboard schrijven? Geef mij eens de viltstift, dan maak ik een lijstje op het whiteboard. Vinden jullie dat goed jongens?'

Wij knikten gelaten.

'Kijk, zonder lijstjes blijven we in rondjes praten. Dan zitten we hier driekwartier en dan weten we nog niet wie wat moet doen. Dat is niet professioneel. Bij mijn vorige werkgever zei ik altijd: de notulist is key voor het project. Wie schrijft, bepaalt. Ja toch jongens?'

Wij humden, hij schreef.

9/02/2004

 
Vast niet goed

Dinsdagochtend ging ik naar een crematie van een bejaarde vrouw, de moeder van een vriend van mij. Ik kende haar niet goed, maar wilde dit moment met haar zoon delen. Hij stond achter het katheder in de wit met grijze jaren 80 zaal en hij hield zijn verhaal. En meteen zag ik mezelf achter katheders staan, op vorige en toekomstige crematies.

Mijn planning was om de middag gewoon te werken, maar toen ik thuiskwam, was ik daarvoor niet in de stemming. Ik pakte mijn boek dat mij in de vakantie had verleid tot het niet-lezen van Proust en het niet-lezen van Joyce een keuze waarvan ik geen moment spijt heb gehad tot nu toe -pas op pagina 450 aangeland- ('the crimson petal and the white' (Michel Faber) en dacht: vandaag neem ik vrij. Natuurlijk zou ik die en die van me moeten laten horen en natuurlijk had dat gisteren al afgemoeten. Maar nu kan het me niet schelen.

Op woensdag las ik op mijn werk een mailtje van een Duitser die iets van mij wilde. 'I trusted you to call me yesterday, but you did not call me', beschuldigde hij mij. 'Lekker belangrijk', dacht ik.

Vandaag, eigenlijk mijn Lena-dag, ben ik toch maar naar mijn werk gegaan nu ik dinsdag aan al vrij had genomen vanwege de crematie. Surrogaat-oma wilde wel inspringen. Ik leverde Lena af bij haar oma en vond het wel gezellig. Ik dronk een kopje thee. En nog één. Wat laat kwam ik op mijn werk maar het kon me niet schelen.

Een wat onwennig en ook onheilspellend gevoel, die onverschilligheid.

9/01/2004

 
Bezoek van Oom Otto

Vele malen had ik oom Otto al uitgenodigd. Soms maakte hij aanstalten de reis te ondernemen, om dan toch weer op het allerlaatste moment af te bellen. Hij was dan te moe, of had diarree, of kon zijn spullen niet bijelkaar zoeken. Toen hij afgelopen week weer begon over een bezoek aan mij, zei ik gelaten dat hij natuurlijk welkom was. Dat was mooi, want hij was al de hele week 'in training.' Dat betekent dat hij elke dag de wekker een half uur eerder zet om op de geplande dag daadwerkelijk om acht uur uit zijn bed te kunnen komen. Zou zaterdag a.s. schikken? Ja, prima, dan kom ik om 10.32 aan op Centraal Station en hij hing op.

Zaterdagochtend ging de telefoon om 08.30 uur. Oom Otto. Ik ging er vanuit dat hij afbelde, maar de boodschap was: 'ik lig op schema'.

Het werd een lange dag met eindeloze verhalen over de geopolitiek, over het verschil tussen Nederlanders en Duitsers, over de oorlog, over de huisarts, nog meer over de oorlog, over het ziekenhuis, over de fysiotherapeut, over kennissen die ik niet kende die dan weer een zoon of dochter hadden waar iets mee was, over de apotheek en de apotheker in het bijzonder, over de tennisclub, over cafe Schuttevaer waar hij twee maal daags komt.
Oom Otto verstaat de kunst om al die onderwerpen in elkaar te laten vervloeien. Dan gaat het van: ' in het ziekenhuis is het armoe troef hoor. Ach man. Niks airconditioning. De ramen tegen elkaar open zetten, zodat je lekker op de tocht ligt. Nee, dat is in Duitsland wel anders. Daar is de gezondheidszorg op een hoog plan he, maarja, dat willen de Nederlanders niet horen. Die kijken naar Engeland. Engeland voor en Engeland na. Maar daar is het een rommeltje. Net als in de oorlog. Toen in 1943 de slag bij ...'
Een moment van onoplettendheid wordt onmiddelijk bestraft. Je weet niet of je nu in de tweede wereldoorlog zit, of dat het ging over een boek dat hij heeft gelezen of dat hij het heeft over zijn Marokkaanse hulp in de huishouding.

We bezochten een tentoonstelling van het Maritiem Museum over Varen in Indie. Vitrines vol herinnering voor oom Otto. Het hoogtepunt was een plattegrond van een passagierschip waarmee hij van Nederland naar Indie was gevaren. 'Ach ja, dan was hier de rookkamer, 1e klas. Och man, dat was sjiek. Wij zaten 2e klas en zelfs dat was niet mis hoor. Zie je hier die foto?' Ik zag een foto van een lounge. Dames in avondkleding, heren die dikke sigaren rookten. Ramen met glas in lood. 'Dan kun je je toch niet voorstellen dat je je op een schip bevindt? Ja, dat was een mooie tijd. En die diners...het hoogtepunt van de dag volgens velen, die zich helemaal rond aten. Ik herinner me het diner op koninginnedag. We kregen...' Minitieus wist hij nog elke gang op te sommen. En zo vertelde en vertelde hij bij elke vitrine.

R. bracht hem 's avonds weer naar huis met de auto. 'Ik ben moe maar dankbaar. Wat een indrukken', zei oom Otto ten afscheid.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?