2/15/2005
Telefoongesprek met tante Gisela
- Hallo hallo. Weet je met wie je spreekt? Herken je me stem? Zeg eens?
- Dag tante Gisela.
(Natuurlijk herkende ik haar stem, mijn tante van in de zeventig.)
- Ja, dat heb je goed geraden. Zeg, gefeliciteerd met kleine Lena. Hoe is het nu met jullie? Gaat ze nog steeds zo veel naar de creche? In onze tijd was dat nog niet zo hoor. Want ze ziet jullie niet zo vaak he? Jij komt pas laat thuis van je werk. Eigenlijk ziet ze je bijna niet he? En hebben jullie het ook altijd zo druk? Iedereen heeft het altijd zo druk. Ja jullie wonen in Rotterdam, ook zo'n busy town. Daar zullen ze ook wel geen praatje maken in de tram, net zo min als in Amsterdam. Dat vind ik geen prettige stad hoor. Ik moest er laatst in mijn eentje naar toe...
- Hoe is het met u, tante Gisela?
- Nou, eerst november, toen december met sinterklaas en kerst, en toen, on top of everything, de tsunami. Daar ben ik echt van slag van geweest. En nog. Wat die mensen toch allemaal moeten doorstaan. Alles in een keer kwijt. Dat is veel erger dan het Jappenkamp hoor. Wij raakten alles beetje bij beetje kwijt, maar deze mensen...och och, alles in een keer weg. En geen lichaam om te rouwen...och man.
(...)
- En wat ik je nog wilde zeggen....je had een kerstkaart gestuurd he, nou, we snappen er geen jota van. Niemand niet. Ada en Machteld hebben er ook naar gekeken, maar die begrepen er ook niets van. Het is wel leuk dat je een kaart stuurt hoor.
- Het was een grapje, tant Gisela.
- Nou, een grapje dat niemand begrijpt dan. Dat moet je nog maar eens uitleggen. Maar niet nu. Zo vaak spreek ik je niet. Vertel maar eens hoe het met je vader is. Is hij nog zo aan het kwakkelen? En ook zo druk he? Altijd maar op stap.
(...)
- En zorg maar goed voor jezelf he? Je mag dankbaar zijn, dat jij en R. en Lena gezond zijn. Nou daag.
- Hallo hallo. Weet je met wie je spreekt? Herken je me stem? Zeg eens?
- Dag tante Gisela.
(Natuurlijk herkende ik haar stem, mijn tante van in de zeventig.)
- Ja, dat heb je goed geraden. Zeg, gefeliciteerd met kleine Lena. Hoe is het nu met jullie? Gaat ze nog steeds zo veel naar de creche? In onze tijd was dat nog niet zo hoor. Want ze ziet jullie niet zo vaak he? Jij komt pas laat thuis van je werk. Eigenlijk ziet ze je bijna niet he? En hebben jullie het ook altijd zo druk? Iedereen heeft het altijd zo druk. Ja jullie wonen in Rotterdam, ook zo'n busy town. Daar zullen ze ook wel geen praatje maken in de tram, net zo min als in Amsterdam. Dat vind ik geen prettige stad hoor. Ik moest er laatst in mijn eentje naar toe...
- Hoe is het met u, tante Gisela?
- Nou, eerst november, toen december met sinterklaas en kerst, en toen, on top of everything, de tsunami. Daar ben ik echt van slag van geweest. En nog. Wat die mensen toch allemaal moeten doorstaan. Alles in een keer kwijt. Dat is veel erger dan het Jappenkamp hoor. Wij raakten alles beetje bij beetje kwijt, maar deze mensen...och och, alles in een keer weg. En geen lichaam om te rouwen...och man.
(...)
- En wat ik je nog wilde zeggen....je had een kerstkaart gestuurd he, nou, we snappen er geen jota van. Niemand niet. Ada en Machteld hebben er ook naar gekeken, maar die begrepen er ook niets van. Het is wel leuk dat je een kaart stuurt hoor.
- Het was een grapje, tant Gisela.
- Nou, een grapje dat niemand begrijpt dan. Dat moet je nog maar eens uitleggen. Maar niet nu. Zo vaak spreek ik je niet. Vertel maar eens hoe het met je vader is. Is hij nog zo aan het kwakkelen? En ook zo druk he? Altijd maar op stap.
(...)
- En zorg maar goed voor jezelf he? Je mag dankbaar zijn, dat jij en R. en Lena gezond zijn. Nou daag.