9/06/2004
Kleine jongetjes
Ik ken hem nog van een jaar of vijftien geleden. Ik was een naief meisje, hij een schlemielig ventje, met een onvolgroeid lijf en een rond gezicht met sproetjes op zijn neus.
Nu is hij directeur van een Echt Bedrijf in de Grotemensenwereld.
Gisteren waren we op bezoek. Terwijl onze kindjes in hun nakie door de tuin renden, werd hij gebeld door 'de radio'. Een live interview. En hij deed dat zomaar, in de achtertuin, met zijn korte broek, rondlopend op zijn gympies, zag ik. Maar wat ik hoorde op de radio was iets heel anders. Een zekere stem, iemand die je niets wijs hoefde te maken.
Zijn hele houding ademt succes uit. Het zit hem niet in zijn pak, zijn Mercedes zoveel, of in zijn stropdassen die hij op de PChoofstraat koopt. Het is veel meer de manier waarop hij achteroverleunt in een stoel, hoe hij ruimte inneemt in een gezelschap, hoe hij een drankje bestelt. Maar vooral: zijn zelfrelativering. Alleen de echte groten kunnen zo bescheiden zijn zonder zichzelf weg te cijferen, zo lachen om zichzelf en hun vak zonder zichzelf belachelijk te maken. Het maakt hen alleen maar sympatieker.
Ik ken hem nog van een jaar of vijftien geleden. Ik was een naief meisje, hij een schlemielig ventje, met een onvolgroeid lijf en een rond gezicht met sproetjes op zijn neus.
Nu is hij directeur van een Echt Bedrijf in de Grotemensenwereld.
Gisteren waren we op bezoek. Terwijl onze kindjes in hun nakie door de tuin renden, werd hij gebeld door 'de radio'. Een live interview. En hij deed dat zomaar, in de achtertuin, met zijn korte broek, rondlopend op zijn gympies, zag ik. Maar wat ik hoorde op de radio was iets heel anders. Een zekere stem, iemand die je niets wijs hoefde te maken.
Zijn hele houding ademt succes uit. Het zit hem niet in zijn pak, zijn Mercedes zoveel, of in zijn stropdassen die hij op de PChoofstraat koopt. Het is veel meer de manier waarop hij achteroverleunt in een stoel, hoe hij ruimte inneemt in een gezelschap, hoe hij een drankje bestelt. Maar vooral: zijn zelfrelativering. Alleen de echte groten kunnen zo bescheiden zijn zonder zichzelf weg te cijferen, zo lachen om zichzelf en hun vak zonder zichzelf belachelijk te maken. Het maakt hen alleen maar sympatieker.