<$BlogRSDUrl$>

9/21/2004

 
Uit

Gretig las ik me naar het einde van The Crimson Petal and the White van Michel Faber. Maar op de laatste bladzijde, ik had het boek nog niet eens uit, betreurde ik dat ik op pagina 850 was beland.

Ik mis mijn dagelijkse bezoek aan 19 eeuws Londen. De doodlopende straatjes die stinken naar kots en pis liep ik liever in dan de geplaveide lanen van Rotterdam Zuid. Ik vond het goed toeven in café the Fire Place, met de dronken mannen en vrouwen van lichte zeden.

Met de hoofdpersonen verbaasde ik me over nieuwe vindingen zoals de telefoon en het watercloset. Ik keek mijn ogen uit in de nieuwe warenhuizen in Oxford Street. Met de vrouwen voelde ik de ongemakken van het Victoriaanse tijdperk, en dan was het prikkende corset in mijn ribben nog het lichtste ongerief. Grotere hinder ondervind je van de dagelijkse zaken als tubercolose (zat er bloed in mijn zakdoek), of de gevolgen van een niet al te zachtzinnig zelfuitgevoerde abortus.

Maar dat is decor. Mijn gemis betreft vooral de hoeren, de zenuwzieken, het kind dat voor niemand bestaat, de wereldverbeteraars, de slappe mannen, de gelovigen en vooral de vrouwen die zich proberen te ontworstelen aan het Victoriaanse corset.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?