6/30/2004
Aandoenlijk
- Theo is een echte Rotterdammer van tegen de vijftig. Hij woont 'op Zuid' en is voormalig taxichauffeur. Die stoere bonk kijkt elke wedstrijd van het Nederlandse elftal thuis, alleen met zijn vrouw. En elke wedstrijd trekt hij een oranje t-shirt aan en doet een oranje pet op.
- Een vriend van mijn woont in de schilderswijk, Den Haag. Hij vertelde me dat er in een straat met bijna alleen maar allochtonen een spanddoek hing met de tekst: 'Doe je best, Holland.'
- Vandaag ging ik met een boemel naar mijn werk. Naast mij op het perron stond een wat dikkige heel gewone man van middelbare leeftijd. Hij droeg een degelijk regenjack, dat meer functioneel dan modieus oogde. En op zijn hoofd, 's ochtends om acht uur, op het verlaten perron, een oranje petje.
- De portier groette mij bij binnenkomst. Hij was in gesprek met een schoonmaakster, die het had over 'mombakkus' toen ik voorbijliep. De schoonmaakster droeg een oranje schort over haar gewone kleding aan, met een leeuwtje en een voetbal.
- Theo is een echte Rotterdammer van tegen de vijftig. Hij woont 'op Zuid' en is voormalig taxichauffeur. Die stoere bonk kijkt elke wedstrijd van het Nederlandse elftal thuis, alleen met zijn vrouw. En elke wedstrijd trekt hij een oranje t-shirt aan en doet een oranje pet op.
- Een vriend van mijn woont in de schilderswijk, Den Haag. Hij vertelde me dat er in een straat met bijna alleen maar allochtonen een spanddoek hing met de tekst: 'Doe je best, Holland.'
- Vandaag ging ik met een boemel naar mijn werk. Naast mij op het perron stond een wat dikkige heel gewone man van middelbare leeftijd. Hij droeg een degelijk regenjack, dat meer functioneel dan modieus oogde. En op zijn hoofd, 's ochtends om acht uur, op het verlaten perron, een oranje petje.
- De portier groette mij bij binnenkomst. Hij was in gesprek met een schoonmaakster, die het had over 'mombakkus' toen ik voorbijliep. De schoonmaakster droeg een oranje schort over haar gewone kleding aan, met een leeuwtje en een voetbal.
6/29/2004
Soep
Terwijl zij zich over de kroketten boog, zei de de mooie filosofe voor mij in de kantine-rij tegen haar collega : 'Dat concert was niks, het is helemaal in de soep gevallen.'
Terwijl zij zich over de kroketten boog, zei de de mooie filosofe voor mij in de kantine-rij tegen haar collega : 'Dat concert was niks, het is helemaal in de soep gevallen.'
6/28/2004
Proust
Per ongeluk belandde ik in de schouwburg. Toneel is mij meestal te traag en te gezocht. Ik kan er niet inkomen als men zogenaamd fluistert, maar ondertussen schreeuwt om ook de achterste rijen te bereiken. Maar nu een vriendin een kaartje overhad, wilde ik wel stand-in zijn. Ik ging meer voor haar dan voor de voorstelling, die bejubelde voorstelling Proust van het Rotheater.
Als ongelovige schoof ik aan. Ik hoopte dat ik de drie uur zou doorkomen. De eerste minuten van de voorstelling werd ik bevestigd in mijn vooroordeel. Ik kon niet alles verstaan en het raakte me niet. Een acteur, liggend op de grond, sprak in het donker zijn tekst uit.
Ik ging wat verzitten, want ik moest wel drie uur zien door te komen in die stoel. En opeens werd ik geraakt. Wat een mooie zin. Wat een prachtige waarneming. De acteur meanderde door, eindeloze zinnen van Marcel Proust, zinnen die pagina's moeten beslaan. Ik dacht dat van het Reve rijk en vilein kon schrijven, maar hij staat in de schaduw van Proust.
En dan. Meer visueel geweld. Video's. Schermen. Wat mooi, hoe die decadentie wordt neergezet. Hoe de onvrijwillige herinnering het thema wordt. Het Rotterdams Jongenskoor zingt. En dan, opeens, huil ik.
Per ongeluk belandde ik in de schouwburg. Toneel is mij meestal te traag en te gezocht. Ik kan er niet inkomen als men zogenaamd fluistert, maar ondertussen schreeuwt om ook de achterste rijen te bereiken. Maar nu een vriendin een kaartje overhad, wilde ik wel stand-in zijn. Ik ging meer voor haar dan voor de voorstelling, die bejubelde voorstelling Proust van het Rotheater.
Als ongelovige schoof ik aan. Ik hoopte dat ik de drie uur zou doorkomen. De eerste minuten van de voorstelling werd ik bevestigd in mijn vooroordeel. Ik kon niet alles verstaan en het raakte me niet. Een acteur, liggend op de grond, sprak in het donker zijn tekst uit.
Ik ging wat verzitten, want ik moest wel drie uur zien door te komen in die stoel. En opeens werd ik geraakt. Wat een mooie zin. Wat een prachtige waarneming. De acteur meanderde door, eindeloze zinnen van Marcel Proust, zinnen die pagina's moeten beslaan. Ik dacht dat van het Reve rijk en vilein kon schrijven, maar hij staat in de schaduw van Proust.
En dan. Meer visueel geweld. Video's. Schermen. Wat mooi, hoe die decadentie wordt neergezet. Hoe de onvrijwillige herinnering het thema wordt. Het Rotterdams Jongenskoor zingt. En dan, opeens, huil ik.
6/27/2004
Stang
Ik mocht bij de opening van de tentoonstelling over Stang zijn. Heel mooi en vervreemdend, die opgeblazen iconen. Koopt allen de catalogus, met teksten van Annerieke Goudappel.
De opening was minder feestelijk dan ik dacht. Als genodigde kreeg je een consumptie bon en een bitterbal. Maar het bladeren in het mooie boek maakte alles goed.
Ik mocht bij de opening van de tentoonstelling over Stang zijn. Heel mooi en vervreemdend, die opgeblazen iconen. Koopt allen de catalogus, met teksten van Annerieke Goudappel.
De opening was minder feestelijk dan ik dacht. Als genodigde kreeg je een consumptie bon en een bitterbal. Maar het bladeren in het mooie boek maakte alles goed.
Voor je weet ben je dood
Mijn collega zei terecht dat royalty-watchers samen met sportjournalisten de meest verachtelijke beroepen zijn. Een vriendcollega vulde aan: 'en taxi-chauffeurs' en niemand sprak hem tegen.
Maar vrijdagavond heb ik een taxichauffeur ontmoet voor wie dit niet gold. Hij was Marrokaan en woonde al 30 jaar in Den Haag, en dat kon je wel horen ook. Haags, met scherpe essen en zetten: 'Nah, en dan ga ik na het werk even een bie'tttje drinkuh met de gassstuh.'
Den Haag was een prima stad voor hem, zijn zus en zijn vrienden woonden in de buurt, dus waarom zou hij verhuizen, maar Rotterdam was natuurlijk veel bruisender. 'Den Haag is een ambtenaren stad, werken-slapen, werken-slapen, werken-slapen. Voor je het weet ben je dood.'
Mijn collega zei terecht dat royalty-watchers samen met sportjournalisten de meest verachtelijke beroepen zijn. Een vriendcollega vulde aan: 'en taxi-chauffeurs' en niemand sprak hem tegen.
Maar vrijdagavond heb ik een taxichauffeur ontmoet voor wie dit niet gold. Hij was Marrokaan en woonde al 30 jaar in Den Haag, en dat kon je wel horen ook. Haags, met scherpe essen en zetten: 'Nah, en dan ga ik na het werk even een bie'tttje drinkuh met de gassstuh.'
Den Haag was een prima stad voor hem, zijn zus en zijn vrienden woonden in de buurt, dus waarom zou hij verhuizen, maar Rotterdam was natuurlijk veel bruisender. 'Den Haag is een ambtenaren stad, werken-slapen, werken-slapen, werken-slapen. Voor je het weet ben je dood.'
6/25/2004
Geblondeerde dart dellen
Meestal ga ik iets anders doen, als er per se voetbal gekeken moet worden in huishouden Louter. Maar soms schuif ik aan, eigenlijk ook omdat mij het leuker lijkt voor R, die nu maar in zijn eentje zit te schelden, grinnikken of juichen. Even wat quality-time voor de t.v., als is het voetbal.
En dan doe ik mijn best. Ik zie de ruiten die zojuist zijn geschetst in een van de vele ellenlange voor- tussen- en nabesprekingen; buitenspel snappen is echt niet moeilijk en het tactische concept met de vleugels is mij bekend.
Ik ben dus behoorlijk goed op de hoogte. Maar voetbalkennis is niet in twee avonden vergaard, werd mij duidelijk toen ik de volgende opmerkingen maakte:
- Wat is ook alweer de bijnaam van Dennis van Nistelrooij? Dennis the menace?
R. kent mijn associaties. 'Nee, jij denkt dat die met dat lange haar Dennis de Nooijer is, die voetballer die jij zo stom vindt met zijn gefohnde haar. Maar het is van Nistelrooij, en die heet Ruud. En Dennis the Menace...'
- Ik gun het Seedorf en Davids gewoon. En Advocaat al helemaal.
- Wie is die man? Dat is de mooiste van van het toernooi. Wat? Bruckner? Als de componist?
- Wat zien die Engelse voetballers er toch uit alsof ze allemaal uit de arbeidersklasse zijn getrokken. En dat Engelse publiek. Die geblondeerde dart-dellen naast die hooligans op leeftijd...ik gun het de Portugezen.
- Hoezo mag je niet bij de keeper in de buurt komen? Maar ik zie helemaal niet dat ze de keeper omver lopen.
- Mijn god, wat zijn die Portugezen toch allemaal mietjes. Van die Ralph Lauren typetjes, die nog thuis wonen.
- Waarom mag je wel een terugspeel bal koppen, maar niet schoppen naar de keeper? Wat zijn dat nu voor rare regeltjes? Dat vind ik nu precies het bezwaar aan voetbal. Allemaal van die gezochte regeltjes, waardoor voetbal te ver van het oerconcept af komt te staan. Daarom vind ik American Footbal of Rugby ook veel aantrekkelijker dan voetbal.
- Waarom mag je bij een verlenging niet een extra wissel doen? Dat zou toch logisch zijn?
R. blijft mij onvermoeibaar alles uitleggen. Ik weet nu van de bastaard van de Magier, van de vergane glorie van Figo, van het Cios verleden van Co Adriaanse. Als ik in dit tempo blijf doorgaan, ben ik volwaardig kijker tegen de tijd dat we de finale halen.
Meestal ga ik iets anders doen, als er per se voetbal gekeken moet worden in huishouden Louter. Maar soms schuif ik aan, eigenlijk ook omdat mij het leuker lijkt voor R, die nu maar in zijn eentje zit te schelden, grinnikken of juichen. Even wat quality-time voor de t.v., als is het voetbal.
En dan doe ik mijn best. Ik zie de ruiten die zojuist zijn geschetst in een van de vele ellenlange voor- tussen- en nabesprekingen; buitenspel snappen is echt niet moeilijk en het tactische concept met de vleugels is mij bekend.
Ik ben dus behoorlijk goed op de hoogte. Maar voetbalkennis is niet in twee avonden vergaard, werd mij duidelijk toen ik de volgende opmerkingen maakte:
- Wat is ook alweer de bijnaam van Dennis van Nistelrooij? Dennis the menace?
R. kent mijn associaties. 'Nee, jij denkt dat die met dat lange haar Dennis de Nooijer is, die voetballer die jij zo stom vindt met zijn gefohnde haar. Maar het is van Nistelrooij, en die heet Ruud. En Dennis the Menace...'
- Ik gun het Seedorf en Davids gewoon. En Advocaat al helemaal.
- Wie is die man? Dat is de mooiste van van het toernooi. Wat? Bruckner? Als de componist?
- Wat zien die Engelse voetballers er toch uit alsof ze allemaal uit de arbeidersklasse zijn getrokken. En dat Engelse publiek. Die geblondeerde dart-dellen naast die hooligans op leeftijd...ik gun het de Portugezen.
- Hoezo mag je niet bij de keeper in de buurt komen? Maar ik zie helemaal niet dat ze de keeper omver lopen.
- Mijn god, wat zijn die Portugezen toch allemaal mietjes. Van die Ralph Lauren typetjes, die nog thuis wonen.
- Waarom mag je wel een terugspeel bal koppen, maar niet schoppen naar de keeper? Wat zijn dat nu voor rare regeltjes? Dat vind ik nu precies het bezwaar aan voetbal. Allemaal van die gezochte regeltjes, waardoor voetbal te ver van het oerconcept af komt te staan. Daarom vind ik American Footbal of Rugby ook veel aantrekkelijker dan voetbal.
- Waarom mag je bij een verlenging niet een extra wissel doen? Dat zou toch logisch zijn?
R. blijft mij onvermoeibaar alles uitleggen. Ik weet nu van de bastaard van de Magier, van de vergane glorie van Figo, van het Cios verleden van Co Adriaanse. Als ik in dit tempo blijf doorgaan, ben ik volwaardig kijker tegen de tijd dat we de finale halen.
6/23/2004
Kreunen
Deze dagen heb ik veel zelfmedelijden. Het leven is niet gemakkelijk, zoiets. Nu komt zo'n gevoel van onbehagen nooit alleen. Adsl wacht altijd zijn moment af en slaat pas toe als ik toch al wat labiel achter mijn computer kruip.
Dus ik had het kunnen weten vanochtend. Ik zette de computer aan en kreeg geen verbinding. Godvurruhdomme, mijn lief zal wel met de instellingen hebben geprutst. Ik bel hem op, maar hij zat in bespreking. 'Kan mij niet schelen. Wat heb je met de computer gedaan?' R. blijft rustig en beweert dat hij niets veranderd heeft. 'Oja, hoe kan het dan dat ik geen verbinding krijg?' spuug ik uit. Hij moet nu ophangen, want hij zit in gesprek. Nog voordat hij is uitgesproken, hang ik op, een zielige en machteloze daad, maar de enige die ik kan verzinnen op dit moment.
Ik kruip onder de tafel en probeer wijs te worden uit de wirwar van draden. Na driekwartier heb ik eindelijk ontdekt van waar naar waar alle draden lopen. Ik duw en trek wat, maar dat doe ik niet echt overtuigd. Godvurruhdomme zeg ik nu luid, en zou kunnen gaan huilen, als ik wilde. Maar er moet gewerkt worden.
Ik bel de helpdesk van mijn werk op. 'U heeft ADSL? O, maar dat ondersteunen wij niet. Dan moet u de organisatie bellen waar u adsl van heeft. Nee, dat nummer hebben we niet. Kijk maar even op internet. O, dat heeft u niet? Ik zal het even zoeken.'
Ik bel de volgende helpdesk. 'Dit gesprek kost 50 eurocent per minuut.' Het duurt een behoorlijke tijd en ze spelen niet eens een muziekje af. Dan komt er een meneer aan de telefoon die heel zwaar ademt en door zijn neus praat. Bij iedere vraag moet ik vragen of hij het nog een keer wil zeggen, omdat ik door zijn gesnuif en gezucht zijn vraag niet kan verstaan.
Is hij astmatisch? Zit zijn neus dicht van de hooikoorts? Of wat is dit voor gehijg? Plotseling zie ik een van de hoofdrolspelers van Happiness (Todd Solondz, 1998) voor me. Ik kan er niets meer aan doen, maar opeens heeft het gesteun een gezicht gekregen. Ik zie een wat dikkige helpdesker, zijn blonde haar glad stijl langs zijn schedel gekamd, een hoornen bril en een mond als een streepje met lippen die vettig glimmen.
De hoofdrolspeler in Happiness kickte erop om wildvreemden te bellen. Onderwijl masturbeerde hij en smeerde zijn handen na gedane zaken af aan zijn behang. Onder andere. Het zou nog veel gekker worden in de film. Toen ik deze film in Londen bekeek, verlieten meerdere mensen boos en ontzet de zaal.
Het gezucht aan de andere kant werd alleen maar obscener, met Happiness in gedachten. De dikke man in vuige zaken aan de andere kant hijgte weer wat. 'Wat zegt u?' We doorliepen internetinstellingen, bekeken eigenschappen en checkte nog wat hier en daar. De computer was al drie maal opnieuw gestart. 'Unggghegreeeheh'. Ah, we gingen het modem controleren. 'Eehhhhgrrrh', kreunde hij als kondigde hij zijn orgasme aan. Maar het was een vraag 'Welke lampjes van het modem branden?' Ik somde alle codes op die mij niets zeiden.
'GDMT' 'Ohhh'
'TxD' 'Ehhhh'
Een zacht gekreun als antwoord na elke code en dan zijn 12 codes er veel. 'Trek de stekker maar uit het modem en start alles maar weer opnieuw op. Ik blijf wel wachten', ademde hij zwaar.
En toen deed ie het weer. Ik was geloof ik nog opgeluchter dat ik deze man kon ophangen dan dat mijn internet weer was hersteld. Pff. En nu aan het werk.
Deze dagen heb ik veel zelfmedelijden. Het leven is niet gemakkelijk, zoiets. Nu komt zo'n gevoel van onbehagen nooit alleen. Adsl wacht altijd zijn moment af en slaat pas toe als ik toch al wat labiel achter mijn computer kruip.
Dus ik had het kunnen weten vanochtend. Ik zette de computer aan en kreeg geen verbinding. Godvurruhdomme, mijn lief zal wel met de instellingen hebben geprutst. Ik bel hem op, maar hij zat in bespreking. 'Kan mij niet schelen. Wat heb je met de computer gedaan?' R. blijft rustig en beweert dat hij niets veranderd heeft. 'Oja, hoe kan het dan dat ik geen verbinding krijg?' spuug ik uit. Hij moet nu ophangen, want hij zit in gesprek. Nog voordat hij is uitgesproken, hang ik op, een zielige en machteloze daad, maar de enige die ik kan verzinnen op dit moment.
Ik kruip onder de tafel en probeer wijs te worden uit de wirwar van draden. Na driekwartier heb ik eindelijk ontdekt van waar naar waar alle draden lopen. Ik duw en trek wat, maar dat doe ik niet echt overtuigd. Godvurruhdomme zeg ik nu luid, en zou kunnen gaan huilen, als ik wilde. Maar er moet gewerkt worden.
Ik bel de helpdesk van mijn werk op. 'U heeft ADSL? O, maar dat ondersteunen wij niet. Dan moet u de organisatie bellen waar u adsl van heeft. Nee, dat nummer hebben we niet. Kijk maar even op internet. O, dat heeft u niet? Ik zal het even zoeken.'
Ik bel de volgende helpdesk. 'Dit gesprek kost 50 eurocent per minuut.' Het duurt een behoorlijke tijd en ze spelen niet eens een muziekje af. Dan komt er een meneer aan de telefoon die heel zwaar ademt en door zijn neus praat. Bij iedere vraag moet ik vragen of hij het nog een keer wil zeggen, omdat ik door zijn gesnuif en gezucht zijn vraag niet kan verstaan.
Is hij astmatisch? Zit zijn neus dicht van de hooikoorts? Of wat is dit voor gehijg? Plotseling zie ik een van de hoofdrolspelers van Happiness (Todd Solondz, 1998) voor me. Ik kan er niets meer aan doen, maar opeens heeft het gesteun een gezicht gekregen. Ik zie een wat dikkige helpdesker, zijn blonde haar glad stijl langs zijn schedel gekamd, een hoornen bril en een mond als een streepje met lippen die vettig glimmen.
De hoofdrolspeler in Happiness kickte erop om wildvreemden te bellen. Onderwijl masturbeerde hij en smeerde zijn handen na gedane zaken af aan zijn behang. Onder andere. Het zou nog veel gekker worden in de film. Toen ik deze film in Londen bekeek, verlieten meerdere mensen boos en ontzet de zaal.
Het gezucht aan de andere kant werd alleen maar obscener, met Happiness in gedachten. De dikke man in vuige zaken aan de andere kant hijgte weer wat. 'Wat zegt u?' We doorliepen internetinstellingen, bekeken eigenschappen en checkte nog wat hier en daar. De computer was al drie maal opnieuw gestart. 'Unggghegreeeheh'. Ah, we gingen het modem controleren. 'Eehhhhgrrrh', kreunde hij als kondigde hij zijn orgasme aan. Maar het was een vraag 'Welke lampjes van het modem branden?' Ik somde alle codes op die mij niets zeiden.
'GDMT' 'Ohhh'
'TxD' 'Ehhhh'
Een zacht gekreun als antwoord na elke code en dan zijn 12 codes er veel. 'Trek de stekker maar uit het modem en start alles maar weer opnieuw op. Ik blijf wel wachten', ademde hij zwaar.
En toen deed ie het weer. Ik was geloof ik nog opgeluchter dat ik deze man kon ophangen dan dat mijn internet weer was hersteld. Pff. En nu aan het werk.
6/21/2004
Dead by powerpoint
56 slides voor een presentatie van een kwartier; bewegende mannetjes met gloeilamp als hoofd; bewegende bullets; het kopje 'Vragen' in 8 talen; ...
Vandaag onderga ik een hedendaagse vorm van steniging. Van 0900 tot vanmiddag 1600 uur presentaties van studenten. Dead by powerpoint. Ik had niet gedacht dat dit mijn lot zou worden.
56 slides voor een presentatie van een kwartier; bewegende mannetjes met gloeilamp als hoofd; bewegende bullets; het kopje 'Vragen' in 8 talen; ...
Vandaag onderga ik een hedendaagse vorm van steniging. Van 0900 tot vanmiddag 1600 uur presentaties van studenten. Dead by powerpoint. Ik had niet gedacht dat dit mijn lot zou worden.
6/17/2004
Laatjes
...en dat dan je baas vraagt: heb je een aspirientje voor me. Dat je dan dat laatje opendoet dat niet voor mannenogen is bestemd. Dat je het niet zo erg vindt dat hij de reservepanty, tandenstokers en tandenborstel ziet, maar de tampons en de deoroller probeer je toch uit zijn gezichtsveld te houden.
En dat dat dan niet lukt.
Laatjes in bureaus vallen in dezelfde categorie als nachtkastjes, ritsjes in handtassen en badkamerkastjes. Daar moeten vreemden zich ver ver vandaan houden.
...en dat dan je baas vraagt: heb je een aspirientje voor me. Dat je dan dat laatje opendoet dat niet voor mannenogen is bestemd. Dat je het niet zo erg vindt dat hij de reservepanty, tandenstokers en tandenborstel ziet, maar de tampons en de deoroller probeer je toch uit zijn gezichtsveld te houden.
En dat dat dan niet lukt.
Laatjes in bureaus vallen in dezelfde categorie als nachtkastjes, ritsjes in handtassen en badkamerkastjes. Daar moeten vreemden zich ver ver vandaan houden.
Weelde
Ik was de enige niet-bejaarde in de rij voor de wc's op het centraal station in Den Haag. De beige regenjassen met skai handtassen van het formaat postzak schuifelden richting opluchting.
Plassen kost tegenwoordig 50 eurocent. De laatste keer dat ik betaald heb geplast, kostte het een kwartje, een gulden-kwartje. Een prijsstijging van 200% in twee jaar tijd. Welke tak doet dat de toiletjuffrouw na?
Met nog 6 wachtenden af van de wc kwam ik ter hoogte van het tafeltje van de toiletjuffrouw te staan. Het leek wel alsof ze aan de keukentafel thuiszat. Ze rookte een sigaretje terwijl ze de ziekte van haar hondje met een collega of vriendin besprak. Afmaken of niet, dat was de vraag. De vriendin had een zuurstok roze jasje aan, getailleerd en met veel plooitjes rondom de schouders. Waar kun je zo'n jasje nou kopen, dacht ik. En dat denkt zij vast ook van mijn ambtenarenbloesje, corrigeerde mijn betere ik mezelf terstond.
Tijdens het wachten werd er gepraat in de rij. De bejaarde twee plaatsen voor me wond zich op over het gerook van de toiletjuffrouw. De sjieke vrouw met leren jasje en een gesoigneerd kapsel sprak luid en duidelijk, tegen niemand in het bijzonder, maar wel zodat iedereen het kon horen. 'Niet roken in openbare ruimtes. Dat is toch duidelijk vastgelegd, democratisch besloten. Maarja, democratie is een weelde die sommigen niet kunnen dragen.'
Aan de toiletjuffrouw was deze steek onder water niet besteed. Zij bleef druk in gesprek met haar blonde vriendin. En stak nog een sigaret op.
Ik was de enige niet-bejaarde in de rij voor de wc's op het centraal station in Den Haag. De beige regenjassen met skai handtassen van het formaat postzak schuifelden richting opluchting.
Plassen kost tegenwoordig 50 eurocent. De laatste keer dat ik betaald heb geplast, kostte het een kwartje, een gulden-kwartje. Een prijsstijging van 200% in twee jaar tijd. Welke tak doet dat de toiletjuffrouw na?
Met nog 6 wachtenden af van de wc kwam ik ter hoogte van het tafeltje van de toiletjuffrouw te staan. Het leek wel alsof ze aan de keukentafel thuiszat. Ze rookte een sigaretje terwijl ze de ziekte van haar hondje met een collega of vriendin besprak. Afmaken of niet, dat was de vraag. De vriendin had een zuurstok roze jasje aan, getailleerd en met veel plooitjes rondom de schouders. Waar kun je zo'n jasje nou kopen, dacht ik. En dat denkt zij vast ook van mijn ambtenarenbloesje, corrigeerde mijn betere ik mezelf terstond.
Tijdens het wachten werd er gepraat in de rij. De bejaarde twee plaatsen voor me wond zich op over het gerook van de toiletjuffrouw. De sjieke vrouw met leren jasje en een gesoigneerd kapsel sprak luid en duidelijk, tegen niemand in het bijzonder, maar wel zodat iedereen het kon horen. 'Niet roken in openbare ruimtes. Dat is toch duidelijk vastgelegd, democratisch besloten. Maarja, democratie is een weelde die sommigen niet kunnen dragen.'
Aan de toiletjuffrouw was deze steek onder water niet besteed. Zij bleef druk in gesprek met haar blonde vriendin. En stak nog een sigaret op.
6/16/2004
Lunchgesprek
Mijn hoop op interessante of onderhoudende lunchgesprekken tijdens het EK heb ik opgegeven. Toch ging ik weer mee met mijn collega's. Toen we ons met de dienbladen hadden geinstalleerd aan de formica tafeltjes in kantine-waar-het-altijd-tocht, opende mijn collega met een niet-voetbal onderwerp. Ah. Er is nog hoop, dacht ik.
Maar het ging over beleggingen. De collega in het roze poloshirt kon de sites noemen met de meest betrouwbare beleggingsadviezen. Een andere collega zei dat je niet moest beleggen, maar in de opties moest: dan kon je alleen maar winnen.
In stilte maakte ik het oude grapje, dat ik iemand kende die een miljoen aan opties had overgehouden. Oh echt? Ja, hij begon met 6 miljoen.
Is dit verhaal over beleggingen en opties de voorbode van een hypotheekgesprek? Van mij mag het volgende keer weer over voetbal gaan. Desnoods.
Mijn hoop op interessante of onderhoudende lunchgesprekken tijdens het EK heb ik opgegeven. Toch ging ik weer mee met mijn collega's. Toen we ons met de dienbladen hadden geinstalleerd aan de formica tafeltjes in kantine-waar-het-altijd-tocht, opende mijn collega met een niet-voetbal onderwerp. Ah. Er is nog hoop, dacht ik.
Maar het ging over beleggingen. De collega in het roze poloshirt kon de sites noemen met de meest betrouwbare beleggingsadviezen. Een andere collega zei dat je niet moest beleggen, maar in de opties moest: dan kon je alleen maar winnen.
In stilte maakte ik het oude grapje, dat ik iemand kende die een miljoen aan opties had overgehouden. Oh echt? Ja, hij begon met 6 miljoen.
Is dit verhaal over beleggingen en opties de voorbode van een hypotheekgesprek? Van mij mag het volgende keer weer over voetbal gaan. Desnoods.
6/15/2004
Weer een eerste keer
Wat is Lena hangerig. Vervelend. De hele tijd wil ze op mijn schoot zitten. En toch ook weer niet. Dan glijdt ze weer van mijn schoot, ze slaat me. Ze gaat huilend liggen op de grond, haar hoofd bonkend op de grond.
Niets is goed. Ze zal wel moe zijn en ik breng haar vroeg naar bed. Bij het verschonen van de luier gilt ze alsof er een kindermishandelaar op haar kamer is binnengslopen die het weerloze kindje gemeen knijpt in de blote buik. Ik leg haar in bedje en zing nog een liedje, maar slapen wil ze ook al niet en dat laat ze weinig subtiel merken. Ik wens haar welterusten maar krijg niet het lieve 'tusssen' terug te horen, laat staan 'daag'met een kushandje. Toch sluit ik de deur van de kinderkamer. Ze krijst en staat zo hard aan haar ledikantje te rukken, dat ik haar bedje over de vloer hoor schuiven. Normaal ga ik naar boven, maar ik ben haar gedrein van een dag zo zat, dat ik haar lang laat huilen. Net zolang tot ze in slaap valt.
Zienouwel, zolang huilde ze niet. Ze was gewoon moe.
Net voor ik naar bed ga, kijk ik nog even naar mijn meisje. Ze ligt op haar buik. Haar armpjes en knietjes onder haar buikje gekruld, haar kontje omhoog. Haar haar is drijfnat. Haar slaapzakje klam.
Ik temperatuur. Ze heeft 41 graden koorts. Een nacht met ijlen en bibberen en heel veel huilen begint.
Natuurlijk is het goedgekomen. Zoals alles tot nu toe goedgekomen is. En toch helpt die wetenschap maar nauwelijks bij een volgende eerste keer, weet ik nu al.
Wat is Lena hangerig. Vervelend. De hele tijd wil ze op mijn schoot zitten. En toch ook weer niet. Dan glijdt ze weer van mijn schoot, ze slaat me. Ze gaat huilend liggen op de grond, haar hoofd bonkend op de grond.
Niets is goed. Ze zal wel moe zijn en ik breng haar vroeg naar bed. Bij het verschonen van de luier gilt ze alsof er een kindermishandelaar op haar kamer is binnengslopen die het weerloze kindje gemeen knijpt in de blote buik. Ik leg haar in bedje en zing nog een liedje, maar slapen wil ze ook al niet en dat laat ze weinig subtiel merken. Ik wens haar welterusten maar krijg niet het lieve 'tusssen' terug te horen, laat staan 'daag'met een kushandje. Toch sluit ik de deur van de kinderkamer. Ze krijst en staat zo hard aan haar ledikantje te rukken, dat ik haar bedje over de vloer hoor schuiven. Normaal ga ik naar boven, maar ik ben haar gedrein van een dag zo zat, dat ik haar lang laat huilen. Net zolang tot ze in slaap valt.
Zienouwel, zolang huilde ze niet. Ze was gewoon moe.
Net voor ik naar bed ga, kijk ik nog even naar mijn meisje. Ze ligt op haar buik. Haar armpjes en knietjes onder haar buikje gekruld, haar kontje omhoog. Haar haar is drijfnat. Haar slaapzakje klam.
Ik temperatuur. Ze heeft 41 graden koorts. Een nacht met ijlen en bibberen en heel veel huilen begint.
Natuurlijk is het goedgekomen. Zoals alles tot nu toe goedgekomen is. En toch helpt die wetenschap maar nauwelijks bij een volgende eerste keer, weet ik nu al.
6/14/2004
Telefoongesprek met oom Otto
- Ja?
- Met Louter. Hoe is het met u, oom Otto?
- Halló. Met mij? Niet zo best. Wacht even...18. Ik moet even opschrijven hoe ver ik met mijn oefeningen ben gekomen.
Ik hoorde gerommel, een hoorn die viel, nog wat gestommel. Minutenlang geen oom Otto aan de telefoon.
- Zo. 18 met de zere poot, en 35 met de ander. Je belt precies tijdens mijn oefeningen, zie je. Nu moet ik dat allemaal administreren anders wordt het een rommeltje. Ja, Nederlanders geven niet om een rommeltje en kijk eens wat er van komt.
...de opmaat van een lang gesprek.
- Ja?
- Met Louter. Hoe is het met u, oom Otto?
- Halló. Met mij? Niet zo best. Wacht even...18. Ik moet even opschrijven hoe ver ik met mijn oefeningen ben gekomen.
Ik hoorde gerommel, een hoorn die viel, nog wat gestommel. Minutenlang geen oom Otto aan de telefoon.
- Zo. 18 met de zere poot, en 35 met de ander. Je belt precies tijdens mijn oefeningen, zie je. Nu moet ik dat allemaal administreren anders wordt het een rommeltje. Ja, Nederlanders geven niet om een rommeltje en kijk eens wat er van komt.
...de opmaat van een lang gesprek.
6/11/2004
No fridges on the corpse
Nadat ik vanavond Lena in bed had gestopt, kwam ik dan eindelijk toe aan het nakijken van het tentamen. Het tentamen dat ik met liefde, inzet, en de nodige actualiteit had bereid. Ik wilde recht doen aan de goede student, en had er ook lastige vragen opgenomen. Kop thee gezet, doos met tentamens links van me. Het potlood scherp geslepen. Laat die 55 tentamens maar doorkomen.
Ik heb redelijk wat ervaring met het nakijken van tentamens. In mijn vorige baan moest ik eens per jaar 400 tentamens doorworstelen. Strategie van organisaties. En dan zie je hoe het studentenbrein werkt. We gebruikten een handboek. Een superamerikaans studentvriendelijk gelayout voor debielen met checkvragen na elk hoofdstuk handboek strategie. Maar wel in het Engels.
Dus als ze dan de strategie van Easyjet moesten beschrijven, kwamen ze niet met 'no frills' (zonder franje), zoals dat in het handboek werd genoemd, maar met 'no fridges', 'no fringes', 'no thrills' en 'no friends.' Waarschijnlijk deed het kopieerapparaat het slecht na het doordraaien van zoveel uittreksels.
Vandaag heb ik weer zo'n ervaring. Het gaat over onderhandelen. Onze professor kan zich zwierig uitdrukken en kennlijk heeft hij met twee uitdrukkingen indruk gemaakt, te weten: 'niet dansen op het lijk' en 'niet onderhandelen aan twee verschillende onderhandelingstafels tegelijk'. Deze uitdrukkingen worden namelijk door de studenten te onpas gebruikt, en op een manier in het Engels verhaspeld die mij van thee naar wijn deed overschakelen. Gevraagd naar de do's en don'ts van onderhandelen, zeggen zij keurig hun rijtje op:
- Do not play for corpse
- Do not dance in two arena's at the same time
- Do not dance with two corpses
- Do not negotiate with a corpse
- Do not play on the corpse
Volgend jaar multiple choice. Ik wil gewoon niet meer weten hoe die leuke, aardige geinteresseerde studenten zich schriftelijk uitdrukken.
Nadat ik vanavond Lena in bed had gestopt, kwam ik dan eindelijk toe aan het nakijken van het tentamen. Het tentamen dat ik met liefde, inzet, en de nodige actualiteit had bereid. Ik wilde recht doen aan de goede student, en had er ook lastige vragen opgenomen. Kop thee gezet, doos met tentamens links van me. Het potlood scherp geslepen. Laat die 55 tentamens maar doorkomen.
Ik heb redelijk wat ervaring met het nakijken van tentamens. In mijn vorige baan moest ik eens per jaar 400 tentamens doorworstelen. Strategie van organisaties. En dan zie je hoe het studentenbrein werkt. We gebruikten een handboek. Een superamerikaans studentvriendelijk gelayout voor debielen met checkvragen na elk hoofdstuk handboek strategie. Maar wel in het Engels.
Dus als ze dan de strategie van Easyjet moesten beschrijven, kwamen ze niet met 'no frills' (zonder franje), zoals dat in het handboek werd genoemd, maar met 'no fridges', 'no fringes', 'no thrills' en 'no friends.' Waarschijnlijk deed het kopieerapparaat het slecht na het doordraaien van zoveel uittreksels.
Vandaag heb ik weer zo'n ervaring. Het gaat over onderhandelen. Onze professor kan zich zwierig uitdrukken en kennlijk heeft hij met twee uitdrukkingen indruk gemaakt, te weten: 'niet dansen op het lijk' en 'niet onderhandelen aan twee verschillende onderhandelingstafels tegelijk'. Deze uitdrukkingen worden namelijk door de studenten te onpas gebruikt, en op een manier in het Engels verhaspeld die mij van thee naar wijn deed overschakelen. Gevraagd naar de do's en don'ts van onderhandelen, zeggen zij keurig hun rijtje op:
- Do not play for corpse
- Do not dance in two arena's at the same time
- Do not dance with two corpses
- Do not negotiate with a corpse
- Do not play on the corpse
Volgend jaar multiple choice. Ik wil gewoon niet meer weten hoe die leuke, aardige geinteresseerde studenten zich schriftelijk uitdrukken.
6/10/2004
Spellcheck
In een powerpoint documentje typte ik mijn voornaam. Bill Gates was zo vriendelijk over mijn schouder mee te lezen. Ik had mijn naam verkeerd gespeld hoor, liet hij me weten door een rood kringeltje onder mijn naam te laten kietelen.
In plaats van Louter, suggereerde hij 'Zilvermijn.'
Wie zei nou dat nerds niet charmant konden zijn?
In een powerpoint documentje typte ik mijn voornaam. Bill Gates was zo vriendelijk over mijn schouder mee te lezen. Ik had mijn naam verkeerd gespeld hoor, liet hij me weten door een rood kringeltje onder mijn naam te laten kietelen.
In plaats van Louter, suggereerde hij 'Zilvermijn.'
Wie zei nou dat nerds niet charmant konden zijn?
6/09/2004
De leesclub
Wilde ik bij de leesclub horen? Niet zomaar een leesclub. Maar eentje nouja, zo eentje waar je bij wilde horen. Dat vroeg een vakgenote van mij. Mijn eerste reactie was: wat moet je nu met mij? Ik ben niet half zo ambitieus laat staan belezen als jij. Daarna dacht ik: tot nu toe zijn al mijn lidmaatschappen van leesclubben mislukt, de laatste tot krabbens toe.
Maarja, ik was ook wel een beetje vereerd en zegde toe te komen. De eerste keer kon ik niet. Het boek was ook wat dik. De tweede keer was ik met vakantie. Bij de derde keer wilde ik afhaken vanwege de keuze van het boek. De discussie per email leverde namelijk een klassieker als een dikke deur op. Morrend ging ik akkoord en dat mailde ik ook. Echt, ik had 'm willen lezen, maar het kwam er niet van. Toch vond ik dat ik nu niet meer af kon zeggen.
Vandaag mailde ik een vriend dat ik de blues had. Niet zomaar blues, maar behoorlijke blues van een dag in je bed blijven liggen zeg maar, omdat het kan, en als het zou kunnen, een week met de gordijnen dicht en de sprei over je hoofd. Hij kent me, en liet me weten dat ik maar een pilsje of twee moest drinken.
Vanavond ging ik naar de leesclub. Ik kwam voor de eerste keer tussen die gerenommeerde vakgenoten van mij en ik had het boek niet eens gelezen. En het kon me ook niet schelen.
Ik arriveerde en bestelde een droge witte wijn. Na het eerste glas kreeg ik er zin in. Aha, dit waren de mensen die er toe deden in mijn vakgebied. Het waren gedegen causeurs. Hun exemplaren van de bestelde klassieker lagen duimendik naast hun bord met briefjes en geeltjes en plakbandjes om de belangrijkste passages te markeren.
Ik blufte me drie keer in de rondte met de bekentenis het niet gelezen te hebben. Normaal kom ik daar goed mee weg, maar zij wilde het precies weten. Oja, was ik een platonist? Maar hoe ging ik dan om met het volgende dilemma... 'Heel goed', zou ik normaal hebben gezegd.
Toen iemand zei dat Amerika zo plat was, greep ik in. Ik had net in de krant gelezen dat alle filosofen die er toe doen niet langer in Cambridge UK zitten, maar in de VS. Dus dat reproduceerde ik. Normaal is dat voldoende. Maar nu ging het van: 'Oja, wie dan?' 'Weet ik veel' had ik willen zeggen en dat zei ik ook, na twee witte wijn.
Na diepgaande bespreking van de klassieker, waar ieder zijn favoriete passage uit het boek voorlas als een ouderling die voorgaat in gebed, werd het nieuwe boek gekozen. De sjieke bijna professor gaf zijn voorkeur en rookte zijn sigaar. De serieuze junior onderzoeker keek wanhopig op naar zijn meerdere: 'Dit kun je niet menen. Hoe kunnen we deze auteur nu geisoleerd lezen? Die heeft zo'n ontoegankelijk discours, daar kunnen we niets van brouwen in drie maanden tijd. Dan moeten we minstens inleidend werk gaan lezen en zoveel tijd wil ik niet investeren.' Deze hartespeech had van de keuze van een boek een morele ervaring gemaakt.
En nu het gekke. Ik kwam vrolijk thuis. Mijn vader had voor het eerst op Lena gepast. Dat was goed gegaan. Hij had er 2,5 uur voor in de file gestaan, om op Lena te kunnen passen.
Ik vond het heerlijk om over ideeen te praten. Over concepten. Over de wereld. Een beetje eten, lekker drinken. Het liefst met vrienden, maar zo was het ook goed. Ik zie uit naar de volgende bijeenkomst van de boekenclub. Al is het weer niet het boek naar mijn keuze geworden. Daar moet ik nog wat handigheid in krijgen.
Wilde ik bij de leesclub horen? Niet zomaar een leesclub. Maar eentje nouja, zo eentje waar je bij wilde horen. Dat vroeg een vakgenote van mij. Mijn eerste reactie was: wat moet je nu met mij? Ik ben niet half zo ambitieus laat staan belezen als jij. Daarna dacht ik: tot nu toe zijn al mijn lidmaatschappen van leesclubben mislukt, de laatste tot krabbens toe.
Maarja, ik was ook wel een beetje vereerd en zegde toe te komen. De eerste keer kon ik niet. Het boek was ook wat dik. De tweede keer was ik met vakantie. Bij de derde keer wilde ik afhaken vanwege de keuze van het boek. De discussie per email leverde namelijk een klassieker als een dikke deur op. Morrend ging ik akkoord en dat mailde ik ook. Echt, ik had 'm willen lezen, maar het kwam er niet van. Toch vond ik dat ik nu niet meer af kon zeggen.
Vandaag mailde ik een vriend dat ik de blues had. Niet zomaar blues, maar behoorlijke blues van een dag in je bed blijven liggen zeg maar, omdat het kan, en als het zou kunnen, een week met de gordijnen dicht en de sprei over je hoofd. Hij kent me, en liet me weten dat ik maar een pilsje of twee moest drinken.
Vanavond ging ik naar de leesclub. Ik kwam voor de eerste keer tussen die gerenommeerde vakgenoten van mij en ik had het boek niet eens gelezen. En het kon me ook niet schelen.
Ik arriveerde en bestelde een droge witte wijn. Na het eerste glas kreeg ik er zin in. Aha, dit waren de mensen die er toe deden in mijn vakgebied. Het waren gedegen causeurs. Hun exemplaren van de bestelde klassieker lagen duimendik naast hun bord met briefjes en geeltjes en plakbandjes om de belangrijkste passages te markeren.
Ik blufte me drie keer in de rondte met de bekentenis het niet gelezen te hebben. Normaal kom ik daar goed mee weg, maar zij wilde het precies weten. Oja, was ik een platonist? Maar hoe ging ik dan om met het volgende dilemma... 'Heel goed', zou ik normaal hebben gezegd.
Toen iemand zei dat Amerika zo plat was, greep ik in. Ik had net in de krant gelezen dat alle filosofen die er toe doen niet langer in Cambridge UK zitten, maar in de VS. Dus dat reproduceerde ik. Normaal is dat voldoende. Maar nu ging het van: 'Oja, wie dan?' 'Weet ik veel' had ik willen zeggen en dat zei ik ook, na twee witte wijn.
Na diepgaande bespreking van de klassieker, waar ieder zijn favoriete passage uit het boek voorlas als een ouderling die voorgaat in gebed, werd het nieuwe boek gekozen. De sjieke bijna professor gaf zijn voorkeur en rookte zijn sigaar. De serieuze junior onderzoeker keek wanhopig op naar zijn meerdere: 'Dit kun je niet menen. Hoe kunnen we deze auteur nu geisoleerd lezen? Die heeft zo'n ontoegankelijk discours, daar kunnen we niets van brouwen in drie maanden tijd. Dan moeten we minstens inleidend werk gaan lezen en zoveel tijd wil ik niet investeren.' Deze hartespeech had van de keuze van een boek een morele ervaring gemaakt.
En nu het gekke. Ik kwam vrolijk thuis. Mijn vader had voor het eerst op Lena gepast. Dat was goed gegaan. Hij had er 2,5 uur voor in de file gestaan, om op Lena te kunnen passen.
Ik vond het heerlijk om over ideeen te praten. Over concepten. Over de wereld. Een beetje eten, lekker drinken. Het liefst met vrienden, maar zo was het ook goed. Ik zie uit naar de volgende bijeenkomst van de boekenclub. Al is het weer niet het boek naar mijn keuze geworden. Daar moet ik nog wat handigheid in krijgen.
6/08/2004
Spek en bonen
Voetbal interesseert me nauwelijks. Ik kijk nooit naar een wedstrijd en zap samenvattingen zo snel weg dat mijn lief niet hoort dat er voetbal op t.v. is, althans, dat hoop ik. Ik praat er nooit met iemand over. Toch weet ik vrij veel van voetbal. Dat Portugal en Frankrijk favoriet zijn, bijvoorbeeld, maar vooral dat Dick momenteel nog minder vertrouwen dan Balkenende geniet. Je komt voetbal overal tegen, ook als je geen voetbal kijkt. Zo wordt nieuws en sport gecombineerd op radio 1, alsof je ook geinteresseerd zou zijn in sport, als je afstemt op nieuws en achtergronden. Maar ook via het geschreven woord sijpelt voetbal mijn leven binnen. Mijn favoriete columnist, die normaal heel zinnige waarnemingen doet, schrijft er bijvoorbeeld over, en hordes webloggers.
Maar hoeveel ik ook van voetbal afweet, de anderen weten altijd nog meer. Komend EK zal ik maar niet gaan lunchen met mijn collega's, want dan voel ik me de Thom de Graaf van het lunchgezelschap.
Eenzaam EK. Is dat geen mooie titel voor de nieuwe van Bauer en Hazes?
Voetbal interesseert me nauwelijks. Ik kijk nooit naar een wedstrijd en zap samenvattingen zo snel weg dat mijn lief niet hoort dat er voetbal op t.v. is, althans, dat hoop ik. Ik praat er nooit met iemand over. Toch weet ik vrij veel van voetbal. Dat Portugal en Frankrijk favoriet zijn, bijvoorbeeld, maar vooral dat Dick momenteel nog minder vertrouwen dan Balkenende geniet. Je komt voetbal overal tegen, ook als je geen voetbal kijkt. Zo wordt nieuws en sport gecombineerd op radio 1, alsof je ook geinteresseerd zou zijn in sport, als je afstemt op nieuws en achtergronden. Maar ook via het geschreven woord sijpelt voetbal mijn leven binnen. Mijn favoriete columnist, die normaal heel zinnige waarnemingen doet, schrijft er bijvoorbeeld over, en hordes webloggers.
Maar hoeveel ik ook van voetbal afweet, de anderen weten altijd nog meer. Komend EK zal ik maar niet gaan lunchen met mijn collega's, want dan voel ik me de Thom de Graaf van het lunchgezelschap.
Eenzaam EK. Is dat geen mooie titel voor de nieuwe van Bauer en Hazes?
6/07/2004
Koerier
Ik heb net, voor het eerst in mijn leven, een koeriersdienst ingeschakeld. Niet voor mezelf, maar voor mijn lief. Uit de lijst van koeries koos ik een studentenbedrijfje 'dat zich in de afgelopen jaren heeft bewezen en nu een gerespecteerde speler is op de koeriersmarkt.'
Toen ik de termijn en de bestemming noemde, slikte de student. 'Is het niet goedkoper om gewoon een nieuwe voedingskabel voor de laptop te kopen?', zei hij nog, 'want het kon wel eens heel duur worden, als het een spoedklus is.' Hij voerde de getalletjes in en kwam met het eindbedrag: 'twee honderd euro mevrouw, dit moet ik echt rekenen.'
Ik vond het leuk om te zeggen dat dit bedrag geen probleem was en dat hij maar snel moest komen. 'Dan kom ik zelf wel mevrouw, als het zo'n haast heeft.'
Hij kwam de straat inscheuren in zijn bestelwagentje. Bezweet en verkreukeld kwam hij uit zijn auto. 'Er zijn niet zoveel files vandaag. Het komt allemaal goed, mevrouw'.
Ik bood hem nog een cola aan en zwaaide hem en mijn pakketje uit.
Ik heb net, voor het eerst in mijn leven, een koeriersdienst ingeschakeld. Niet voor mezelf, maar voor mijn lief. Uit de lijst van koeries koos ik een studentenbedrijfje 'dat zich in de afgelopen jaren heeft bewezen en nu een gerespecteerde speler is op de koeriersmarkt.'
Toen ik de termijn en de bestemming noemde, slikte de student. 'Is het niet goedkoper om gewoon een nieuwe voedingskabel voor de laptop te kopen?', zei hij nog, 'want het kon wel eens heel duur worden, als het een spoedklus is.' Hij voerde de getalletjes in en kwam met het eindbedrag: 'twee honderd euro mevrouw, dit moet ik echt rekenen.'
Ik vond het leuk om te zeggen dat dit bedrag geen probleem was en dat hij maar snel moest komen. 'Dan kom ik zelf wel mevrouw, als het zo'n haast heeft.'
Hij kwam de straat inscheuren in zijn bestelwagentje. Bezweet en verkreukeld kwam hij uit zijn auto. 'Er zijn niet zoveel files vandaag. Het komt allemaal goed, mevrouw'.
Ik bood hem nog een cola aan en zwaaide hem en mijn pakketje uit.
6/04/2004
Een spoortje van spijt
Ja, ik heb mijn auto verkocht. Een tijdje al. Ik blijf mezelf prijzen (milieu enzo), maar soms twijfel ik.
Gisteren bijvoorbeeld. Ik zou met mijn dochtertje naar Voorburg. Dat scheen heel gemakkelijk te bereizen te zijn met de Hofpleinlijn, een boemeltraject met afgedankt materieel en volgens mij ook niet eerste keus personeel.
Eerst kon ik het station niet vinden. Achter gribus en nog meer afbraak liep daar een iel trappetje als bruggetje over het spoor. Na drie maal navragen bleek dat HET station te zijn.
Het is zo'n trap die je in zwembaden ziet om naar 'de hoge' te klimmen. Metaal, gaatjes in de treden en het wiebelt en deint met de stroom mee. Ik keek omhoog. Ik moest Lena (11 kg), haar buggy, haar benodigdheden aan schone luiers, speelgoed, eten, drinken, en mijn eigen tas de brug oversjouwen. Ik zette me schrap en nam de buggy op mijn heup. Op het perron is niets aangegeven. Niet of er treinen komen, wanneer ze vertrekken en welke richting dan wel. Ik voelde me op een verpauperd station in een Londense achterbuurt. Had ik mijn auto nog maar.
De boemel liep binnen. Tegenover mij zat een vrouw met zwarte haren en donkere ogen. Lena zwaaide en lachte naar haar. De vrouw lachte terug. 'hallo', opende Lena het gesprek. De mevrouw deed mee. Lena gierde het uit hoe de mevrouw haar geluiden en bewegingen kopieerde.
De vrouw keek me aan. Ik zag nu pas hoe mooi ze was. Haar sluike zwarte haar los op haar schouders. Maar vooral haar ogen. Zwarte ogen, met haar wenkbrauwen in fijne maar geprononceerde boogjes erboven. Haar leeftijd kon ik niet schatten, waarschijnlijk ouder dan je dacht.
'Het gaat heel goed met Lena', sprak ze me toe. Op één of andere manier hechtte ik belang aan haar oordeel. Hier zat een vrouw die er verstand van heeft. Van het leven, van mensen, maar vooral van kinderen. Dat ik dit dacht, kwam vast ook daar haar accent. Ze sprak Nederlands met een Spaanse tongval. Ze ging verder: 'Het is een heel open kindje. Nieuwsgierig. En heel erg slim.'
Ik lachte wat, op een manier waarvan ik denk dat moeders dit soort theorieen moeten aanvaarden. Lena demonstreerde het gelijk van die mevrouw. Als er een koe stond in de in de weilanden die we passeerden, ging het van 'boe' en ook nog 'bè' en een voorzichtig 'hi', alsof we een giechelend paard in het vizier hadden. Zo ging ze haar hele woordenschat af. Ik nam Lena op schoot en gaf haar een zoen. Als tegengebaar trok ze aan mijn haren. 'Au' riep ze al, zodat ik dat niet hoefde te doen.
'Ze is nieuwsgierig, maar niet onbevangen. Ze is heel gelukkig', sprak de steeds mysterieuzere vrouw tegen mij. Ze legde haar hand op het voorhoofd van Lena, alsof ze haar zegende. Ze deed het vanzelfsprekend, maar wel met enige vertraging. Ze kroelde door Lena's haren. Daarna legde ze haar hand op mijn arm en stapte ze uit. Ze keek nog een keer om en glimlachte. Toen de deuren al weer gesloten waren, zei Lena: 'dag dag, oma.'
Ik had geen spijt meer van de verkoop van mijn auto. Zo'n zegening had ik in de auto nooit ontvangen.
Ja, ik heb mijn auto verkocht. Een tijdje al. Ik blijf mezelf prijzen (milieu enzo), maar soms twijfel ik.
Gisteren bijvoorbeeld. Ik zou met mijn dochtertje naar Voorburg. Dat scheen heel gemakkelijk te bereizen te zijn met de Hofpleinlijn, een boemeltraject met afgedankt materieel en volgens mij ook niet eerste keus personeel.
Eerst kon ik het station niet vinden. Achter gribus en nog meer afbraak liep daar een iel trappetje als bruggetje over het spoor. Na drie maal navragen bleek dat HET station te zijn.
Het is zo'n trap die je in zwembaden ziet om naar 'de hoge' te klimmen. Metaal, gaatjes in de treden en het wiebelt en deint met de stroom mee. Ik keek omhoog. Ik moest Lena (11 kg), haar buggy, haar benodigdheden aan schone luiers, speelgoed, eten, drinken, en mijn eigen tas de brug oversjouwen. Ik zette me schrap en nam de buggy op mijn heup. Op het perron is niets aangegeven. Niet of er treinen komen, wanneer ze vertrekken en welke richting dan wel. Ik voelde me op een verpauperd station in een Londense achterbuurt. Had ik mijn auto nog maar.
De boemel liep binnen. Tegenover mij zat een vrouw met zwarte haren en donkere ogen. Lena zwaaide en lachte naar haar. De vrouw lachte terug. 'hallo', opende Lena het gesprek. De mevrouw deed mee. Lena gierde het uit hoe de mevrouw haar geluiden en bewegingen kopieerde.
De vrouw keek me aan. Ik zag nu pas hoe mooi ze was. Haar sluike zwarte haar los op haar schouders. Maar vooral haar ogen. Zwarte ogen, met haar wenkbrauwen in fijne maar geprononceerde boogjes erboven. Haar leeftijd kon ik niet schatten, waarschijnlijk ouder dan je dacht.
'Het gaat heel goed met Lena', sprak ze me toe. Op één of andere manier hechtte ik belang aan haar oordeel. Hier zat een vrouw die er verstand van heeft. Van het leven, van mensen, maar vooral van kinderen. Dat ik dit dacht, kwam vast ook daar haar accent. Ze sprak Nederlands met een Spaanse tongval. Ze ging verder: 'Het is een heel open kindje. Nieuwsgierig. En heel erg slim.'
Ik lachte wat, op een manier waarvan ik denk dat moeders dit soort theorieen moeten aanvaarden. Lena demonstreerde het gelijk van die mevrouw. Als er een koe stond in de in de weilanden die we passeerden, ging het van 'boe' en ook nog 'bè' en een voorzichtig 'hi', alsof we een giechelend paard in het vizier hadden. Zo ging ze haar hele woordenschat af. Ik nam Lena op schoot en gaf haar een zoen. Als tegengebaar trok ze aan mijn haren. 'Au' riep ze al, zodat ik dat niet hoefde te doen.
'Ze is nieuwsgierig, maar niet onbevangen. Ze is heel gelukkig', sprak de steeds mysterieuzere vrouw tegen mij. Ze legde haar hand op het voorhoofd van Lena, alsof ze haar zegende. Ze deed het vanzelfsprekend, maar wel met enige vertraging. Ze kroelde door Lena's haren. Daarna legde ze haar hand op mijn arm en stapte ze uit. Ze keek nog een keer om en glimlachte. Toen de deuren al weer gesloten waren, zei Lena: 'dag dag, oma.'
Ik had geen spijt meer van de verkoop van mijn auto. Zo'n zegening had ik in de auto nooit ontvangen.
6/02/2004
Vakantiekaart
'Herinnering. Je hebt nog steeds niet je vakantie-uren ingeleverd voor het eerste kwartaal', maande de secretaresse mij per e-mail, zoals wij alles communiceren per email.
Vanochtend ging ik maar eens kijken hoeveel vakantie-uren (ja, wij doen dat in uren) ik had opgenomen dit jaar. Na wat optellen en aftrekken bleek dat ik dit jaar nog 350 vakantie-uren tot mijn beschikking heb. Met mijn vierdaagse werkweek is dat 10 weken!
De rest van de dag heb ik vrij genomen. Ik ga sterke koffie zetten, melk kloppen en de Langverwachte van Abdelkader Benali eindelijk uitlezen. Een beetje dutten en wie weet nog naar de film en als ik vandaag nog goedgeluimd raak, misschien nog een rondje joggen.
10 weken lang koffiedrinken, lezen, dutten, sporten en naar de film, dat lijkt me wel wat.
'Herinnering. Je hebt nog steeds niet je vakantie-uren ingeleverd voor het eerste kwartaal', maande de secretaresse mij per e-mail, zoals wij alles communiceren per email.
Vanochtend ging ik maar eens kijken hoeveel vakantie-uren (ja, wij doen dat in uren) ik had opgenomen dit jaar. Na wat optellen en aftrekken bleek dat ik dit jaar nog 350 vakantie-uren tot mijn beschikking heb. Met mijn vierdaagse werkweek is dat 10 weken!
De rest van de dag heb ik vrij genomen. Ik ga sterke koffie zetten, melk kloppen en de Langverwachte van Abdelkader Benali eindelijk uitlezen. Een beetje dutten en wie weet nog naar de film en als ik vandaag nog goedgeluimd raak, misschien nog een rondje joggen.
10 weken lang koffiedrinken, lezen, dutten, sporten en naar de film, dat lijkt me wel wat.
6/01/2004
Woordjes
Lena is enthousiast als ze een object tegenkomt waarvan ze de naam kent. Ze blijft de woorden herhalen. De laatste in de reeks wordt minstens zo enhousiast uitgesproken als de eerste. 'Fovel, Fovel, Fooovelll!' roept ze als de meeuwen boven ons huis cirkelen. 'Tsss, tsss' als ze weer langs mijn fiets loopt en even een trapperinspectie uitoefent. Bij elke lamp, thuis, op straat aan de gevel, een achterlicht op de fiets of een lantaarn in de tuin roept ze : 'Ampp, Ampp, Ámp!' Ik vind dat geweldig knap, dat ze al die verschillende verschijningsvormen van deze categorie kan herkennen.
Het werkt aanstekelijk. En ook wat infantiliserend. Vanochtend wandelde ik van het station naar mijn werk. Ik stond te wachten bij het stoplicht. Een lint auto's kwam in beweging. 'Auto. Auto! Autó!!' hoorde ik het in me roepen. En toen op eens: 'bsss, Bssss!' toen de ketting van auto's even werd onderbroken door een rood bestelbusje.
Lena is enthousiast als ze een object tegenkomt waarvan ze de naam kent. Ze blijft de woorden herhalen. De laatste in de reeks wordt minstens zo enhousiast uitgesproken als de eerste. 'Fovel, Fovel, Fooovelll!' roept ze als de meeuwen boven ons huis cirkelen. 'Tsss, tsss' als ze weer langs mijn fiets loopt en even een trapperinspectie uitoefent. Bij elke lamp, thuis, op straat aan de gevel, een achterlicht op de fiets of een lantaarn in de tuin roept ze : 'Ampp, Ampp, Ámp!' Ik vind dat geweldig knap, dat ze al die verschillende verschijningsvormen van deze categorie kan herkennen.
Het werkt aanstekelijk. En ook wat infantiliserend. Vanochtend wandelde ik van het station naar mijn werk. Ik stond te wachten bij het stoplicht. Een lint auto's kwam in beweging. 'Auto. Auto! Autó!!' hoorde ik het in me roepen. En toen op eens: 'bsss, Bssss!' toen de ketting van auto's even werd onderbroken door een rood bestelbusje.