<$BlogRSDUrl$>

10/31/2006

 
Geluk

'Kun jij uit de voeten met geluk?', vroeg hij.
Ik wist geen antwoord en pareerde de vraag. Von hij dan dat hij talent voor geluk had? Hij hoefde niet lang na te denken.
'Zeker! Mijn leven is een grote landslide. Ik krijg alles wat ik wil. Het valt zo in mijn schoot.'
Ik keek hem onderzoekend aan om zeker te weten of hij me niet in de maling nam.
'Ongelofelijk he' zei hij. 'Maar het is echt zo. Ik ben heel gelukkig en ik krijg alles wat ik wil.'

10/30/2006

 
Bezoek van Freud (2)

Alleen het karkas van het hoge huis stond er nog. De bouwvakkers hadden een stellage om het huis gemaakt om hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Er was een man met een helm bezig om gaten in het dak te slaan.

We dineerden op bovenste verdieping, de vijfde etage. Onder onze tafel was nog een stukje vloer bewaard gebleven, maar de rest van de vloeren en wanden was al uit het grote oude huis gesloopt.

De tafel was prachtig gedekt met linnen, zilver en kristal. Het lukte me tijdens de gesprekken vrij goed om niet in de gapende diepte te staren, maar soms werd ik duizelig als ik door de stellage vijf verdiepingen naar beneden kon kijken.

Mijn disgenoot schonk mijn glas bij en ik voelde hoe ik mijn evenwicht verloor. Ik schoot van mijn stoel en kon me nog net aan de tafelrand vasthouden. Bijna was ik vijf verdiepingen naar beneden gevallen.

De stress zat nog in mijn lijf toen ik wakkerwerd en ik ontspande heel even toen mijn dochtertje 'Rieleks' tegen me zei, maar dat was al weer in de middag.

10/25/2006

 
Bezoek van Freud

We waren in een vakantiehuisje. Een Zwitsers vakantiehuisje, aan het overdadig gebruik van blank hout te zien. Ik kroop in bed en zag in mijn ooghoek een slak. Ik durfde mijn voeten niet goed onder de dekens te steken, bang als ik was voor nog meer slakken. Toen ik om me heen keek, zag ik slakken op de muren, op de grond, tegen de stoel en aan de ijskast gekleefd. Alsof het alleen maar erger zou worden als ik onder de dekens zou kijken, bleef ik zo stil liggen als ik maar kon.

Ik lag in bed met mijn ogen open en draaide alleen mijn ogen. Daar, in de hoek van de kamer, tegen het plafond, zat zwart en glimmend, groter dan mijn hand, een soort reuze tor. Dat is een schorpioen! zei ik tegen R. Op dat moment zag ik een helgele slang over de vloer kruipen.

Op mijn tenen liep ik voorzichtig, om mogelijke slangen en slakken heen, naar de thermostaat. Ongedierte houdt niet van een droge warme lucht, dacht ik. Ik zette de thermostaat hoog en sloeg de deken van het bed terug.

Overal in het bed waren lange slijmsporen getrokken door talloze slakken. Ze hielden nu een race om het bed uit te komen want slakken houden inderdaad niet van droge warme lucht. De schorpioen bleef zitten waar hij zat.

Mijn vriendin F. kwam op bezoek en verbaasde zich over zoveel slakken.
'En slangen, kijk maar' terwijl ik op een gifgroene slang wees die onder de tafel kroop.

10/23/2006

 
Toch niet stil.
Een provincie-achtige


Een collega en ik meldden ons bij een provincie. We deden onderzoek naar Belangwekkende Zaken en deze meneer, beleidsmedewerker bij een provincie, wist er alles van.
We hadden eigenlijk een afspraak met slechts een beleidsambtenaar, maar hij had voor de zekerheid ook nog twee collega's meegenomen. 'Drie weten er meer dan een' had hij aan de telefoon gezegd.

'Hoeveel mensen werken er op jullie afdeling van Belangwekkende Zaken?' vroeg ik.
'Zo'n 65' wist de jongere provincieambtenaar.
'68 om precies te zijn' zei de meneer die leek op al zijn collega's. Ik kon niet precies aangeven waarin de gelijkenis zat, maar je zag meteen dat het een lid van de provincie-familie was. Een provincie-achtige. Waren het de sokken in de sandalen, de te lange haren in de nek of de grauwe kleur van zijn kleding? Nee. Want sommige provincie-achtigen dragen juist felgekleurde jasjes, de jongere gespreksgenoot bijvoorbeeld.

'Dat is aanzienlijk' kon ik nog net uitbrengen zonder me in mijn thee te verslikken.
'Ja, eigenlijk is 68 best wel veel. Zo door het jaar heen hebben we niet altijd allemaal constant wat te doen, maar er zijn wel pieken dat we het allemaal wel druk hebben.'

'En wat doen jullie binnen de afdeling Belangwekkende Zaken?'
'Ik schrijf een boek over de Wet Belangwekkende Zaken 1920' zei de oudere ambtenaar.
'U schrijft een boek.'
'Jazeker. Die wet uit 1920 was een belangrijke wet. Die wet heeft bijvoorbeeld geleid, en dat weet bijna niemand, tot de wet Belangwekkende Zaakjes uit 1935.'
'Dat wist ik ook niet' moest ik bekennen.

 
Even stil

Wegens druk & weg tot 30 okt geen blog. Daarna wellicht verhalen over conferenties, congressen, spreekbeurten en recensies van restaurants.

10/19/2006

 
Achilleshiel

I.
- Mamma, ga jij vanavond weg? vraagt Lena zomaar uit het niets.
- Nee hoor, ik blijf gewoon thuis.
- Waarom ga jij dan vanavond niet weg? Je gaat toch altijd weg 's avonds?

II.
Na een dagje werken ben ik net thuis thuis en loop even naar de gang om de schoenen van de kinderen op te ruimen. Felix denkt dat ik alweer vertrek en begint zijn zwaai-ritueel. Speen uit de mond om een kus te geven, en wapperen met zijn rechterhandje. Daaag, Daaag.
- Mamma gaat niet weg Felix.
- Daag Daag.

III.
- Welke pyjama bedoel je dan? vraag ik aan Lena.
- Die met die bloemetjes, zegt ze meteen.
- Bloemetjes? Je hebt een pyjama met Brum, met Bert en Ernie, die met die glitterletters...maar je hebt toch geen bloemetjespyjama?
- Jij weet dat soort dingen niet mamma. Jij bent er nooit.
- Hoezo? Ik leg je toch meestal op bed?
- Nee hoor, dat doet pappa. Pappa weet wel wat mijn bloemetjes pyjama is.
R. knikte zonder dat Lena het zag. Hij wist inderdaad wat zij bedoelde.

IV.
Felix brult en snikt en is over zijn toeren. Ik ga naar hem toe om hem te troosten. Het helpt niets, het werkt misschien wel averechts. Hij overstrekt zijn lijfje, smijt zijn speen nijdig in een hoek en schreeuwt de longen uit zijn lijf. Na tien minuten steekt R. zijn hoofd om de hoek van de slaapkamer. Over mijn schouder strekt Felix zijn armpjes uit naar R.
Ik overhandig Felix aan R.
Ik hoor een diepe zucht van Felix. Zijn armpjes worden slap. Hij vleit zijn hoofdje in de holte van de hals van R. Nog een diepe, tevreden zucht.

En dat ik dan andere dingen kan of doe, dat telt even helemaal niet voor mij.

10/18/2006

 
Telefoongesprek met oom Otto

- Heeft u nog nagedacht over onze uitnodiging, oom Otto?
- Jazeker.
- En heeft u gelegenheid om bij ons op bezoek te komen?
- Ik heb nu wel andere prioriteiten. Kon je dat niet afleiden uit dit hele gesprek? Dan heb je veel zitten doen, maar dan heb je niet naar mij geluisterd. Ik zei toch dat ik nog naar de pedicure moet voor dat eksteroog onder die ontsteking, ik heb zowel vrijdag als zaterdag een bijeenkomst, zaterdat in Noord waar die jongen voorzitter is, je weet wel, de zoon van die kennis uit Indie, die overleden is, hij lag voor dood in de gang, ja, dat kan zomaar gebeuren hoor, en ik moet nog die brief schrijven.

10/17/2006

 
Vet

Ik had mijn goede vriend Arie al een half jaar niet gezien. We dronken bier, zoals wij altijd bier drinken als we elkaar zien. Ik stond op een volgend biertje te halen toen hij tegen mij zei:
'Je bent iets ronder geworden, is het niet?'

Arie had gelijk. Ik was veel 'ronder' geworden. Als een tonnetje zo rond, eigenlijk.
Maar sinds mijn 18e heb ik geen weegschaal en ik wist niet precies wat de schade was. Die spijkerbroek kon ik weliswaar niet meer aan, maar met die nieuw aangeschafte kleren kon het allemaal nog prima.

Arie vond me zachter, zo rond.
Ik vond mezelf vooral dikker, zo rond.

Het was sluipenderwijs gegaan. Als ik in zwembaden kom, zit ik tussen de moddervette moeders. Dan valt het bij mij allemaal nog wel mee, denk ik dan. Het is een kwestie van je 'peers' kiezen. Ik zit tussen de dikke moeders. Een comfortabelere vergelijking dan met 18-jarige strakke meisjes.

'Peers' of niet, Arie's woorden bleken de druppel. Een dag later kocht ik een weegschaal met vetmeter. Die meter zendt stroompjes door je blote voeten in je lichaam en kan dan meten of dat stroompje op vet of spieren botst. Er verschijnt een percentage, bijvoorbeeld 25% vet.

Bij thuiskomst stelde ik mijn profiel in (leeftijd, lengte, sexe) en ging op de weegschaal staan.
R. mocht niet meekijken. Weg jij.

Ik schrok. Dit gewicht kwam gevaarlijk dichtbij mijn historisch gewicht bereikt op het hoogtepunt van mijn studententijd, een jaar bestuurstijd, toen mijn menu uitsluitend uit bier en frites bestond.

Ik besloot te minderen. Niet rigoureus, maar een beetje. 's Avonds kruidenthee in plaats van wijn, dat soort ingrepen in mijn menu. En drie maal per week hardlopen.

Na drie weken heb ik een aanzienlijk resultaat bereikt: ik pas mijn spijkerbroek weer. Alleen dat vetpercentage was nog niet wat het zijn moest.

R: 'dan moet je vlak voordat je op de weegschaal gaat staan een glas water nemen, daar gaat je vetpercentage van omlaag.'
Meer water in je lijf, dus in verhouding minder vet, dat is logisch.
Vanochtend, na een glas water, was ook mijn vetpercentage binnen de redelijke grenzen.
Laat die bitterballen maar komen.

10/16/2006

 
Vergadering

Voorbespreking met vriendcollega.
- De fuckers hebben weer niets geleverd.
- Het is afgelopen uit.
- Het wordt go- no go, zei hij.
- Niks ervan. We zijn allang voorbij dat punt. Ik stop er mee. Ze zoeken het maar uit, vond ik.
- Zullen we de vergadering wel door laten gaan?
- Ja, alleen om te zeggen dat we ermee kappen.
- Goed.

De vergadering.
- Ik heb hier mijn tekst, zei de sjieke professor voordat wij iets konden zeggen. Hij overhandigde zijn stuk alsof het massief goud was. Ik scande de titel en inleiding.
- Aha. Maar dit is onderwerp 1. En ons boek gaat over Z.
- Het gaat niet precies over ons onderwerp, maar het is machtig interessant.

Mijn vriend collega en ik keken streng de kring rond.
- Ik heb mensen aan het werk gezet om wat te maken, zei een andere professor. Het is bijna klaar.
- Wanneer? vroegen wij.
- Kwestie van dagen, misschien een weekje, maarja, je hebt natuurlijk nog de herfstvakantie en een auteur woont in Geneve...
- Ik ben halverwege, zei een derde professor. Volgende week zend ik jullie versie 1.4.

Vriendcollega en ik keken elkaar aan.
Nog maar een ultimatum gesteld dan, zij het wat aarzelend.

- Laatste kans jongens, anders stappen we eruit, dreigden we nog.
- Zoiets dacht ik al, zei de sjieke professor. Jullie hebben mijn stuk aan het eind van de week.
- Dat is morgen, hielp ik hem herinneren.
- Nee, dat red ik niet. Jullie krijgen mijn stuk maandag, 09.00 uur, stipt.
- Zeker?
- Sure.

- We zullen zien, zeiden mijn vriendcollega en ik tegen elkaar, tegen beter weten in.

10/12/2006

 
Telefoongesprek met mijn vader

- Hoe is het pap?
- Ik schrijf een boek.
- Aha.
- Iets met een zoon die naar Afghanistan moet, een plek waar prince Harry niet naar toe mag omdat het te gevaarlijk is, maar waar mijn zoon kennelijk naar toe moet, iets dat ik dan moet oppassen op de kleinkinderen --want iedereen die ik ken moet oppassen op de kleinkinderen, en iets over drugs, heroine geloof ik, die men in het vuur gooit.
- Aha.
- Dan heb ik dus alles. Royalty. Drama: zoon naar het front. En drugs.
- Kan niet meer stuk pap.
- Ik zeg maar wat. Iedereen schrijft een boek tegenwoordig. Hoe is het met jou?

10/11/2006

 
Blozen

Ik interviewde iemand die ik een jaar geleden al wilde interviewen, maar die ik niet had durven te benaderen. Zo'n internationale grootheid, die kon ik niet lastigvallen.

Door toeval en weersomstandigheden interviewde ik hem dan toch.
Na afloop zei hij: 'dank voor dit plezierige en bijzonder geleerde gesprek. Het is zeldzaam om vakkundig ondervraagd te worden.'
'Eerst maar zien wat ik ervan terechtbreng' schamperde ik.
'Dat komt goed, dat weet ik zeker' zei halfgod-hij.

10/10/2006

 
Dood

'Waaraan zul jij ooit doodgaan, denk je?' vroeg ik R. onder het tanden poetsen.
'Niets spectaculairs in ieder geval.'

10/09/2006

 
In de trein

De jongen en een meisje, beide een jaar of zeventien, zaten tegenover me in de trein. Ze hadden een puntzak met felgekleurd snoep waarvan ik, toch op enige afstand, kon ruiken hoe zoet het moest zijn.

- Best irritant, zei de jongen. Hij knikte in de richting van een bankje waar nogal luide muziek vandaan kwam.
- Ik vind het wel een mooi nummer, zei het blonde meisje.
- Mwah.

Zij pakte nog een snoepje en hij pielde wat met zijn iPod.
- Weetje, ik zou wel naar Berlijn willen, mijmerde het meisje.
- Waarom nou naar Berlijn? Wat weet je nou van Berlijn?
- Ik wil wel naar een grote stad. Ik ben nog nooit in een grote stad geweest, zei het meisje zonder aarzeling.
- Je bent toch in Antwerpen geweest?
- En in Alanya..vulde het meisje aan.
- En Keulen, zei de jongen na een korte stilte.
- Ja maar Keulen is toch geen echte hoofdstad. Berlijn is nog groter. Zullen we naar Berlijn?
- Mwah, zei de jongen pielend met zijn iPod.
- Of Moskou. Moskou is ook een grote stad.

Het meisje nieste drie maal en mijn krant bood enigszins beschutting tegen de snotregen.
- Zo. Morgen mooi weer, zei ze terwijl ze uitstapte.

10/08/2006

 
Weer een sleutelverhaal

Er was een weekend met bezoek aan mijn vader, een film (Ober) waarvan we het einde niet meemaakten door een sms-je van de oppas, met Remco Camperts gedichten, met jazz, met een boekje met de Huizingalezing uit 2003, met een superopgeruimde nette speeltuin met 3 Melkertbaanmeneren.

En ook nog even met Lena naar de bieb. In een volle Rotterdamse winkelstraat stapte zij met grote zevenmijlspassen door de straat en sprak weloverwogen de geniale tekst uit (vrij naar gebroeders Grimm) :
'Ik ruik mensenvlees!', daarbij illustrief snuivend en grommend.

Tussendoor gingen Lena en ik nog naar een familezuipborrel. Ik had de auto in een parkeergarage geparkeerd, Lena uit haar stoeltje gehaald, jassen, tassen, koekjes verzameld. En toen was ik mijn autosleutel opeens kwijt.
- Shit
- Je mag geen shit zeggen, mamma.
- Ik ben de autosleutel kwijt.
- Stomme autosleutel, je mag niet kwijtraken.

Ik zocht tussen de bekleding. Onder de auto. Onder de matjes. Tussen de koekjes. Geen sleutel.
Verdomme. Handtas binnenstebuiten. Lena's poppenbuggy op de kop. Mijn zakken nogmaals nagelopen. Ligt-ie op de hoedenplank. Of op het autostoeltje van Lena? Hij ligt nergens. Ik kijk een vakje na van mijn tas.
- Daar zit-ie niet mamma, daar zit altijd alleen je telefoon.

Ik bel R. of hij de sleutel kan komen brengen met de trein. Ik kan niets anders verzinnen.
- Maar hoe kan dat nu. Ligt-ie niet op de grond ofzo?
- Hij ligt niet op de grohond. Daar heb ik al gekeken. Ik heb overal gekeken. Geloof me nu. Dat ding is onvindbaar.

R. gaat Felix reisklaar maken, op de trein stappen en ondertussen ga ik door met zoeken.
- Lena. Waar kan die autosleutel nu zijn?
- Op het dak ofzo.
Dit is haar standaard antwoord, als we vragen waar pappa, een reus of sinterklaas toch is.

Ik kijk op het autodak en daar ligt de sleutel.

Ik bel R. om te zeggen dat hij niet in de trein hoeft te stappen.
Hij was al onderweg, maar maakt er dan maar een wandeling van.

Een minuut later belt hij terug om te zeggen dat het trouwens maar goed was dat de sleutel niet meer nodig was.
In zijn haast om de trein te halen had hij weliswaar in recordtijd water en luiers en speen en eten en slabber en paracetamol en extra rompertje enzovoort voor Felix meegenomen.
Maar de reserve autosteutel was hij vergeten.

10/05/2006

 
Brintablog

Mijn zoon (1,5) kan heel goed klimmen, timmeren, slaan, rennen, voetballen, zelf eten, slopen, en gooien. Bovendien heeft hij de mooiste haren van Rotterdam (blondkoperen krullen) boven de guitigste ogen die je ooit hebt gezien.

Maar praten kan hij niet.

Kon hij niet. Hij zei alleen maar: 'die die', wijzend met zijn mollige wijsvingertje naar objecten van zijn verlangen. Wij moesten dan snel zorgen dat het gewenste object (een speen, een boterham, een beker) in zijn bezit kwam, want anders werd hij zo boos dat hij met zijn voorhoofd op de tafel ging bonken tot bultens toe of ons openkrabde of beet. Want dat was ik nog vergeten: bijten kan hij ook goed.

Sinds gisteren zegt hij opeens 'auto'. En 'bloem'.

De eerste woorden van mijn zoon zijn dus 'auto' en 'bloem'. Wat zegt dat over zijn opvoeding?

10/04/2006

 
Verslag van een huwelijk (3)

Ik had een verhaal over een kibbelend echtpaar.
Het verhaal was zoiets dat R. een getrapte schuld had (1e fietssleutel kwijtgemaakt, 2e fietssleutel kwijtgemaakt) maar dat ik ook op essentiele punten administratief en organisatorisch tekort schoot (zo had ik de fietspolis wel netjes ondertekend, maar nooit opgestuurd en was mijn fiets dus in het geheel niet verzekerd geweest). En nog meer gedoe waarover R. en ik aanhoudend en voortdurend kibbelden, wat bij het schrijven weinig clou-waardig bleek. Of het einde misschien:

Uiteindelijk ging R. de volgende dag met minizaagje naar de binnenstad om mijn fiets los te zagen. Ik ging maar vast eten met de kinderen omdat ik verwachtte dat hij minstens 2 uur aan het zagen zou zijn. Een betonschaar zouden we nodig hebben, op zijn minst.
Het bleek binnen 10 min. voor elkaar te zijn.

Een zwerver keek over R's schouder mee.
'Zo. Dat ging gemakkelijk. Kan ik even zien welk merk dat slot is?' vroeg de zwerver.

10/02/2006

 
Over een huwelijk (2)

Na afloop van een mooie avond liepen we naar onze fietsen. Buiten, bij de fietsen, hield ik mijn hand op, bedelend om mijn fietssleuteltje. Ik had mijn sleuteltje ter bewaring aan R. gegeven want ik had die avond een heupbroek aan die weliswaar steekzakken had, maar die zakken waar niet bedoeld om dingen in te steken. Dat was mij eerder gebleken toen mijn tampons tijdens een vergadering over de grond naar de overzijde rolden.

R. keek me vragend aan.
- Je hebt mijn sleuteltje, zei ik.
- Nee hoor, die heb ik niet.
- Die heb je wel. Die gaf ik je daar, toen we onder dat bord doorliepen, wist ik zeker.
- Dan hoef je mij niet aan te kijken. Ik heb die sleutel nooit gehad, zei R. Kijk nou even in je eigen zakken.

Ik zuchtte en rolde met mijn ogen en maakte een tsss-klank. Er waren kennissen bij dus ik hield me in, maar dit was weer zo typisch R. Dingen vergeten, dingen kwijtmaken.
De kennissen gingen zich er ook mee bemoeien.
-Kijk nou maar even je zakken na, Louter, want zometeen kom je thuis en dan vallen er drie sleutels uit je jas.
- Ik heb die sleutel aan R. gegeven. Dat weet ik zeker.

Wegens dwingende blikken rommelde ik pro forma in mijn zakken. Geen sleutel.
Het was vervelend, want de reservesleutel van dit slot had R. enige weken geleden al zoekgemaakt. Nu stond dus een fiets van 700 euro met kinderzitje -buggyhouder- schermpje en weet ik niet wat in het centrum van Rotterdam met een stevig slot geklonken aan een lantaarnpaal, zonder sleutel.

Gelukkig was mijn fiets verzekerd.
(Overmorgen meer. Maar er is geen clou, ik waarschuw vast)

10/01/2006

 
Over een huwelijk

Voor de recensie van het literaire festival Geen Daden Maar Woorden kan ik verwijzen naar mijn blogje van vorig jaar. Er was weinig veranderd: te weinig bezoekers, geen festivalsfeer. Maar wel een geweldige avond met heel veel onverwachte kwaliteit.

Onverwacht, omdat je een zaal binnenloopt om daar schrijver X te zien omdat die naam vaag resoneerde, waarmee, waarmee ook alweer, maar dat is een domme strategie op een festival want na twee sessies in vier parallele zalen is het programma zo uitgelopen of gewijzigd, dat in plaats van schrijver X een band optreedt, bijvoorbeeld An Pierle & White Velvet.

Ik houd niet van bandjes, en al helemaal niet van die correct alternatieve vegetarische bandjes waar dan ook nog eens veel gitaren inzitten. Ik ga nooit naar popconcerten en ik luister niet naar rock of pop of grunge of disco. Ik heb na Bach en Rod Stewart de ontwikkelingen in de muziek niet meer gevolgd.
Dit maakt mij eenzaam op weblogfeestjes waar iedereen
a) een digitale camera bij zich heeft en daar voortdurend en doorlopend artistieke foto's mee weet te maken
b) meedoet aan popquizzen en alle intro-tunes, artiesten en covers uit hun hoofd kent
c) de nu populaire alternatieve bandjes nog kent uit de tijd toen ze nog niet algemeen bekend waren. Nee, echt, zij hadden die band nog gezien in Oost Groningen, in een klein zaaltje.

Ik dwaal af, ik dij uit. Ik wilde het hebben over mijn huwelijk, maar dat komt pas later op de avond. Structuur Louter, beperk je. Ik heb nog niet eens verteld over de eerste verrassing van de avond. Dat was de onverwachte ontmoeting met 2 meter vandenb.com. Ik moet naar het einde van de avond, want daar gebeurde alles wat ik wil bloggen, maar we zijn nu nog bij An Pierle. Wat een vrouw. Wat een stem. Ik hoorde, en mijn vergelijking is vast te wijten aan mijn beperkte kennis van de hedendaagse muziek, ik hoorde een echo van de rock van Nena, de warmte en breekbare intimiteit van Tori Amos, en van de gedrevenheid van Kate Bush. Al deze vrouwen, maar dan duizend maal sexier, nee ronduit geil, zwoel opzwepend.
Wat een ronde, volle mooie stem en wat een geweldige performance.

R. verraste me na afloop met een gesigneerde cd.
(morgen verder)

This page is powered by Blogger. Isn't yours?