11/27/2003
Longontsteking
Dinsdagavond: Lena is vrolijk. Ze eet haar bordje helemaal op. En doe ook maar een toetje. Dinsdagavond 2200 uur: Lena heeft 40 graden koorts. Woensdagochtend is ze nog loeiend heet. Nog steeds 40 graden. Woensdagnacht kermt ze, huilt en jammert ze de hele nacht, met tussenpozen van een half uurtje. Vandaag blijkt dat ze longontsteking heeft.
Zonder antibiotica was Lena al minstens 4x doodgeweest. Nu kijkt ze me met rode appelwangeltjes en dikke oogjes van de koorts ondeugend aan. Ik ben de uitvinders van de antibiotica dank vershuldigd.
Dinsdagavond: Lena is vrolijk. Ze eet haar bordje helemaal op. En doe ook maar een toetje. Dinsdagavond 2200 uur: Lena heeft 40 graden koorts. Woensdagochtend is ze nog loeiend heet. Nog steeds 40 graden. Woensdagnacht kermt ze, huilt en jammert ze de hele nacht, met tussenpozen van een half uurtje. Vandaag blijkt dat ze longontsteking heeft.
Zonder antibiotica was Lena al minstens 4x doodgeweest. Nu kijkt ze me met rode appelwangeltjes en dikke oogjes van de koorts ondeugend aan. Ik ben de uitvinders van de antibiotica dank vershuldigd.
11/25/2003
Weerzien met Londen
Bijelkaar heb ik 1,5 jaar in Londen gewoond. Het feest der herkenning begon al op het vliegveld. Tapijt in de wc. Zo was het inderdaad. Vervolgens kreeg ik mijn wisselgeld onhandig op de briefjes gestapeld, met het kassabonnetje ertussen. Het heeft mij minstens een half jaar gekost om dit pakketje geld aan te nemen zonder dat het muntjes over de grond rolden. Op bezoek bij M. werd het weerzien met Londen prettig voortgezet: een gin tonic, het drankje dat ik bij uitstek associeer met mijn tijd daar. Maar ook: de wc die zo slap doortrekt. Inderdaad, het land dat zegt het centrum van de wereld te zijn, kan zijn eigen drollen niet eens wegspoelen. De vele waarschuwingen: 'cleaning in progress' in de underground en op de stations. Alsof je anders in die emmer gaat staan. En overal die blauwe stickers met 'fire door, keep shut'. De naweeen van het grote trauma van de Grote Brand, eeuwen terug, zijn nog steeds zichtbaar. De winkeljuffrouw die mij terloops 'Love' noemt, de jonge jongen die niet voorkruipt bij de kaartjesmachine maar een kaarsrechte rij achter mij vormt, de buschauffeur die niet terugheeft van mijn enorme geldpapier (5 pond) en mij aanraadt te gaan lopen.
Zo bleven de vertrouwdheden om mij heen gonzen. Heerlijk om weer terug te zijn, fantastisch om bij mijn vriendin S. op bezoek te zijn zonder me bezoek te voelen.
Zo'n weekend waarin alles goed is en vervolgens weer gewoon aan het werk, die overgang verloopt bij mij altijd wat moeizaam.
Bijelkaar heb ik 1,5 jaar in Londen gewoond. Het feest der herkenning begon al op het vliegveld. Tapijt in de wc. Zo was het inderdaad. Vervolgens kreeg ik mijn wisselgeld onhandig op de briefjes gestapeld, met het kassabonnetje ertussen. Het heeft mij minstens een half jaar gekost om dit pakketje geld aan te nemen zonder dat het muntjes over de grond rolden. Op bezoek bij M. werd het weerzien met Londen prettig voortgezet: een gin tonic, het drankje dat ik bij uitstek associeer met mijn tijd daar. Maar ook: de wc die zo slap doortrekt. Inderdaad, het land dat zegt het centrum van de wereld te zijn, kan zijn eigen drollen niet eens wegspoelen. De vele waarschuwingen: 'cleaning in progress' in de underground en op de stations. Alsof je anders in die emmer gaat staan. En overal die blauwe stickers met 'fire door, keep shut'. De naweeen van het grote trauma van de Grote Brand, eeuwen terug, zijn nog steeds zichtbaar. De winkeljuffrouw die mij terloops 'Love' noemt, de jonge jongen die niet voorkruipt bij de kaartjesmachine maar een kaarsrechte rij achter mij vormt, de buschauffeur die niet terugheeft van mijn enorme geldpapier (5 pond) en mij aanraadt te gaan lopen.
Zo bleven de vertrouwdheden om mij heen gonzen. Heerlijk om weer terug te zijn, fantastisch om bij mijn vriendin S. op bezoek te zijn zonder me bezoek te voelen.
Zo'n weekend waarin alles goed is en vervolgens weer gewoon aan het werk, die overgang verloopt bij mij altijd wat moeizaam.
11/20/2003
En dat
Dat Lena dan midden in de nacht wakkerwordt en dat ik haar bij me in bed neem. Dat ik zachtjes lieve woordjes fluister, haar streel over haar ruggetje en over haar hoofd. Dat ik haar dan eerst nog schrokkerig hoor ademenen van het huilen, maar allengs rustiger. Ze valt naast me op mijn hoofdkussen in slaap. Ze ligt op haar zij, met haar voorhoofd tegen mij aan. Dat ik niet meer weet wanneer ik in slaapviel, maar dat we 's morgens nog steeds in dezelfde houding liggen. Lena op haar rechterzij, ik op mijn linker, haar hoofdje tegen mij aan. En dat ik dan haar handje voel kriebelen in mijn nek. Ze heeft haar linkerarm om mij heen geslagen en speelt met mijn haren. En dat ze verder heel rustig naast mij ligt, alleen haar linkerhandje beweegt. Ze laat me rustig wakkerworden. Pas als ik mijn ogen opendoe en naar haar lach, kraait ze terug en klapt in haar handjes.
Dat had ik nooit kunnen bedenken toen ik dacht dat ik kinderen wilde. Dat het zo zou zijn, zo is.
Dat Lena dan midden in de nacht wakkerwordt en dat ik haar bij me in bed neem. Dat ik zachtjes lieve woordjes fluister, haar streel over haar ruggetje en over haar hoofd. Dat ik haar dan eerst nog schrokkerig hoor ademenen van het huilen, maar allengs rustiger. Ze valt naast me op mijn hoofdkussen in slaap. Ze ligt op haar zij, met haar voorhoofd tegen mij aan. Dat ik niet meer weet wanneer ik in slaapviel, maar dat we 's morgens nog steeds in dezelfde houding liggen. Lena op haar rechterzij, ik op mijn linker, haar hoofdje tegen mij aan. En dat ik dan haar handje voel kriebelen in mijn nek. Ze heeft haar linkerarm om mij heen geslagen en speelt met mijn haren. En dat ze verder heel rustig naast mij ligt, alleen haar linkerhandje beweegt. Ze laat me rustig wakkerworden. Pas als ik mijn ogen opendoe en naar haar lach, kraait ze terug en klapt in haar handjes.
Dat had ik nooit kunnen bedenken toen ik dacht dat ik kinderen wilde. Dat het zo zou zijn, zo is.
11/19/2003
Geboortejaar
Dan zie ik zo'n portret van Medy van der Laan en zie dat haar geboortejaar 1968 is. Maar twee jaar ouder dan ik en nu al staatssecretaris. Schultz. 1970, als ik me niet vergis. Grunberg. 1970. Net zo oud als ik en nu al een van de grote drie, of zelfs een van de grote twee. Bij sportsterren kijk ik al niet meer. Vroeger waren ze nog vijf of tien jaar ouder dan ik. Ik kon nog dromen. Ooit, bij de Olympische Spelen in Barcelona zou ik schitteren. Inmiddels zijn de sporters tien jaar jonger dan ik en hijg ik al als ik drie trappen heb gelopen.
Dan kan ik instemmen met Piet uit Cloaca. Hij valt op jonge jongens niet vanwege hun strakke lichaam, maar omdat die jongens nog tomeloze ambities hebben, de wereld nog willen veroveren en gevrijwaard zijn van teleurstellingen die stollen in cynisme.
Ik snap Piet wel. Maar ik vind juist die mensen aantrekkelijk die niet enthousiast zijn uit naiviteit, uit gebrek aan inzicht, maar mensen die enthousiast zijn ondanks het leven. Die mensen die blijven dromen, maar tegelijk mild zijn over het gapend gat tussen droom en werkelijkheid.
Dan zie ik zo'n portret van Medy van der Laan en zie dat haar geboortejaar 1968 is. Maar twee jaar ouder dan ik en nu al staatssecretaris. Schultz. 1970, als ik me niet vergis. Grunberg. 1970. Net zo oud als ik en nu al een van de grote drie, of zelfs een van de grote twee. Bij sportsterren kijk ik al niet meer. Vroeger waren ze nog vijf of tien jaar ouder dan ik. Ik kon nog dromen. Ooit, bij de Olympische Spelen in Barcelona zou ik schitteren. Inmiddels zijn de sporters tien jaar jonger dan ik en hijg ik al als ik drie trappen heb gelopen.
Dan kan ik instemmen met Piet uit Cloaca. Hij valt op jonge jongens niet vanwege hun strakke lichaam, maar omdat die jongens nog tomeloze ambities hebben, de wereld nog willen veroveren en gevrijwaard zijn van teleurstellingen die stollen in cynisme.
Ik snap Piet wel. Maar ik vind juist die mensen aantrekkelijk die niet enthousiast zijn uit naiviteit, uit gebrek aan inzicht, maar mensen die enthousiast zijn ondanks het leven. Die mensen die blijven dromen, maar tegelijk mild zijn over het gapend gat tussen droom en werkelijkheid.
11/18/2003
Altijd een beetje ongemakkelijk
Vandaag werk ik thuis. Gisteravond realiseerde ik me opeens dat de werkster zou komen. Shit. Ik kan prima werken op zolder als zij het huis poetst, dat is het niet. Maar ik weet me slecht een houding te geven als baas. Ik voel me meteen een koloniale slavendrijver als ik iets van haar vraag. Natuurlijk, ik ben opdrachtgever en ze is verdomd duur, maar ik durf haar alleen zeer indirect aan te sturen 'als je er nog tijd voor hebt, zou je dan misschien nog dat en dat kunnen meenemen?'. Dingen die ze niet goeddoet, laat ik maar zo, want kritiek over stof in de hoekjes neemt zij op alsof we haar integriteit aan de orde stellen.
Ik heb al eerder beschreven dat deze situatie heeft geleid tot een scheve verhouding: ze draagt de foto van onze dochter in haar portemonnee en beschouwt mij als een vriendin met wie het goed koffiedrinken is. Ze gooit continu lijntjes uit om elkaar vaker te zien: 'we zouden eens kunnen gaan winkelen op Zuid, als vriendinnen', zegt ze gekscherend; 'kom eens koffiedrinken bij mij met Lena', en vandaag 'zal ik volgende week op jouw vrije dag even langskomen voor een bakkie'. Ik probeer haar zonder duidelijke afwijzing beleefd af te wimpelen maar ze is niet gek.
Het zou veel eerlijker en duidelijker als ik me wat meer als baas zou opstellen, maar dat zit nog niet in mijn repertoire. Ik schaam me een beetje dat ik haar inhuur voor werk waar ik zelf geen zin in heb. En dat ik dat dus kan betalen, terwijl zij misschien wel harder werkt dan ik, maar dat mijn baan gewoon veel dikker wordt betaald dan haar werkuren. Maar och, het huis is weer schoon, de badkamer ruikt weer fris en dat is een paar uurtjes schaamte wel waard.
Vandaag werk ik thuis. Gisteravond realiseerde ik me opeens dat de werkster zou komen. Shit. Ik kan prima werken op zolder als zij het huis poetst, dat is het niet. Maar ik weet me slecht een houding te geven als baas. Ik voel me meteen een koloniale slavendrijver als ik iets van haar vraag. Natuurlijk, ik ben opdrachtgever en ze is verdomd duur, maar ik durf haar alleen zeer indirect aan te sturen 'als je er nog tijd voor hebt, zou je dan misschien nog dat en dat kunnen meenemen?'. Dingen die ze niet goeddoet, laat ik maar zo, want kritiek over stof in de hoekjes neemt zij op alsof we haar integriteit aan de orde stellen.
Ik heb al eerder beschreven dat deze situatie heeft geleid tot een scheve verhouding: ze draagt de foto van onze dochter in haar portemonnee en beschouwt mij als een vriendin met wie het goed koffiedrinken is. Ze gooit continu lijntjes uit om elkaar vaker te zien: 'we zouden eens kunnen gaan winkelen op Zuid, als vriendinnen', zegt ze gekscherend; 'kom eens koffiedrinken bij mij met Lena', en vandaag 'zal ik volgende week op jouw vrije dag even langskomen voor een bakkie'. Ik probeer haar zonder duidelijke afwijzing beleefd af te wimpelen maar ze is niet gek.
Het zou veel eerlijker en duidelijker als ik me wat meer als baas zou opstellen, maar dat zit nog niet in mijn repertoire. Ik schaam me een beetje dat ik haar inhuur voor werk waar ik zelf geen zin in heb. En dat ik dat dus kan betalen, terwijl zij misschien wel harder werkt dan ik, maar dat mijn baan gewoon veel dikker wordt betaald dan haar werkuren. Maar och, het huis is weer schoon, de badkamer ruikt weer fris en dat is een paar uurtjes schaamte wel waard.
11/17/2003
Laura
Al mijn blogrolletjes wijzen nu naar Laura. Niet alleen bij digibeten als ik, maar zelfs bij nerderigere bloggers (bijv. bijzinnen) zie ik dat Laura landjepik kan spelen. Als een Jehovagetuige heeft Laura nu een voet tussen de deur bij mij. De volgende stap is dat ze mijn stukjes gaat veranderen, en op het laatst typt ze gewoon mijn stukjes.
Als iets verschijnt wat u niet des Louterlogs vindt, vertrouw het dan niet. Dan hebben de Loutersnatchers definitief toegeslagen.
Al mijn blogrolletjes wijzen nu naar Laura. Niet alleen bij digibeten als ik, maar zelfs bij nerderigere bloggers (bijv. bijzinnen) zie ik dat Laura landjepik kan spelen. Als een Jehovagetuige heeft Laura nu een voet tussen de deur bij mij. De volgende stap is dat ze mijn stukjes gaat veranderen, en op het laatst typt ze gewoon mijn stukjes.
Als iets verschijnt wat u niet des Louterlogs vindt, vertrouw het dan niet. Dan hebben de Loutersnatchers definitief toegeslagen.
De droom was mooier
Mijn oudtante woonde in een kasteel. Niet zomaar een kasteel, maar een kasteel met torens met wenteltrappen, een ridderzaal, en een keuken met een echte haard. In de tuin staat een kanon en de kaken van een walvis dienen als toegangspoort. Mijn oom was walvisvaarder.
Als klein meisje heb ik enkele malen op dit kasteel gelogeerd. Vaak in de winter, dan kon ik schaatsen op het grachtje rondom het kasteel.
De laatste keer dat ik het kasteel had gezien, was ik een jaar of tien. Mijn oudtante is inmiddels overleden. Een tijdje terug zijn R. en ik gaan kijken. We slingerden wat op landweggetjes en konden het met moeite vinden.
- Is dit het nu?
- Ja, hier moet het zijn.
- Noemen jullie dit een kasteel?
We zagen een vervallen villa met twee torens. Een aardige boomgaard erbij, maar eerder een groot huis dan een klein kasteel. Wat een tegenvaller. Kennlijk is in kinderogen iets al gauw een kasteel, zeker als er ook nog eens een kanon in de tuin staat. Bovendien woonde ons gezin in een rijtjeshuis, en dan is het een kleine stap van villa naar kasteel.
Een villa is ook niet gek, maar het is geen kasteel. De droom was mooier.
Een dergelijk gevoel overviel mij gisteravond tijdens het kijken naar de herhaling van Kooten en de Bie. Sommige stukjes waren leuk, maar lang niet alles. Vaker waren ze goed voor een oppervlakkige glimlach dan dat de sketch je altijd bij zal blijven. Zo goed was het dus ook weer niet. Misschien was het ooit 'zo goed' geweest, maar nu is het gedateerd. VPRO, herhaal maar niets meer. De droom was mooier.
Mijn oudtante woonde in een kasteel. Niet zomaar een kasteel, maar een kasteel met torens met wenteltrappen, een ridderzaal, en een keuken met een echte haard. In de tuin staat een kanon en de kaken van een walvis dienen als toegangspoort. Mijn oom was walvisvaarder.
Als klein meisje heb ik enkele malen op dit kasteel gelogeerd. Vaak in de winter, dan kon ik schaatsen op het grachtje rondom het kasteel.
De laatste keer dat ik het kasteel had gezien, was ik een jaar of tien. Mijn oudtante is inmiddels overleden. Een tijdje terug zijn R. en ik gaan kijken. We slingerden wat op landweggetjes en konden het met moeite vinden.
- Is dit het nu?
- Ja, hier moet het zijn.
- Noemen jullie dit een kasteel?
We zagen een vervallen villa met twee torens. Een aardige boomgaard erbij, maar eerder een groot huis dan een klein kasteel. Wat een tegenvaller. Kennlijk is in kinderogen iets al gauw een kasteel, zeker als er ook nog eens een kanon in de tuin staat. Bovendien woonde ons gezin in een rijtjeshuis, en dan is het een kleine stap van villa naar kasteel.
Een villa is ook niet gek, maar het is geen kasteel. De droom was mooier.
Een dergelijk gevoel overviel mij gisteravond tijdens het kijken naar de herhaling van Kooten en de Bie. Sommige stukjes waren leuk, maar lang niet alles. Vaker waren ze goed voor een oppervlakkige glimlach dan dat de sketch je altijd bij zal blijven. Zo goed was het dus ook weer niet. Misschien was het ooit 'zo goed' geweest, maar nu is het gedateerd. VPRO, herhaal maar niets meer. De droom was mooier.
11/16/2003
Post van oom Otto
De brief was geschreven op de achterkant van een folder van de Nederlandse Spoorwegen. Zoals altijd, had oom Otto niet alleen het briefpapier, maar ook de envelop hergebruikt. Op de bedrukte envelop waren het logo van de oorspronkelijke afzender als ook de naam en adres van oom Otto doorgehaald en in plaats van zijn naam, was nu mijn naam en adres te lezen.
' Beste Louterlog' , schreef oom Otto.
' Wat is email? Wat is internet? Graag snel je reactie. Groet, Otto.'
De brief was geschreven op de achterkant van een folder van de Nederlandse Spoorwegen. Zoals altijd, had oom Otto niet alleen het briefpapier, maar ook de envelop hergebruikt. Op de bedrukte envelop waren het logo van de oorspronkelijke afzender als ook de naam en adres van oom Otto doorgehaald en in plaats van zijn naam, was nu mijn naam en adres te lezen.
' Beste Louterlog' , schreef oom Otto.
' Wat is email? Wat is internet? Graag snel je reactie. Groet, Otto.'
11/14/2003
Kriebels alsof
De hele middag al heb ik kriebels alsof ik verliefd ben en alsof hij zo kan binnen stappen, een mail kan sturen of een flirtbericht zal fluisteren.
Maar het is niet zo. Ik ben niet verliefd. En er stapt helemaal niemand binnen, want het gebouw is uitgestorven op vrijdag. Dan 'werkt' iedereen namelijk thuis.
Waar komen die vlinders dan vandaan? Ik voel aangename kriebels hoog in mijn maag en ben ook behoorlijk hyper. Een continue staat van milde opwinding.
Zat er iets in die koffie van mij ofzo? Mag ik zo wel autorijden?
De hele middag al heb ik kriebels alsof ik verliefd ben en alsof hij zo kan binnen stappen, een mail kan sturen of een flirtbericht zal fluisteren.
Maar het is niet zo. Ik ben niet verliefd. En er stapt helemaal niemand binnen, want het gebouw is uitgestorven op vrijdag. Dan 'werkt' iedereen namelijk thuis.
Waar komen die vlinders dan vandaan? Ik voel aangename kriebels hoog in mijn maag en ben ook behoorlijk hyper. Een continue staat van milde opwinding.
Zat er iets in die koffie van mij ofzo? Mag ik zo wel autorijden?
Respect
Met oom Otto arriveerde ik een model-achterstandswijk. We liepen naar het wijkgebouw, een afgebladderd pand midden op een kaal plein dat alleen verlevendigd werd door rondvliegende lege plasticzakken en frietbakjes. Boven de deur van het wijkgebouw hing een bord met het opschrift 'Verboden rond te hangen' met daaronder deze boodschap in het Turks. Hier vond de lezing plaats.
De lezing ging over Indonesie. De spreker had een reis per fiets gemaakt op verschillende eilanden. Zijn sleetjes dia's stonden klaar als bakstenen die nog even gemetseld moesten worden.
De dikbuikige vijftiger hield eerst nog een intro. 'Reizen is voor mij respect hebben voor elkaar. Respect, daar gaat het om'. Deze man, voormalig onderwijzer en nu beroepsreiziger, zou de rest van de presentatie gebruiken om dit punt van 'respect' verder toe te lichten.
Dia 1. We zijn in een stam waar bijna niemand komt. We zien veel groen. Dia twee. Nog meer groen. Een overhangende liaan. Dia drie. Drie kindjes kijken nieuwsgierig in de lens. 'Kijk, ik heb respect voor de mensen. Daarom krijg ik van die mooie foto's. Dat voelen ze, dat ik respect heb'. Dia 4. Kindertjes, nu van voet tot kruin. 'Ziet u, dames en heren. Ze hebben blote voeten. En dat is ook helemaal niet erg. Het is zelfs veel beter dan schoenen. Want schoenen worden nat als je door al die plassen moet. En ze drogen maar langzaam. Maar blote voeten zijn zo droog. Dus het is veel beter op blote voeten. En ze hebben een heel dikke eeltlaag, dus ze kunnen er ook tegen.
Weet u wat er gebeurt als u uw oude schoenen naar de derde wereld stuurt? Dan snijden die mensen in de derde wereld hun eeltlaag eraf om in de schoen te passen. Als de schoen na een half jaar dan stuk is, zijn ze invalide. Ja, invalide. Want ze hebben geen schoenen meer, maar ze kunnen ook niet meer op blote voeten lopen omdat ze geen eeltlaag meer hebben. Denk daar maar eens aan als u uw schoenen naar de derde wereld stuurt'.
Dia 7. Hier zit ik naast het stamhoofd. Niemand mag daar zitten, maar mij heeft hij uitgenodigd. Ik heb respect voor hem, en dat voelt hij. ...dia 21. Een begrafenis. 'Ik was uitgenodigd. Ik weet ook niet waarom, ik schijn een bepaalde uitstraling te hebben, maar ik word altijd uitgenodigd op bruiloften en begrafenissen. Ze hebben me zelfs uitgenodigd om een foto te maken van de overledene. Dat was moeilijk, maar dat doe je dan. Uit respect'.
Die dia zat er niet bij, maar als er belangstelling was, kon hij die dode wel laten zien. Hij vervolgde zijn verhaal. Dia 22.
Dia 88. Zo. Dat was mijn reis. Jullie kunnen nu vragen stellen, maar die moeten wel opbouwend zijn. Jullie hebben hopelijk van mij geleerd, en ik wil van jullie leren. Zijn er nog vragen?
Er kwam precies 1 vraag: kunt u die dia van die dode laten zien?
Met oom Otto arriveerde ik een model-achterstandswijk. We liepen naar het wijkgebouw, een afgebladderd pand midden op een kaal plein dat alleen verlevendigd werd door rondvliegende lege plasticzakken en frietbakjes. Boven de deur van het wijkgebouw hing een bord met het opschrift 'Verboden rond te hangen' met daaronder deze boodschap in het Turks. Hier vond de lezing plaats.
De lezing ging over Indonesie. De spreker had een reis per fiets gemaakt op verschillende eilanden. Zijn sleetjes dia's stonden klaar als bakstenen die nog even gemetseld moesten worden.
De dikbuikige vijftiger hield eerst nog een intro. 'Reizen is voor mij respect hebben voor elkaar. Respect, daar gaat het om'. Deze man, voormalig onderwijzer en nu beroepsreiziger, zou de rest van de presentatie gebruiken om dit punt van 'respect' verder toe te lichten.
Dia 1. We zijn in een stam waar bijna niemand komt. We zien veel groen. Dia twee. Nog meer groen. Een overhangende liaan. Dia drie. Drie kindjes kijken nieuwsgierig in de lens. 'Kijk, ik heb respect voor de mensen. Daarom krijg ik van die mooie foto's. Dat voelen ze, dat ik respect heb'. Dia 4. Kindertjes, nu van voet tot kruin. 'Ziet u, dames en heren. Ze hebben blote voeten. En dat is ook helemaal niet erg. Het is zelfs veel beter dan schoenen. Want schoenen worden nat als je door al die plassen moet. En ze drogen maar langzaam. Maar blote voeten zijn zo droog. Dus het is veel beter op blote voeten. En ze hebben een heel dikke eeltlaag, dus ze kunnen er ook tegen.
Weet u wat er gebeurt als u uw oude schoenen naar de derde wereld stuurt? Dan snijden die mensen in de derde wereld hun eeltlaag eraf om in de schoen te passen. Als de schoen na een half jaar dan stuk is, zijn ze invalide. Ja, invalide. Want ze hebben geen schoenen meer, maar ze kunnen ook niet meer op blote voeten lopen omdat ze geen eeltlaag meer hebben. Denk daar maar eens aan als u uw schoenen naar de derde wereld stuurt'.
Dia 7. Hier zit ik naast het stamhoofd. Niemand mag daar zitten, maar mij heeft hij uitgenodigd. Ik heb respect voor hem, en dat voelt hij. ...dia 21. Een begrafenis. 'Ik was uitgenodigd. Ik weet ook niet waarom, ik schijn een bepaalde uitstraling te hebben, maar ik word altijd uitgenodigd op bruiloften en begrafenissen. Ze hebben me zelfs uitgenodigd om een foto te maken van de overledene. Dat was moeilijk, maar dat doe je dan. Uit respect'.
Die dia zat er niet bij, maar als er belangstelling was, kon hij die dode wel laten zien. Hij vervolgde zijn verhaal. Dia 22.
Dia 88. Zo. Dat was mijn reis. Jullie kunnen nu vragen stellen, maar die moeten wel opbouwend zijn. Jullie hebben hopelijk van mij geleerd, en ik wil van jullie leren. Zijn er nog vragen?
Er kwam precies 1 vraag: kunt u die dia van die dode laten zien?
11/12/2003
Oplichters
Bij Opzij en Psychologie (2 voor de prijs van 1 deze maand) zat een folder voor een congres 'Motivation at Work, minder managen, meer inspireren'. Sprekers zijn oa. Ronald Jan Heijn (Levensonderzoeker); Willem de Ridder (Spiegeloog en Storyteller); Carolina Bont (Centrum voor Effectieve Intuitie). Ah, Roland Kahn komt ook nog spreken. Over de drie P's van succesvolle ondernemers. Robert Benninga vertelt hoe 'top performance' en 'lean en mean' prima samen kunnen gaan.
Wat een irritante interessantdoenerige nietsnuttige oplichtersbende bijelkaar.
Bij Opzij en Psychologie (2 voor de prijs van 1 deze maand) zat een folder voor een congres 'Motivation at Work, minder managen, meer inspireren'. Sprekers zijn oa. Ronald Jan Heijn (Levensonderzoeker); Willem de Ridder (Spiegeloog en Storyteller); Carolina Bont (Centrum voor Effectieve Intuitie). Ah, Roland Kahn komt ook nog spreken. Over de drie P's van succesvolle ondernemers. Robert Benninga vertelt hoe 'top performance' en 'lean en mean' prima samen kunnen gaan.
Wat een irritante interessantdoenerige nietsnuttige oplichtersbende bijelkaar.
11/11/2003
Screensaver
Mijn R. is een goede causeur. Ik had hem ingehuurd voor een college van mij. Hij kwam de studenten vertellen over het bedrijf waar hij directeur is. Ik introduceerde hem bij mijn studenten als directeur en niet als mijn man.
Wat volgde was een prima college over ondernemerschap en strategie met schijnbaar moeiteloos daarin verweven anecdotes over intercultureel management. Wodka drinken in Polen, fluistergeld in Rusland, kussen in China. Ik luisterde ademloos naar mijn mooie man. Zo zie ik hem niet zo vaak, in pak, glimmende schoenen en een goed verhaal. Gedegen. Professioneel.
De studenten luisterden ademloos. Na afloop van het college bedankte ik hem nogmaals voor zijn komst. Dat hij tijd had weten te maken tussen zijn tripje naar Polen en China om nog even hier te komen doceren. Zo'n drukke man toch...geen woord over de aard van onze relatie.
Het college was afgelopen. Sommige studenten liepen nog even naar R. om nog wat te vragen of te zeggen. R. wilde nog wat laten zien en zocht naar een bepaalde dia in powerpoint. Opeens verscheen daar dan de screensaver. Levensgroot op de muur was een stralende moeder met kind te zien. Lena en ik lachten de wereld toe.
Ik had net zo goed kunnen zeggen: dankjewel schat. En denk je aan een halfje wit vanmiddag?
Mijn R. is een goede causeur. Ik had hem ingehuurd voor een college van mij. Hij kwam de studenten vertellen over het bedrijf waar hij directeur is. Ik introduceerde hem bij mijn studenten als directeur en niet als mijn man.
Wat volgde was een prima college over ondernemerschap en strategie met schijnbaar moeiteloos daarin verweven anecdotes over intercultureel management. Wodka drinken in Polen, fluistergeld in Rusland, kussen in China. Ik luisterde ademloos naar mijn mooie man. Zo zie ik hem niet zo vaak, in pak, glimmende schoenen en een goed verhaal. Gedegen. Professioneel.
De studenten luisterden ademloos. Na afloop van het college bedankte ik hem nogmaals voor zijn komst. Dat hij tijd had weten te maken tussen zijn tripje naar Polen en China om nog even hier te komen doceren. Zo'n drukke man toch...geen woord over de aard van onze relatie.
Het college was afgelopen. Sommige studenten liepen nog even naar R. om nog wat te vragen of te zeggen. R. wilde nog wat laten zien en zocht naar een bepaalde dia in powerpoint. Opeens verscheen daar dan de screensaver. Levensgroot op de muur was een stralende moeder met kind te zien. Lena en ik lachten de wereld toe.
Ik had net zo goed kunnen zeggen: dankjewel schat. En denk je aan een halfje wit vanmiddag?
11/10/2003
Aandrang
Volgens afspraak stond ik precies om 12.00 uur bij oom Otto voor de deur. Ik stond daar dubbelgeparkeerd te wachten om hem naar een lezing (waarover later meer) elders in de stad te brengen. Hij is namelijk slecht ter been en ik wilde zo dicht mogelijk bij zijn voordeur parkeren. Maar oom Otto kwam niet. Ik belde met mijn mobiele telefoon waar hij bleef. Er werd niet opgenomen. Dan maar even de ergenis van de automobilisten na mij trotseren en toch maar even naar het appartement van oom Otto gelopen om te informeren waar hij was. Ook op aanbellen reageerde hij niet. Ik maakte me zorgen. Zou hij dood in het appartement liggen?
Gelukkig, daar kwam hij al aangestommeld. De linnen tas als altijd om zijn nek met de inhoud bungelend op zijn buik, een beetje zoals een sneeuwhond zijn vaatje drank draagt, verder een stok in de hand, en een ribfluwelen pet van Meddens op zijn hoofd.
'Sorry dat ik te laat ben. Ik had aandrang'.
Ik mum wat, in ieder geval wil ik niets zeggen wat opgevat kan worden als een aansporing om uit te weiden over dit onderwerp.
'Ja, ik had koffie gedronken op het ouderencentrum en die hadden geen hete melk. En dat werkt dan op mijn spijsvertering. Dus toen ik aandrang voelde, heb ik eraan toegegeven'
Zo begon een dagje met oom Otto.
(wordt vervolgd).
Volgens afspraak stond ik precies om 12.00 uur bij oom Otto voor de deur. Ik stond daar dubbelgeparkeerd te wachten om hem naar een lezing (waarover later meer) elders in de stad te brengen. Hij is namelijk slecht ter been en ik wilde zo dicht mogelijk bij zijn voordeur parkeren. Maar oom Otto kwam niet. Ik belde met mijn mobiele telefoon waar hij bleef. Er werd niet opgenomen. Dan maar even de ergenis van de automobilisten na mij trotseren en toch maar even naar het appartement van oom Otto gelopen om te informeren waar hij was. Ook op aanbellen reageerde hij niet. Ik maakte me zorgen. Zou hij dood in het appartement liggen?
Gelukkig, daar kwam hij al aangestommeld. De linnen tas als altijd om zijn nek met de inhoud bungelend op zijn buik, een beetje zoals een sneeuwhond zijn vaatje drank draagt, verder een stok in de hand, en een ribfluwelen pet van Meddens op zijn hoofd.
'Sorry dat ik te laat ben. Ik had aandrang'.
Ik mum wat, in ieder geval wil ik niets zeggen wat opgevat kan worden als een aansporing om uit te weiden over dit onderwerp.
'Ja, ik had koffie gedronken op het ouderencentrum en die hadden geen hete melk. En dat werkt dan op mijn spijsvertering. Dus toen ik aandrang voelde, heb ik eraan toegegeven'
Zo begon een dagje met oom Otto.
(wordt vervolgd).
11/07/2003
Binnenvaart
Sinds een week of zes ligt een boot voor ons huis. Het ziet er wel gezellig uit. De binnenschipper heeft zijn hond (vuilnisbakkie) een zakdoek omgeknoopt. Zo hoort een hond van een binnenschipper eruit te zien. Ik zou de hond graag met zijn poten wijd, kop in de wind op het voorsteven zien staan, maar vooralsnog zie ik geen activiteiten die duiden op een naderend vertrek.
Naast deze boot ligt een andere boot ook alweer een dikke maand werkloos te liggen. De schipper is altijd in de weer met jerrycans. Die haalt hij stiekem uit de laadbak van zijn rode peugeot. Stiekem, want hij dekt de jerrycans altijd zorgvuldig af met vuilniszakken. Niemand weet dat die auto volstaat met jerricans, alleen ik (is die hele binnenvaart soms één grote dekmantel van Al Quaida?).
Hoe zwaar gesubsidieerd zullen zijn vrachtjes zijn, als je 6 weken voor anker kunt gaan? Of is het een monopolie en vraagt men absurd hoge prijzen? Ik weet het niet, maar het lijkt me geen slecht beroep als je regelmatig 6 weken vrij hebt.
Sinds een week of zes ligt een boot voor ons huis. Het ziet er wel gezellig uit. De binnenschipper heeft zijn hond (vuilnisbakkie) een zakdoek omgeknoopt. Zo hoort een hond van een binnenschipper eruit te zien. Ik zou de hond graag met zijn poten wijd, kop in de wind op het voorsteven zien staan, maar vooralsnog zie ik geen activiteiten die duiden op een naderend vertrek.
Naast deze boot ligt een andere boot ook alweer een dikke maand werkloos te liggen. De schipper is altijd in de weer met jerrycans. Die haalt hij stiekem uit de laadbak van zijn rode peugeot. Stiekem, want hij dekt de jerrycans altijd zorgvuldig af met vuilniszakken. Niemand weet dat die auto volstaat met jerricans, alleen ik (is die hele binnenvaart soms één grote dekmantel van Al Quaida?).
Hoe zwaar gesubsidieerd zullen zijn vrachtjes zijn, als je 6 weken voor anker kunt gaan? Of is het een monopolie en vraagt men absurd hoge prijzen? Ik weet het niet, maar het lijkt me geen slecht beroep als je regelmatig 6 weken vrij hebt.
11/06/2003
Geheimschrijvers
'Heb jij een dagboek op internet?' vroeg mijn broer toen ik vertelde over Louterlog. 'Doen meer mensen dat?'
'Ja', zijn mijn vader, 'er schijnen een miljoen van die geheimschrijvers te zijn'
'Heb jij een dagboek op internet?' vroeg mijn broer toen ik vertelde over Louterlog. 'Doen meer mensen dat?'
'Ja', zijn mijn vader, 'er schijnen een miljoen van die geheimschrijvers te zijn'
11/05/2003
Zorgen
Dinsdag. De creche belt dat we Lena moeten komen halen, ze heeft 39,5 koorts. Als we haar ophalen, piept ze als een puppie dat verlaten is door de moeder. Ze leunt opgekruld tegen mij aan, de hele tijd zachtjes jammerend. Ze wil niet alleen spelen of kruipen, ze wil alleen maar tegen mij aanhangen. Eten doet ze niet, drinken mondjesmaat. Ze doezelt vaak weg, zo tegen mij aan.
Na een week ziekzijn slaapt Lena de godganse dag. Ze moet gewekt worden om toch nog wat vocht binnen te krijgen. Als ze een half uurtje op is, valt ze weer jammerend in slaap. Ze hoest inmiddels als een oude man. Elke ochtend zit haar lakentje helemaal onder het aangekoekte diepgroene snot. En over haar gezicht zijn slakkensporen getrokken, inmiddels opgedroogd. Het snot zit tot op haar voorhoofd.
Maandagavond begin ik me echt zorgen te maken. Ze is zo sloom, zo lusteloos. Ik informeer bij collega-ouders. Nee, een week vinden zij ook wel lang. Ik moest morgen maar eens naar de huisarts.
Die avond ben ik alleen. Opeens haal ik alles in mijn hoofd. Ik sla de boeken erop na en ze waarschuwen allemaal voor sloomheid. Hersenvliesontsteking is mijn diagnose. Lena ligt zometeen dood in haar bedje. Ik wind me op. Krijg R. niet te pakken en zie nog meer spoken.
De aanblik van mijn dochter, zo'n warm meisje, met dikke oogjes, hoogrode wangen, dat niet eens meer de energie heeft om een keel op te zetten maar alleen maar lijdzaam kan jammeren is, maakt me machteloos.
Om 20.30 uur houd ik het niet meer uit en bel de huisarts. Ze stelt me gerust. Lena zal de nacht heus wel doorkomen. 'ja maar ja maar', kan ik alleen maar denken. Tot mijn eigen verbazing begin ik opeens te snikken aan de telefoon. De huisarts heeft er een patient bij, weer zo'n overbezorgde moeder. Ze handelt het prettig en professioneel af. Met lichte snik bedank ik haar voor het advies.
Ik sta om het half uur bij Lena's bedje. Ze ligt er zo sereen bij dat ik me met een hand op haar borstkasje van vergewis dat ze nog wel ademhaalt. Ze leeft nog. Nog steeds hoge koorts.
Ik loop huilend door het huis. Ik vind mezelf een redelijk handelend wezen en weet door mijn tranen heen dat ik me als een overbezorgde moeder gedraag. Of schat mijn redelijke ik het helemaal verkeerd in en ligt ze onder mijn ogen dood te gaan?
Na een week ziekzijn kom ik bij de huisarts 'ach, was maar wat eerder gekomen'. Het terminale stadium blijkt nog niet bereikt. Lena heeft een oorontsteking, that's all.
Vandaag ben ik weer voor het eerst aan het werk. Het voelt alsof ik een 'the Matrix' veldslag heb geleverd, drie marathons heb gelopen en daarenboven een week niet heb geslapen. En ik weet dat dit nog maar een voorproefje was van de veldslagen die me echt te wachten staan. Ik voel dat ik nooit een relaxte moeder zal worden, terwijl ik dat zo graag had gewild. Nouja, ik kan weer andere dingen.
Dinsdag. De creche belt dat we Lena moeten komen halen, ze heeft 39,5 koorts. Als we haar ophalen, piept ze als een puppie dat verlaten is door de moeder. Ze leunt opgekruld tegen mij aan, de hele tijd zachtjes jammerend. Ze wil niet alleen spelen of kruipen, ze wil alleen maar tegen mij aanhangen. Eten doet ze niet, drinken mondjesmaat. Ze doezelt vaak weg, zo tegen mij aan.
Na een week ziekzijn slaapt Lena de godganse dag. Ze moet gewekt worden om toch nog wat vocht binnen te krijgen. Als ze een half uurtje op is, valt ze weer jammerend in slaap. Ze hoest inmiddels als een oude man. Elke ochtend zit haar lakentje helemaal onder het aangekoekte diepgroene snot. En over haar gezicht zijn slakkensporen getrokken, inmiddels opgedroogd. Het snot zit tot op haar voorhoofd.
Maandagavond begin ik me echt zorgen te maken. Ze is zo sloom, zo lusteloos. Ik informeer bij collega-ouders. Nee, een week vinden zij ook wel lang. Ik moest morgen maar eens naar de huisarts.
Die avond ben ik alleen. Opeens haal ik alles in mijn hoofd. Ik sla de boeken erop na en ze waarschuwen allemaal voor sloomheid. Hersenvliesontsteking is mijn diagnose. Lena ligt zometeen dood in haar bedje. Ik wind me op. Krijg R. niet te pakken en zie nog meer spoken.
De aanblik van mijn dochter, zo'n warm meisje, met dikke oogjes, hoogrode wangen, dat niet eens meer de energie heeft om een keel op te zetten maar alleen maar lijdzaam kan jammeren is, maakt me machteloos.
Om 20.30 uur houd ik het niet meer uit en bel de huisarts. Ze stelt me gerust. Lena zal de nacht heus wel doorkomen. 'ja maar ja maar', kan ik alleen maar denken. Tot mijn eigen verbazing begin ik opeens te snikken aan de telefoon. De huisarts heeft er een patient bij, weer zo'n overbezorgde moeder. Ze handelt het prettig en professioneel af. Met lichte snik bedank ik haar voor het advies.
Ik sta om het half uur bij Lena's bedje. Ze ligt er zo sereen bij dat ik me met een hand op haar borstkasje van vergewis dat ze nog wel ademhaalt. Ze leeft nog. Nog steeds hoge koorts.
Ik loop huilend door het huis. Ik vind mezelf een redelijk handelend wezen en weet door mijn tranen heen dat ik me als een overbezorgde moeder gedraag. Of schat mijn redelijke ik het helemaal verkeerd in en ligt ze onder mijn ogen dood te gaan?
Na een week ziekzijn kom ik bij de huisarts 'ach, was maar wat eerder gekomen'. Het terminale stadium blijkt nog niet bereikt. Lena heeft een oorontsteking, that's all.
Vandaag ben ik weer voor het eerst aan het werk. Het voelt alsof ik een 'the Matrix' veldslag heb geleverd, drie marathons heb gelopen en daarenboven een week niet heb geslapen. En ik weet dat dit nog maar een voorproefje was van de veldslagen die me echt te wachten staan. Ik voel dat ik nooit een relaxte moeder zal worden, terwijl ik dat zo graag had gewild. Nouja, ik kan weer andere dingen.
11/03/2003
8mm
Voor een Mooie Gelegenheid had mijn vader twee jaar geleden de hele familievoorraad 8mm filmpjes op video & cd-rom laten zetten. Uit dit familiekapitaal had hij een filmpje gecompileerdvan 10 minuten. Dat korte filmpje kende ik, maar het ruwe materiaal had ik nog nooit gezien.
Zaterdagavond, na het tweede wijntje (ik) en tweede biertje (mijn vader en broer) opperde ik, ehem, dat we die band wel eens konden gaan kijken. Of niet, zei ik er snel achteraan, want ik was bang dat mijn vader de last van deze video niet goed kon dragen met al die beelden van mijn stralende jonge moeder, nu alweer 8 jaar geleden overleden.
Ja, dit was een goed idee, vonden ook mijn vader en mijn broer. De videorecorder werd afgestoft, de gebruiksaanwijzing moest erbij gehaald worden om 'm werkend te krijgen, maar bij ons derde drankje gingen we van start.
Het verhaal van de film is niet spectaculair. De aaneenrijging van de 8mm filmpjes leverde familietafereeltjes op die ik waarschijnlijk met velen uit de opwaarts bewegende middenklase deel. Een uur lang beelden van vakanties in Terschelling en Frankrijk, kindjes in de bolderkar, broertje stoer aan het vliegeren; de eerste stapjes van mijn broer en ik als tevreden baby in de kinderwagen; kinderpartijtjes; oeps, verkeerde volgorde, nog de trouwerij van pappa en mamma; een verkleedfeestje; een straatbarbecue in de wel erg nieuwe nieuwbouwwijk; pril schaatsplezier op nog dubbele ijzers; beelden van onze hond, toen nog atletisch en dun; en aardig wat sneeuwpret. Lief mooi prettig, gelukkig.
Veel dingen die toen nog waren maar allang niet meer zijn. Ik blijf haken aan de voorspellers, details die hun schaduw of vreugde vooruitwerpen. Destijds zijn die details terloops opgenomen. Nu zijn het veelbetekenende vooruitwijzingen die het plot van familie Louterlog ontknopen. Elk fragment herbergt zulke voorspellers. In dit verhaal van hooguit een minuut bijvooorbeeld:
Mijn broer en ik liggen in een stapelbed in een vakantiehuisje. Hij is een jaar of 6 en ik een jaar of 4. Een jonge vrouw (wat een mooie vrouw was mijn moeder) wekt de kindertjes. Met de ene hand wrijft ze over de kinderbuikjes, in de ander heeft ze een sigaret. De kindertjes klimmen snel uit bed en zijn door het dolle. (Een oom van ons zou die ochtend om zes uur met een helicopter boven het huisje komen vliegen, speciaal voor ons). De kindertjes springen uitgelaten op het bed en mijn broer schuift onbehouwen de gordijnen opzij. De mooie vrouw kan nog net de brandende sigaret weghalen voor het jongetje zich brandt of de gordijnen vlamvatten (20 jaar later sterft mijn moeder aan longkanker, net als de helicopter-oom).
De avond leverde ook veel pret op. Mijn vader lachte R. en mij uit toen we afgelopen zomer zo'n bak voor op het dak van de auto hadden gekocht. We kregen onze vakantiespullen anders echt niet mee. Drie jaar geleden gingen we nog met een rugzak op vakantie, nu hadden we niet meer genoeg aan een grote auto. Nee, dan hij: 'als wij op vakantie gingen, pasten alle spullen voor het hele gezin in de Renault vijf'
Dat beeld is gelukkig vastgelegd. De oranje Renault vijf is gepakt. De imperial puilt over, puilt uit naar alle kanten. De lading wordt met elastiek en touwen bijelkaar gehouden. De hele auto is volgestouwd. De achterbak is tot het dak gevuld. Mijn moeder kan haar benen niet meer kwijt, daar staan tassen vol etenswaar. Wij zitten op de achterbank tussen emmertjes, slaapzakken en nog meer tassen. Tussen mijn broer en mij in staat een koffer. Onze voeten kunnen niet meer op de grond, daar liggen andere tassen. We hebben minimale bewegingsruimte en bij het zwaaien naar de cameraman zijn onze wangen tegen de autoruit gedrukt.
Ja hoor pap, bij ons paste vroeger alles in de Renault vijf. Vroeger paste alles.
Voor een Mooie Gelegenheid had mijn vader twee jaar geleden de hele familievoorraad 8mm filmpjes op video & cd-rom laten zetten. Uit dit familiekapitaal had hij een filmpje gecompileerdvan 10 minuten. Dat korte filmpje kende ik, maar het ruwe materiaal had ik nog nooit gezien.
Zaterdagavond, na het tweede wijntje (ik) en tweede biertje (mijn vader en broer) opperde ik, ehem, dat we die band wel eens konden gaan kijken. Of niet, zei ik er snel achteraan, want ik was bang dat mijn vader de last van deze video niet goed kon dragen met al die beelden van mijn stralende jonge moeder, nu alweer 8 jaar geleden overleden.
Ja, dit was een goed idee, vonden ook mijn vader en mijn broer. De videorecorder werd afgestoft, de gebruiksaanwijzing moest erbij gehaald worden om 'm werkend te krijgen, maar bij ons derde drankje gingen we van start.
Het verhaal van de film is niet spectaculair. De aaneenrijging van de 8mm filmpjes leverde familietafereeltjes op die ik waarschijnlijk met velen uit de opwaarts bewegende middenklase deel. Een uur lang beelden van vakanties in Terschelling en Frankrijk, kindjes in de bolderkar, broertje stoer aan het vliegeren; de eerste stapjes van mijn broer en ik als tevreden baby in de kinderwagen; kinderpartijtjes; oeps, verkeerde volgorde, nog de trouwerij van pappa en mamma; een verkleedfeestje; een straatbarbecue in de wel erg nieuwe nieuwbouwwijk; pril schaatsplezier op nog dubbele ijzers; beelden van onze hond, toen nog atletisch en dun; en aardig wat sneeuwpret. Lief mooi prettig, gelukkig.
Veel dingen die toen nog waren maar allang niet meer zijn. Ik blijf haken aan de voorspellers, details die hun schaduw of vreugde vooruitwerpen. Destijds zijn die details terloops opgenomen. Nu zijn het veelbetekenende vooruitwijzingen die het plot van familie Louterlog ontknopen. Elk fragment herbergt zulke voorspellers. In dit verhaal van hooguit een minuut bijvooorbeeld:
Mijn broer en ik liggen in een stapelbed in een vakantiehuisje. Hij is een jaar of 6 en ik een jaar of 4. Een jonge vrouw (wat een mooie vrouw was mijn moeder) wekt de kindertjes. Met de ene hand wrijft ze over de kinderbuikjes, in de ander heeft ze een sigaret. De kindertjes klimmen snel uit bed en zijn door het dolle. (Een oom van ons zou die ochtend om zes uur met een helicopter boven het huisje komen vliegen, speciaal voor ons). De kindertjes springen uitgelaten op het bed en mijn broer schuift onbehouwen de gordijnen opzij. De mooie vrouw kan nog net de brandende sigaret weghalen voor het jongetje zich brandt of de gordijnen vlamvatten (20 jaar later sterft mijn moeder aan longkanker, net als de helicopter-oom).
De avond leverde ook veel pret op. Mijn vader lachte R. en mij uit toen we afgelopen zomer zo'n bak voor op het dak van de auto hadden gekocht. We kregen onze vakantiespullen anders echt niet mee. Drie jaar geleden gingen we nog met een rugzak op vakantie, nu hadden we niet meer genoeg aan een grote auto. Nee, dan hij: 'als wij op vakantie gingen, pasten alle spullen voor het hele gezin in de Renault vijf'
Dat beeld is gelukkig vastgelegd. De oranje Renault vijf is gepakt. De imperial puilt over, puilt uit naar alle kanten. De lading wordt met elastiek en touwen bijelkaar gehouden. De hele auto is volgestouwd. De achterbak is tot het dak gevuld. Mijn moeder kan haar benen niet meer kwijt, daar staan tassen vol etenswaar. Wij zitten op de achterbank tussen emmertjes, slaapzakken en nog meer tassen. Tussen mijn broer en mij in staat een koffer. Onze voeten kunnen niet meer op de grond, daar liggen andere tassen. We hebben minimale bewegingsruimte en bij het zwaaien naar de cameraman zijn onze wangen tegen de autoruit gedrukt.
Ja hoor pap, bij ons paste vroeger alles in de Renault vijf. Vroeger paste alles.
11/02/2003
Sex dating
Zaterdag, 10.00 uur. De telefoon gaat.
- Met Louterlog
- Je had gebeld?
- Wie bent u dan?
- Meneer Janssen
- Ik heb u niet gebeld
- Jawel, u heeft gesmst dat ik u terug moest bellen.
- Dat is een misverstand meneer, ik heb u niet ge-smst.
- sorry dan
10.08 uur
- Met Louterlog
- Sorry, dan ben ik verkeerd verbonden
10.12
- Met Louterlog
- Ik moest u terugbellen
- Ik heb u niet gebeld meneer
- Ja, ik krijg zo'n smsje. Dat jij me wel ziet zitten en dat ik dit nummer moet bellen voor een date.
(...)
11.00 uur
- Met Louterlog
- Ik krijg nu al voor de vierde keer een smsje van jou dat je mij wilt daten maar ik wil jou helemaal niet daten en ik wil geen sms-jes meer ontvangen. Heb je dat goed begrepen? Daar ben ik niet van gediend! tuut tuut tuut.
En zo ging het de hele dag door. Na elf uur hebben we de stekker eruit getrokken. Is het een foutje van het sexdating bureau? Hebben ze per ongeluk ons telefoonnummer vermeld? Of is het een heel leuke grap van een van onze vrienden?
Zaterdag, 10.00 uur. De telefoon gaat.
- Met Louterlog
- Je had gebeld?
- Wie bent u dan?
- Meneer Janssen
- Ik heb u niet gebeld
- Jawel, u heeft gesmst dat ik u terug moest bellen.
- Dat is een misverstand meneer, ik heb u niet ge-smst.
- sorry dan
10.08 uur
- Met Louterlog
- Sorry, dan ben ik verkeerd verbonden
10.12
- Met Louterlog
- Ik moest u terugbellen
- Ik heb u niet gebeld meneer
- Ja, ik krijg zo'n smsje. Dat jij me wel ziet zitten en dat ik dit nummer moet bellen voor een date.
(...)
11.00 uur
- Met Louterlog
- Ik krijg nu al voor de vierde keer een smsje van jou dat je mij wilt daten maar ik wil jou helemaal niet daten en ik wil geen sms-jes meer ontvangen. Heb je dat goed begrepen? Daar ben ik niet van gediend! tuut tuut tuut.
En zo ging het de hele dag door. Na elf uur hebben we de stekker eruit getrokken. Is het een foutje van het sexdating bureau? Hebben ze per ongeluk ons telefoonnummer vermeld? Of is het een heel leuke grap van een van onze vrienden?