<$BlogRSDUrl$>

7/25/2005

 
Blogvakantie

Tot nader bericht ben ik met blogvakantie.

7/20/2005

 
Aankoop

Al dagen hikte ik er tegenaan om een familie pak condooms te kopen.
Mijn zelfgesprek ging alsvolgt.

- Dit is de 21e eeuw. Je kunt best als vrouw van 35 een pak condooms kopen.
- Tuurlijk kan dat, geen probleem
- Niemand denkt daar iets van hoor. Het is heel normaal
- Volstrekt normaal
- Dus nu gaan we gewoon bij de Etos naar binnen
- Doen we
- En dan niet weer thuiskomen met drie pakken luiers, zoals de vorige keer
- Nee, luiers hebben we voldoende
- De aankoop duldt nu echt geen uitstel meer. Je weet dat de voorraad kritiek is geworden
- Kritiek. Inderdaad
- Je stapt doelbewust naar de counter en bestelt meteen wat je moet hebben. Heb je al op het doosje gekeken welke het moeten zijn?
- Ja, de tekst is ingeprent
- Nou, waar wacht je op dan?
- Nu. Doorlopen. Er staat niemand bij de kassa.

Net toen ik mijn bestelling wilde doen, kwam een bekende de Etos binnen. En weer kwam ik thuis zonder condooms. Wel met multi-vitamine tabletten. Die waren ook op.

7/19/2005

 
Inventaris

De stacaravan werd verkocht met complete inventaris. Hierin o.a.:

- 27 borrelglaasjes
- 3 witte vaasjes met goud/roze opdruk
- 2 boeketten met kunst rozen
- 1 boeketje met kunst gerbra's
- Deel 1,2,5,7,8, en 9 van "Nederland en de Tweede Wereld Oorlog"
- Remco Camperts 'Sombermans Actie'
- 18 kop en schotels met gouden randjes en bloemetjes
- 1 medaille '3e prijs'
- 1 trofee '1e prijs'
- 7 asbakken (diverse uitvoeringen)
- 11 openers (zeer diverse uitvoeringen)
- 2 sets vitrages
- 5 pakken cup a soup kippensoep
- 1 pak cup a soup tomatensoep
- 2 pakken thee (Spar huismerk)

7/18/2005

 
Sketch

Ik liep langs de kade van de binnenhaven waar wij op uitkijken. Wij kijken niet alleen uit op water en boten, maar ook op vissers. Ze komen in de namiddag met hun koelboxen en gebloemde tuinstoeltjes en zitten in groepjes bij elkaar. Een oudere visser sprak mij aan.

- Wil je hengels kopen? schreeuwde de man in trainingspak me toe, terwijl ik toch heel dichtbij hem stond.
- Nee, ik heb geen belangstelling, bedankt, lachte ik vriendelijk.
- Mooie dingen hoor. Ik kan er zo aan een stuk of honderd komen. Of meer, als het moet. Steekhengels en alles.
- Ik vis niet.
- Kun je doorverkopen. Goeie handel.
Ik schudde nogmaals van nee.

- En platen? Wil je grammafoonplaten? vroeg dezelfde oudere man.
- Nee ook niet, dank u.
- Mijn broer heeft er wel 1000. Toch, Har?
En hij knikte naar de dikke man die op de scoot mobiel zat. Achterop de scoot mobiel was een rekje bevestigd waarin een stuk of vijf hengels zaten.
- Precies 1.200, zei Har. En ook nog cd's.

Ik had het idee dat ik in een sketch van Jiskefet was beland maar het was gewoon hier bij mij in de straat.

7/13/2005

 
Weg

Wegens een enorme hoeveelheid kinderen over de vloer en verblijf in sta-caravan maandag pas weer (camping) nieuws.

7/12/2005

 
Wachtkamer

In de wachtkamer van de huisarts zat een magere vrouw met opgetrokken knieeen te slapen. Ze droeg glitter slippers met hakjes, een strakke witte zomerbroek, een gebloemde doorkijkblouse over haar mintgroene topje, een gouden riem en een speld met gezette steentjes in een verzorgd kapsel.
Iets was niet op zijn plaats. Was het de combinatie van de junkie-achtige magerte met zo'n gesoigneerd kapsel? Of was het de tegenstelling tussen haar verzorgde uiterlijk en de geoefende wijze waarop zij als een zwerver sliep op de harde wachtkamerstoelen?

Ik had te doen met haar. Ze zou vast Vreselijk Ziek zijn, dat ze hier nu zo in slaap was gevallen.

Haar kind van een jaar of vier speelde lief in de kinderhoek van de wachtkamer. Opeens schrok de magere vrouw wakker.

'Jij! Hier zitten jij!' riep ze met een schelle stem.
De jongen keek scheef op, alsof hij beducht was om een tik te ontwijken. Hij zei niets en sloop zonder tegenspraak naar zijn moeder.

'Hier zei ik!' knerpte de stem zonder warmte.
De jongen liep naar zijn moeder. Bij zijn poging op de stoel te klimmen, raakten zijn gympies bijna de witte broek van zijn moeder.
'Weg met die schoenen. Weg jij!' en zij verjoeg een denkbeeldige kakkerlak van haar witte broek.
De jongen trok schielijk zijn benen in en bleef beduusd zitten op zijn stoel. Hij zat muisstil, veel stiller dan een kind van vier kan zitten.

De doktersassistente kwam de wachtkamer binnen om iemand te roepen.
'Wat duurt dit lang bij die dokter. Ik zit hier voor niets te wachten!' riep de ontevreden vrouw met haar schelle stem. 'Ik wacht al tien minuten!'
'Dat kan gebeuren mevrouw, de dokter komt u zo halen'
'Ik zal het hem ook nog wel perssssoonlijk zeggen. Jullie laten mij altijd wachten. Ik zeg het hem perssssoonlijk!'
De magere vrouw sprak niet, maar plakte zinsflarden met uitroeptekens aan elkaar.

Op weg naar huis kon ik aan niet anders denken dan aan dat kindje. Dat lieve kindje met die rotmoeder.

7/10/2005

 
Simmesimbim

Op het terras stonden lange tafels waaraan de families dronken en aten. Niet eerder had ik zoveel kinderen op een bruiloft gezien. Tussen elke twee stoelen stond wel een maxi cosi, een kinderwagen of een kinderstoel. En iedereen leek wel een kind op schoot te hebben.

Het bruidspaar had gezorgd voor vermaak voor de kinderen. Er was een clown, er werd geschminkt en er was ook nog een speeltuin. De kinderen vonden het fantastisch en de ouders dus ook.

Na een fijne middag in de zomerzon, met witbier en ontspannen gesprekken, verlaten we het bruiloftsfeest. Lena wil niet weg. 'Simmesimbim', echoot het mantra van de clown onophoudelijk. 'Ik wil schommelen! Wil niet weg! Simmesimbim!'
Ze kan zich alleen nog maar uitdrukken in uitroeptekens.

Met moeite gesp ik haar in haar autostoeltje. Voordat ik de weg op kan draaien, moet ik een paar keer steken. Ik kijk achterom. Op de achterbank zit Lena. De schmink op haar wangen is al wat vervaagd, maar de bloemetjes zijn nog herkenbaar. In haar ene hand houdt ze een hartjesballon die ze van de clown heeft gekregen, in de andere bellenblaas. Haar hoofdje scheef, mondje open. Ze slaapt al.

7/08/2005

 
Reacties

I.
- Zeg, dat meen je toch niet he? Zeg me dat het een grapje is. Ik las louterlog, maar ik zei nog tegen Mink, dit is een hyperbool, dit kan niet waar zijn.
- De sta-caravan, bedoel je? Nee, dat is echt waar.
- Echt? Mink! Het is echt waar! Ze hebben echt een sta-caravan

II.
- Een sta-caravan. Voor de verhuur neem ik aan? Mannen die in scheiding liggen, daar moet je het van hebben.

III.
- Sta-caravan? Maar dat is toch waardeloos als beleggingsobject? Daar schrijf je toch alleen maar op af?

IV.
- Nouja, het is misschien leuk voor de kinderen.

V.
- L-vormig? Cool!

7/07/2005

 
De overdracht

Om drie uur meldden we ons bij de L-vormige sta-caravan. Onder de parasol zat de de 74 jarige eigenaar met zijn even bejaarde als hoogblonde vriendin.

Eerst een vriendelijk gesprekje, waarin de bejaarde mevrouw ons vertelde dat de kampwinkel net zo duur was als Albert Heijn. Geen cent duurder hoor. Bloemkool was 79 euro centen. Dat is niet goedkoop, maar dat betaal je ook bij Albert Heijn. Dat zou ze ons nog drie maal vertellen. De slissende eigenaar vertelde ons wat regels van de camping waren en dat het goed was dat er regels waren. Daarna gaf hij een een rondleiding over de technische details. Water afsluiten, verwarmingen ontluchten. Dit hendeltje was hiervoor, dat knopje is daarvoor.

Tijdens de rondleiding viel het me op dat de caravan nog niet klaar was om op te leveren. Op de schappen stonden naast de tinnen bekertjes, porceleinen hertjes en kunstrozen ook nog bokalen (gewonnen met bowlen? met darten?) en hingen er zelfgemaakte schilderijtjes. In de keuken stond op het aanrecht een doorzichtig tupperware bakje met daarin een rode saus. Aan de condens kon ik zien dat hier iets werd ontdooid. Dat is raar, als je na tien minuten je caravan uitmoet, om dan eerst nog iets te ontdooien voor het avondeten.

Na de rondleiding begon ik over betalen.
'Laten we dat maar binnen doen.'
Hij wees op de eettafel en gebaarde dat ik moest gaan zitten.
Terwijl ik in mijn handtas naar de dikke envelop met honderdjes zocht, pakte hij een briefje uit zijn borstzak.
'Kijk. Dan kunnen er geen misverstanden ontstaan.'

Ik bekeek het papiertje. Handgeschreven stond daar met bibberige letters:
'Heden, op 7 julie tweeduizend en vijf, heeft Louter ondergetekende het volgende bedrag overhandigd en is in bezit gekomen van de sta caravan plaats 89 op camping de bosuil'

Plechtig overhandigde ik de dikke envelop. Hij zette voor deze gelegenheid een grote bril op. Hij bevochtigde zijn vingers en liet als een volleerd croupier de biljetten door zijn handen gaan. Het klopte.
'Dan is de caravan nu van jullie. Veel geluk ermee.'

We voegden ons weer bij het gezelschap op het terras.
'Zo. Nu hebben we bijna alles doorgenomen', zei de slissende eigenaar. 'Nu nog een vraagje van mijn kant. Blijven jullie hier vanavond slapen?'
'Nee, wij gaan vanavond terug naar Rotterdam', antwoordden wij.
'Aha, mooi. Dan kunnen wij hier nog een nachtje slapen, toch?'
R. en ik keken elkaar aan. Dit was een rare vraag. Wij waren nu eigenaar van die caravan. Maar we zeiden tegelijk dat dit natuurlijk geen probleem was.
'En dit weekend, zijn jullie hier dit weekend?'

We zouden niet gaan, dit weekend, maar we waren bang dat zij er anders nooit meer uit zouden gaan. Weer tegelijk zeiden we: 'ja, dit weekend gaan we wel.'
'Ok, dan gaan wij er morgen uit, dan doen we dat gewoon, geen probleem' sliste de meneer alsof hij ons een plezier deed met deze flexibele opstelling.

We maakten een afspraak over de sleutels. Er werden handen geschud en goedendag gezegd.
Wij draaiden ons om en zagen de hoogblonde mevrouw en de slissende eigenaar nog prinsheerlijk op ons terras zitten. Alsof ze er nooit meer weg zouden gaan.

We zijn nu dus in bezit van een caravan, maar dan zonder sleutels, zonder eingendomsbewijs, zonder getuigen. Maar met handgeschreven kwitantie.

7/06/2005

 
Xtreme make-over

'Hoe wil je het hebben?'
'Ik wil een kapsel voor een 35-jarige. Dus niet van een 17-jarige, maar ook niet zo'n kapsel dat je ook nog zou kunnen hebben als je 50 bent' was mijn omschrijving van het gewenste model.

De hipste kapper van Rotterdam knikte en humde alsof ze precies begreep welk kapsel ik beschreef.
'Kun je daar wat mee?'
'Ja hoor' en ze zette de schaar erin.

7/05/2005

 
Telefoon van tante Gisela

Het is 23.15 uur. De telefoon gaat. Ik neem wat angstig de telefoon op. Mijn man in een vliegtuig boven een van de oceanen, mijn vader met een tijdbom in zijn lijf aan vaten en verstoppingen, mijn schoonmoeder...

- Met Louter.
- Zo. Weet jij wanneer je broer terug zou zijn van vakantie?
- Bent u het tante Gisela.
- Jazeker. Je broer zou langskomen bij ons, maar hij is niet geweest.
- Ah. Wanneer zou hij langskomen?
- Dat is niet bekend. Het was zo'n loose, een loose, een, ja, hoe zeg je dat nu, een losse afspraak. Sinds wanneer is hij weer in het land?
- Ik geloof sinds zondag, maar dat weet ik niet precies.
- Hij zou langskomen. En ik probeer hem nu via jou te bereiken.
- Ik zal het tegen hem zeggen.
- Hoe is het met u?
- Beslist niet goed.
- Wilt u daar iets over kwijt?
- Nee, niet per telefoon.
- Ik begrijp het.
- En is je broer dan alweer begonnen met werken? En de kinderen weer naar de creche? Ach die kinderen worden van hot naar her gezeuld toch.
- Hij is weer begonnen met werken ja.
- En slaapt hij thuis?
- Ja, hij slaapt thuis.
- Ik hou het allemaal niet meer bij van jullie. Nou daag.
- Dag tante Gisela.

7/04/2005

 
Campingvolk

Hedenavond, om achtiendhonderduur, ben ik toegetreden tot het campingvolk.
We hebben 'm dus, die stacaravan.

7/03/2005

 
Drinken met mijn vader
deel 2

'Zo, nu heb ik een biertje verdiend, vind je niet? Na deze marathon.'
Voor mij trok hij een Spaanse rode wijn uit 1998 open.

Bij het tweede blikje bier ('sinds wanneer drink jij blikjes?') kon hij zich niet langer onthouden van commentaar op ons middagprogramma. We waren naar een camping geweest om een stacaravan te bezichtigen die ik mogelijk wilde kopen.
Echt waar. Een stacaravan. Die ik dan eventueel zou willen kopen. Op zo'n camping. Met allemaal andere stacaravans om me heen. En dat ik die dan toch zou willen kopen. Eventueel.

Bij binnenkomst op de camping stond niet te missen aangeplakt dat heden avond bingo zou zijn.
Terwijl ik aan het parasolletje op Felix' kinderwagen prutste, voorzag mijn vader onze wandeltocht van commentaar:
'Bingo. Ha! Daar kun je je mooi in bekwamen als je hier een caravan neemt. En op zaterdagavond hebben ze vast Superbingo.'

Mijn vader en ik lieten ons rondleiden door de kale ietwat slissende bezitter van de caravan. Bij de keuken rammelde mijn vader met zijn sleutelbos in zijn broekzak. Op het terras prikte hij met zijn sleutels in het houtwerk om te zien of het rot was. Bij de badkamer hield hij zijn sleutelbos even stil, maar in de woonkamer rammelde hij weer volop.
De trotse eigenaar zou alles laten staan. Ook de inboedel.
'Wat ik meeneem, past in twee plastic tassen. Meubels, bedden, fietsen, pannen...alles laat ik hier staan. Alleen mijn soldeerbout neem ik mee want daar ben ik erg aan gehecht.'
Gehecht zijn aan een soldeerbout, dat kan in het universum van sta-caravans.
Ik vroeg of we daar nog over zouden kunnen praten, over het laten staan van die inboedel. Ik zei het niet, maar ik was niet zo geinteresseerd in die zigeuner beeldjes, in de schuimrubber vitrages en in het donker eiken televisiemeubel. Nee, daar viel niet over te praten, want dan zou hij een verhuiswagen moeten laten komen en wat moest hij met al dat spul?
Ja precies, wat moet je met al dat spul. Mijn vader rammelde weer met zijn sleutelbos in zijn broekzak.

Ik kende dat geluid van riinkelende sleutels nog wel.
Als mijn moeder het naar haar zin had op een feestje en er nog een dronk, en nog een, en nog een laatste, en toe, gezellig, nog een allerlaatste, he, doe niet zo flauw, het is nu gezellig, dan rammelde mijn vader ook altijd met zijn sleutelbos.
Of als de arts weer met een onheilstijding kwam. Dan stonden we aan het ziekenhuisbed van mijn moeder. Aan het rammelen van de sleutelbos van mijn vader hoorde ik dat het mis was.

In de auto op weg naar huis had hij alleen gezegd dat die tuin wel veel werk zou zijn hoor. Maar daar stond tegenover dat ik me zou kunnen ontspannen tijdens de bingo, had hij me royaal toegevoegd.

Nu, tijdens het tweede blik bier, vroeg hij of ik serieus geinteresseerd was in die stacaravan. Had ik die buurman niet gezien, die vutter die met een nagelschaar zijn heg aan het bijwerken was?
'Daar zitten allemaal van die mannen die het zo goed weten' legde mijn vader uit.
'Van die onder-officieren' vulde ik aan.
'Precies' knikte mijn vader, toen hij even zijn blik bier kantelde om te voelen dat-ie leeg was.

(wordt misschien vervolgd)

7/02/2005

 
Drinken met mijn vader
(zie ook eerdere dronkenschappen)

Sinds oud en nieuw had ik mijn vader niet meer bezocht in zijn huis. Vrijdag reisde ik af voor, naar ik hoopte, een ouderwetse drinksessie.

Toen ik op het paadje naar onze voordeur liep, hoorde ik hem pianospelen. Fly me to the moon. Ik wachtte met aanbellen. Met Lena op mijn arm gluurde ik naar binnen en zag hoe zijn voet de maat tikte en hoe hij woordeloos meezong.

We werkten het dagprogramma af. Het was aangenaam, maar toch ook wat onwennig voor mij om te zien hoe mijn vader zijn best doet een goede opa te zijn. Hij is geen opa van nature. Sommige grootouders gaan op in baby-lachjes, weten precies wanneer een baby sterk dan wel slap is, dun dan wel dik. Voor mijn vader worden de kinderen pas interessant als ze met hem meekunnen naar een museum. Of wanneer ze een biertje met hem kunnen drinken. Of wanneer ze samen naar jazz kunnen luisteren.
En in plaats van jazz is het nu kinderboerderijen en speeltuintjes wat de klok slaat.
Hij doet zijn best, hij doet stinkend zijn best.

Om negen uur waren de kinderen gebadderd en lagen op bed. Het was stil in huis.
'Wil je met mij mee mijn rondje lopen?'

Mijn vader revalideert en moet op dokters advies elke avond een blokje om. We liepen de straat uit.
'Hier loopt het naar beneden, voel je dat?'
'Nee, daar merk ik niets van'
'Ik ook niet toen ik nog gezond was'
We groetten de buren die nog buiten zaten in de zachte zomeravond.
'Kijk, de maand na mijn operatie kon ik maar tot het huis van de Rozenburgs, hier', en hij wijst op een huis 30m verwijderd van mijn ouderlijk huis. We lopen verder.
'En na twee maanden kon ik tot het huis van die droge apotheker, hier op de hoek.'
Een nauwkeurie geschiedenis van zijn progressie volgde.

We liepen een woonwijkje in.
'Bij het volgend huis knipt de lamp aan als we passeren. Je hoort trrrrrr en dan gaat hij knipperend aan.'
Mijn vader had zijn zin uitgesproken en ik hoorde 'trrrrrr'
'Bij dat huis, daar op de hoek zit de vrouw altijd achter de computer, en de man ligt t.v. te kijken.'
'En hier staat een witte bestelauto met de tekst ...'
Ik begon onder de indruk te raken van mijn vaders vasthoudendheid. Elke avond aan een rondje schuifelen beginnen, en elke maand een paar meter verder komen. En dat voor een die zei: 'wandelen is niet nodig. Alle mooie uitzichten of belangrijke gebouwen kun je per auto bereiken. Overal zijn wegen aangelegd. En als er geen weg is aangelegd, was het kennelijk niet mooi of belangrijk genoeg.'

'Vanaf dit putje loopt de weg weer omhoog. Hier krijg ik het moeilijk.'
'Wil je stoppen?'
'Nee! Dat mag nu juist niet. Het gaat om onafgebroken doorwandelen. Ik moet door de pijn heen.'
Hij verbeet zich.
Ik viel stil.
'Soms krijg ik bij dit putje al pijn, soms pas op de hoek bij juffrouw Smal.'
'Praat maar niet meer, als het teveel inspanning kost.'
'Ha, je bent bang dat ik dood neerval he. Maar dat gaat zomaar niet hoor.'

Ons huis kwam in zicht.
'Ik kan nog wel een rondje'
'Zou je dat wel doen?'
'Ja, ik denk dat ik het kan'
We groetten dezelfde mensen die buiten zaten voor de tweede maal. We hoorden trrrr en het licht sprong aan. De man hing op de bank, de vrouw zat achter de computer. Het bestelbusje en het putje waren er nog.

(wordt vervolgd)

This page is powered by Blogger. Isn't yours?