<$BlogRSDUrl$>

7/12/2005

 
Wachtkamer

In de wachtkamer van de huisarts zat een magere vrouw met opgetrokken knieeen te slapen. Ze droeg glitter slippers met hakjes, een strakke witte zomerbroek, een gebloemde doorkijkblouse over haar mintgroene topje, een gouden riem en een speld met gezette steentjes in een verzorgd kapsel.
Iets was niet op zijn plaats. Was het de combinatie van de junkie-achtige magerte met zo'n gesoigneerd kapsel? Of was het de tegenstelling tussen haar verzorgde uiterlijk en de geoefende wijze waarop zij als een zwerver sliep op de harde wachtkamerstoelen?

Ik had te doen met haar. Ze zou vast Vreselijk Ziek zijn, dat ze hier nu zo in slaap was gevallen.

Haar kind van een jaar of vier speelde lief in de kinderhoek van de wachtkamer. Opeens schrok de magere vrouw wakker.

'Jij! Hier zitten jij!' riep ze met een schelle stem.
De jongen keek scheef op, alsof hij beducht was om een tik te ontwijken. Hij zei niets en sloop zonder tegenspraak naar zijn moeder.

'Hier zei ik!' knerpte de stem zonder warmte.
De jongen liep naar zijn moeder. Bij zijn poging op de stoel te klimmen, raakten zijn gympies bijna de witte broek van zijn moeder.
'Weg met die schoenen. Weg jij!' en zij verjoeg een denkbeeldige kakkerlak van haar witte broek.
De jongen trok schielijk zijn benen in en bleef beduusd zitten op zijn stoel. Hij zat muisstil, veel stiller dan een kind van vier kan zitten.

De doktersassistente kwam de wachtkamer binnen om iemand te roepen.
'Wat duurt dit lang bij die dokter. Ik zit hier voor niets te wachten!' riep de ontevreden vrouw met haar schelle stem. 'Ik wacht al tien minuten!'
'Dat kan gebeuren mevrouw, de dokter komt u zo halen'
'Ik zal het hem ook nog wel perssssoonlijk zeggen. Jullie laten mij altijd wachten. Ik zeg het hem perssssoonlijk!'
De magere vrouw sprak niet, maar plakte zinsflarden met uitroeptekens aan elkaar.

Op weg naar huis kon ik aan niet anders denken dan aan dat kindje. Dat lieve kindje met die rotmoeder.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?