<$BlogRSDUrl$>

7/03/2005

 
Drinken met mijn vader
deel 2

'Zo, nu heb ik een biertje verdiend, vind je niet? Na deze marathon.'
Voor mij trok hij een Spaanse rode wijn uit 1998 open.

Bij het tweede blikje bier ('sinds wanneer drink jij blikjes?') kon hij zich niet langer onthouden van commentaar op ons middagprogramma. We waren naar een camping geweest om een stacaravan te bezichtigen die ik mogelijk wilde kopen.
Echt waar. Een stacaravan. Die ik dan eventueel zou willen kopen. Op zo'n camping. Met allemaal andere stacaravans om me heen. En dat ik die dan toch zou willen kopen. Eventueel.

Bij binnenkomst op de camping stond niet te missen aangeplakt dat heden avond bingo zou zijn.
Terwijl ik aan het parasolletje op Felix' kinderwagen prutste, voorzag mijn vader onze wandeltocht van commentaar:
'Bingo. Ha! Daar kun je je mooi in bekwamen als je hier een caravan neemt. En op zaterdagavond hebben ze vast Superbingo.'

Mijn vader en ik lieten ons rondleiden door de kale ietwat slissende bezitter van de caravan. Bij de keuken rammelde mijn vader met zijn sleutelbos in zijn broekzak. Op het terras prikte hij met zijn sleutels in het houtwerk om te zien of het rot was. Bij de badkamer hield hij zijn sleutelbos even stil, maar in de woonkamer rammelde hij weer volop.
De trotse eigenaar zou alles laten staan. Ook de inboedel.
'Wat ik meeneem, past in twee plastic tassen. Meubels, bedden, fietsen, pannen...alles laat ik hier staan. Alleen mijn soldeerbout neem ik mee want daar ben ik erg aan gehecht.'
Gehecht zijn aan een soldeerbout, dat kan in het universum van sta-caravans.
Ik vroeg of we daar nog over zouden kunnen praten, over het laten staan van die inboedel. Ik zei het niet, maar ik was niet zo geinteresseerd in die zigeuner beeldjes, in de schuimrubber vitrages en in het donker eiken televisiemeubel. Nee, daar viel niet over te praten, want dan zou hij een verhuiswagen moeten laten komen en wat moest hij met al dat spul?
Ja precies, wat moet je met al dat spul. Mijn vader rammelde weer met zijn sleutelbos in zijn broekzak.

Ik kende dat geluid van riinkelende sleutels nog wel.
Als mijn moeder het naar haar zin had op een feestje en er nog een dronk, en nog een, en nog een laatste, en toe, gezellig, nog een allerlaatste, he, doe niet zo flauw, het is nu gezellig, dan rammelde mijn vader ook altijd met zijn sleutelbos.
Of als de arts weer met een onheilstijding kwam. Dan stonden we aan het ziekenhuisbed van mijn moeder. Aan het rammelen van de sleutelbos van mijn vader hoorde ik dat het mis was.

In de auto op weg naar huis had hij alleen gezegd dat die tuin wel veel werk zou zijn hoor. Maar daar stond tegenover dat ik me zou kunnen ontspannen tijdens de bingo, had hij me royaal toegevoegd.

Nu, tijdens het tweede blik bier, vroeg hij of ik serieus geinteresseerd was in die stacaravan. Had ik die buurman niet gezien, die vutter die met een nagelschaar zijn heg aan het bijwerken was?
'Daar zitten allemaal van die mannen die het zo goed weten' legde mijn vader uit.
'Van die onder-officieren' vulde ik aan.
'Precies' knikte mijn vader, toen hij even zijn blik bier kantelde om te voelen dat-ie leeg was.

(wordt misschien vervolgd)

This page is powered by Blogger. Isn't yours?