8/28/2006
Telefoongesprek met oom Otto
- Zo. Daar ben je dan.
- Dag oom Otto.
- Bereikbaarheid staat bij jou niet hoog in het vaandel he.
- Hoe is het met u oom Otto.
- Dat had je kunnen weten als je mijn brieven grondig had gelezen.
- Ja, ik las dat u een uitstapje had gemaakt.
- Als je de brieven met aandacht had gelezen, wist je dat er veel belangrijker zaken speelden.
- Wat wilt u vertellen, oom Otto?
- Bijvoorbeeld punt drie uit de brief.
- Die brief heb ik nu niet bij de hand oom Otto.
- Tsja. Dat is moeilijk praten dan. Weet je nog uit je hoofd wat mijn punten waren?
- U schreef dat u een nieuwe radio wilde aanschaffen.
- Juist. En verder?
- Dat u een brief uit Polen had ontvangen.
- Ja, dat gaat over die erfenis. Heeft jouw ouwe daar nu al wat aan gedaan?
- Ik weet niet oom Otto, of mijn vader daar al achteraan is geweest.
- Zal wel niet. Die vader van jou is een big spender. Altijd al geweest.
- Dat valt toch wel mee? Mijn vader is best wel zuinig.
- Huh! Wat je zuinig noemt. Vind jij het zuinig dat hij een auto heeft? Alsof dat niets kost!
- Ik vind er niets van dat hij auto rijdt. Dat moet hij toch zelf weten.
Het kwam niet meer goed die avond tussen oom Otto en mij.
- Zo. Daar ben je dan.
- Dag oom Otto.
- Bereikbaarheid staat bij jou niet hoog in het vaandel he.
- Hoe is het met u oom Otto.
- Dat had je kunnen weten als je mijn brieven grondig had gelezen.
- Ja, ik las dat u een uitstapje had gemaakt.
- Als je de brieven met aandacht had gelezen, wist je dat er veel belangrijker zaken speelden.
- Wat wilt u vertellen, oom Otto?
- Bijvoorbeeld punt drie uit de brief.
- Die brief heb ik nu niet bij de hand oom Otto.
- Tsja. Dat is moeilijk praten dan. Weet je nog uit je hoofd wat mijn punten waren?
- U schreef dat u een nieuwe radio wilde aanschaffen.
- Juist. En verder?
- Dat u een brief uit Polen had ontvangen.
- Ja, dat gaat over die erfenis. Heeft jouw ouwe daar nu al wat aan gedaan?
- Ik weet niet oom Otto, of mijn vader daar al achteraan is geweest.
- Zal wel niet. Die vader van jou is een big spender. Altijd al geweest.
- Dat valt toch wel mee? Mijn vader is best wel zuinig.
- Huh! Wat je zuinig noemt. Vind jij het zuinig dat hij een auto heeft? Alsof dat niets kost!
- Ik vind er niets van dat hij auto rijdt. Dat moet hij toch zelf weten.
Het kwam niet meer goed die avond tussen oom Otto en mij.