<$BlogRSDUrl$>

8/30/2005

 
De man op de fiets

De man op de fiets kwam ons tegemoet. Hij reed met de zon in zijn rug waardoor ik zijn gezicht niet kon zien. Ik zag alleen zijn contouren. Met een kaarsrechte rug fietste hij statig door de boslaan.

Toen hij dichterbij kwam, zag ik dat hij hoogbejaard was. Hij droeg op deze zomerse dag een bruin kostuum. Alle knopen van zijn colbert waren dichtgeknoopt. Daarover droeg hij een bruine overjas, die openhing.

Met elke trap die hij ons nu naderde, verloor hij meer van zijn statigheid. Zijn benen waren stram. Hij kneep hard in het stuur en nog stuurde hij onzeker.

Maar dat was het niet waar mijn oog aan bleef haken.

Opvallend waren zijn oren. Die waren behoorlijk groot en stonden wijd af van zijn hoofd. Het zonlicht scheen door zijn oren en straalde ze doorschijnend roze. Door het tegenlicht bleef zijn gezicht een grijze vlek voor me, wat het contrast met de gloeiende oren nog groter maakte.

Statig werd stram werd broos.

Ik wilde de man met de brandende oren begroeten. Iets aardigs zeggen. Dat hij het toch maar mooi klaarspeelde. Of dat het een mooie dag was. Maar ik wist niet goed wat te zeggen en bovendien was ik bang dat een opmerking hem uit zijn concentratie zou halen. Dan zou hij van zijn fiets vallen, een heup breken en doodgaan.

Ik heb nog wel vriendelijk geknikt, maar dat zag hij niet.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?