<$BlogRSDUrl$>

6/30/2005

 
Werkdag

Ik heb dan wel verlof, maar af en toe moet er gewerkt worden. Meestal kan dat gewoon vanuit huis. Op buiten-ambtelijke uren zit ik dan achter mijn computer. Onopgemaakt, met ongewassen haren, snot en spuugresten op mijn schouder (van de kinderen voor alle duidelijkheid) met Felix in het wipstoeltje naast me en Lena met de autobus (Botsing! botsing en per ongeluk raakt ze de aan/ uit knop van mijn computer) ergens in dezelfde ruimte.

Maar vandaag moest ik in levende lijve verschijnen op het werk. Het bleek een militaire operatie om op tijd te komen, zeker nu R. in het Verre Oosten verblijft. Ik moest voor 08.30 gewassen en aangekleed zijn. Dat lukt misschien nog net.
Maar daarenboven moest ik:

1. Lena wekken
- Goedemorgen lieve Lena. Wakkerworden.
- Wil niet wakker worden. Wil niet opstaan. Weg mamma. Jij moet weggaan.
(rommel wat op haar kamer, zoek haar kleren bijelkaar om haar tijd te geven om wakker te worden).
- Nu gaan we opstaan
- Nee! Wil niet opstaan.

2. Lena laten ontbijten
- En wat wil je op je boterham?
- Pindakaas. Ik wil pindakaas. Warm maken mamma. Boterham warm maken.
(ik doe de boterham in de magnetron).
- Eerst even spelen mamma.
- Nee, Lena, nu even boterham eten
- (nog geen hap gegeten) Hoef niet meer. Ik heb genoeg. Genoeg is genoeg (zegt ze mij na).
- Lena, nu moet je eten
- Wil niet eten. Ik wil spelen
- Lena, nu ga je zitten en eten.
- Nee!! nee!!

3. Lena aankleden
- Wil niet die aan. Nee. NEE! Wil die andere.
- Lena, je doet nu dit aan.
- Nee. Wil niet.
(pak Lena stevig vast)
- NEEE! NEEE! Dat vind ik niet leuk.

4. Felix voeden, verschonen en aankleden

5. Kinderen naar de oppas brengen
- Zo Lena, dan gaat mamma nu weg
- Jij mag niet weg. Wil niet hier blijven.

Hoe doen al die werkende alleenstaande moeders dat toch?

Op het werk was alles zoals ik het 4 maanden geleden achterliet. De portier knikte me geroutineerd goedemorgen, alsof ik gisteren voor het laatst was geweest. Collega's van andere afdelingen zeiden goedemorgen en ik goedemorgde terug.
Mijn baas vroeg voor de vorm hoe het met mij was en ik zei 'goed, dank je'. En ik vroeg hoe het met hem was. 'Ook goed, dank je. Zo, dan weten we weer alles' lachte hij weg. 'Laten we beginnen want we hebben maar een uur.'

Op de terugweg kwam ik in de lift de schoonmaker tegen. Hij was de eerste die vroeg of alles goed was gegaan met 'Die kleine baby. Jij kleine baby toch?'

This page is powered by Blogger. Isn't yours?