<$BlogRSDUrl$>

5/30/2005

 
Rod

Mijn eerste uitje na de bevalling van Lena(2003) was Tom Jones. (Ik heb een excuus, heus). Dan deed ik het deze keer nog niet zo gek. Ik kon via via naar het concert van Rod Stewart. Men wist dat op mijn tienerkamertje met nep grenen ameublement, oranje bureaulamp en nep-jute behang twee posters van hem boven mijn bed hingen.

De hele dag had ik laatdunkend gedaan over mijn voormalige held. Ik wist ook heus wel dat het een ordinaire belastingontduiker was met afgezaagde muziek met zijn vioolstrijkje en achtergrondkoortje. Hij was altijd al middle of the road geweest, maar nu waren zelfs de laatste ruwe randjes gepolijst van de ooit enigszins ruige Rod. Een facelift! Geheelonthouder op doktersvoorschrift! Liedjes van Gershwin!
In Jantje Smit zit meer Rock 'n Roll dan in de zestig jarige Rod.

's Ochtends was ik even op mijn werk geweest. Mijn aankomend concertbezoek kwam ter sprake. Mijn jongere collega (24 jaar) vroeg: 'Rod Stewart? Rod Stewart? Wie is dat? Is dat die donkere of die blonde oude man?'

Zonder verwachtingen kwam ik ruim na aanvang van het concert bij Ahoy. Het kolfapparaat zat in mijn handtas want in de pauze zouden mijn borsten waarschijnlijk op springen staan. Het hardplastic apparaat in mijn handtas droeg niet bij aan een rock 'n roll gevoel en het publiek hielp ook niet. Tussen de veertigers en vijftigers door zag ik de man staan die zolang mijn held was geweest.

In de zaal aangekomen zag ik de man van mijn posters, van de lp hoezen, van mijn uitgebreide dagdromen. Hij stond nu op zo'n 500 meter van mij vandaan. Hij droeg een knal roze overhemd. En het stond hem mooi. Wat zag hij er goed uit.

De openingsmaat van 'I don't wanna talk about it' bracht me terug op mijn tienerkamer. Zijn lp's heb ik talloze malen op mijn Plastic Bertrand pickup gedraaid. Telkens de naald opnieuw uitkienen om de engelse tekst te kunnen verstaan. Die ik niet verstond en er toch maar zelf een tekst van brouwde.

Na de eerste golven van nostalgie keek ik om me heen. Ik bleek de jongste bezoeker. En iedereen was zo gewoon. Ik had op de jaarmarkt in Wychen kunnen staan, of op de huishoudbeurs. De fans waren 40 of 50 jaar oud. De vrouwen hadden kort haar en met hun lange truien en vesten probeerden ze hun buik en billen te verhullen. De mannen droegen bandplooi kaki broeken.

Even dreigde ik terug te vallen in mijn laatdunkenheid. Maar toen kwam alweer een nummer dat ik van begin tot einde kon meezingen. Ik schoot vol. Rod Stewart. Maggie May. Ik sta hier. Bij het eerste nummer had ik me nog ingehouden, maar nu zong ik mee. Bier in de hand, handtas met kolfset over mijn schouder.

Na 25 jaar bleek dat mijn kennis van het Engels op 11 jarige leeftijd onvoldoende was geweest om de diepte van de tekst te doorgronden. Ik had zelf woorden bedacht, zinnen ingevuld met woorden die ik wel kende. Nu pas hoorde ik de tekst zoals Rod die had bedoeld.

Tijdens de Gershwin nummers verscheen Rod in rokkostuum. De vrouw naast mij, een dikkerd van een jaar of 45, zei tegen haar vriendin dat hij er nog steeds 'knap uitzag. En zo sjiek'.
Haar vriendin antwoordde:
'Ja, en hij komt uit een sloppenwijk. Reken maar dat hij die luxe van nu extra kan waarderen, met die mooie kleren en alles'
'Een sloppenwijk? Dat wist ik niet.'
'Ja, hij was heel arm vroeger.'

De reactie van de vriendin ging verloren in de eerste maten van 'hot legs'. Samen zongen we om het hardst mee met Rod.

De fietstocht naar huis was te kort om te bekomen van het concert. En ook de zure NRC recensent ('dubieuze kitsch van Rod Stewart') kon me mijn vleugels niet ontnemen. Ik heb gevlogen met Rod.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?