<$BlogRSDUrl$>

3/04/2005

 
Baas

'Binnen' riep de Belangrijke Baas. Ik opende de deur van zijn kantoor op het tijdstip waarop hij mij had besteld.

De Belangrijke Baas zat aan het einde van de lange vergadertafel. Aan de nephouten ovalen vorm was zijn werkeiland bevestigd, zodat hij achter zijn pc kon blijven zitten terwijl hij toch deel uitmaakte van de vergadertafel. De tafel was smetteloos, zonder ook maar een dossier of een papiertje. En dat gold voor de hele ruimte. Alles was opgeruimd. Er lag geen boek scheef in zijn kast, er was geen stapeltje te bekennen op zijn bureau.

De Belangrijke Baas typte door en had zijn blik nog niet een maal op mij gericht. Ik ging aarzelend zitten aan de ovalen tafel. Het was mijn eerste keer in het kantoor van de Belangrijke Baas. Ik ordende mijn papieren en bekeek de foto's, de oorkonde's en de objecten. Niet een wetenschappelijk boek te bekennen in deze kamer, dat was toch opvallend voor een professor.

'Zo' zei hij, terwijl hij verder typte. 'Hoe staat het met het project'. Nog steeds waren zijn ogen op het beeldscherm gericht. Ik zag dat hij zijn mail aan het beantwoorden was.
'Goed. Maar wil je misschien eerst dat berichtje afmaken voor ik je bijpraat', zei ik. Eigenlijk wist ik niet of ik hem al kon tutoyeren, maar kennelijk had ik die keus nu gemaakt. Ik kon niet meer terugkrabbelen.
Voor het eerst keek hij me aan -was het vanwege mijn 'gejij'-en draaide zijn bureaustoel een kwartslag zodat we elkaar recht in de ogen konden kijken. 'Praat me maar bij'
Ik begon aan mijn verhaal. Bij de tweede zin gingen zijn ogen weer terug naar het beeldscherm. Ik nam een extra lange adempauze om hem subtiel te laten merken dat ik hiervan niet gediend was, maar daar sloeg hij geen acht op.

'Nou, dat is prima werk. Misschien kun je hier ook nog aandacht aan besteden.' Hij draaide zijn stoel een halve slag zodat hij met zijn rug naar mij toe zat. Hij reikte naar de onderste lade van een dossierkastje achter hem. Nu zag ik alleen nog zijn onderrug en zijn kont. Al die tijd bleef hij doorpraten tegen mij.

Midden in een zin opende hij de onderste lade en liet een scheet. Een harde scheet.
'Pardon' zei hij zonder blikken of blozen en maakte zijn zin af.
Binnen tien minuten stond ik weer op de gang met een plastic mapje.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?