1/18/2005
Plug and play
Twee jaar geleden kreeg ik ADSL. Het had nogal wat voeten in de aarde voor die lijn werkte. De onderaannemer van de onderaannemer had een bedrijfje ingeschakeld dat van niets wist, als ik weer een dag had vrijgenomen omdat hij zou verschijnen. Na veel gebel en gedoe werd de stoep opengebroken door bedrijf A, maar niet dichtgegooid door bedrijf B zoals afgesproken (wat leidde tot burenruzietje). Mijn telefoon is een week dood geweest. Er werden knoppen in kastjes omgedraaid, draden doorgetrokken, maar nog steeds geen signaal. Uiteindelijk heb ik huilend van radeloosheid aan de telefoon afgedwongen dat er NU iemand langs zou komen. Na een half jaar werkte ADSL.
Dat wil zeggen, met mijn pc. Mijn laptop echter, heeft het nooit gedaan met ADSL. Ik heb hem 8x teruggebracht naar de helpdesk op mijn werk. Neven van werksters, collega's van vrienden en weet ik niet wie hebben ernaar gekeken, maar hij deed het niet.
Mijn vader merkte op: 'dan heb je dus een stand alone'.
Ik had een stand alone. En eigenlijk had ik een dure voetenbank, want de laptop bleef in de computertas onder het bureau liggen met als enige taak dat mijn voeten daarop konden rusten.
Maar sinds gisteren kreeg ik van mijn werk een nieuwe laptop omdat die ander was afgeschreven. De helpdeskmeneer zei dat het gewoon 'plug and play' zou zijn. Ik kroop diep weg. Hij liet me zien hoe alles werkte. Ja, bij hem doet-ie het. Dat verhaal kende ik. Op gele memobriefjes maakte ik koortsachtig verslag van al zijn handelingen.
Thuisgekomen durfde ik de laptop niet uit zijn tas te halen. Dat zou weer een hele avond met ergenis worden. R. trok me over de streep. Tegenstribbelend haalde ik het mooie nieuwe ding uit de tas. Ik plugde het kabeltje van het adsl modem in de laptop. Ik wachtte op de foutmelding. Maar hij deed het gewoon! Hij deed het gewoon.
Ik werd overmoedig, en trok de ADSL kabel eruit. We hadden namelijk al jaren hardware en software voor een draadloze verbinding met ADSL. Die had nog nooit gewerkt, niet bij R. zijn laptop, niet bij mijn laptop, bij niemand. Zonder verwachting liet ik mijn laptop verbinding zoeken met het draadloze netwerk. En hij vond hem! Hij vond hem!
Ik voelde me trots. Blij. Hip. Ik ging zitten in de ongemakkelijke maar mooie luie stoel met de laptop op schoot. Die draadloos communiceerde. Ik had niets te zoeken op internet, maar ik drukte even op explorer. Wat een vrijheid. Als ik zou willen, zou ik nu kunnen internetten.
Het was een mijlpaal. Voor het eerst in twee jaar lukt er iets wat ik zelf doe met computers. Dus vandaag loop ik met een niet te onderdrukken glimlach om mijn lippen. Die tevredenheid die bijna te verwarren is met zelfgenoegzaamheid. Ik ben nog niet helemaal verloren.
Twee jaar geleden kreeg ik ADSL. Het had nogal wat voeten in de aarde voor die lijn werkte. De onderaannemer van de onderaannemer had een bedrijfje ingeschakeld dat van niets wist, als ik weer een dag had vrijgenomen omdat hij zou verschijnen. Na veel gebel en gedoe werd de stoep opengebroken door bedrijf A, maar niet dichtgegooid door bedrijf B zoals afgesproken (wat leidde tot burenruzietje). Mijn telefoon is een week dood geweest. Er werden knoppen in kastjes omgedraaid, draden doorgetrokken, maar nog steeds geen signaal. Uiteindelijk heb ik huilend van radeloosheid aan de telefoon afgedwongen dat er NU iemand langs zou komen. Na een half jaar werkte ADSL.
Dat wil zeggen, met mijn pc. Mijn laptop echter, heeft het nooit gedaan met ADSL. Ik heb hem 8x teruggebracht naar de helpdesk op mijn werk. Neven van werksters, collega's van vrienden en weet ik niet wie hebben ernaar gekeken, maar hij deed het niet.
Mijn vader merkte op: 'dan heb je dus een stand alone'.
Ik had een stand alone. En eigenlijk had ik een dure voetenbank, want de laptop bleef in de computertas onder het bureau liggen met als enige taak dat mijn voeten daarop konden rusten.
Maar sinds gisteren kreeg ik van mijn werk een nieuwe laptop omdat die ander was afgeschreven. De helpdeskmeneer zei dat het gewoon 'plug and play' zou zijn. Ik kroop diep weg. Hij liet me zien hoe alles werkte. Ja, bij hem doet-ie het. Dat verhaal kende ik. Op gele memobriefjes maakte ik koortsachtig verslag van al zijn handelingen.
Thuisgekomen durfde ik de laptop niet uit zijn tas te halen. Dat zou weer een hele avond met ergenis worden. R. trok me over de streep. Tegenstribbelend haalde ik het mooie nieuwe ding uit de tas. Ik plugde het kabeltje van het adsl modem in de laptop. Ik wachtte op de foutmelding. Maar hij deed het gewoon! Hij deed het gewoon.
Ik werd overmoedig, en trok de ADSL kabel eruit. We hadden namelijk al jaren hardware en software voor een draadloze verbinding met ADSL. Die had nog nooit gewerkt, niet bij R. zijn laptop, niet bij mijn laptop, bij niemand. Zonder verwachting liet ik mijn laptop verbinding zoeken met het draadloze netwerk. En hij vond hem! Hij vond hem!
Ik voelde me trots. Blij. Hip. Ik ging zitten in de ongemakkelijke maar mooie luie stoel met de laptop op schoot. Die draadloos communiceerde. Ik had niets te zoeken op internet, maar ik drukte even op explorer. Wat een vrijheid. Als ik zou willen, zou ik nu kunnen internetten.
Het was een mijlpaal. Voor het eerst in twee jaar lukt er iets wat ik zelf doe met computers. Dus vandaag loop ik met een niet te onderdrukken glimlach om mijn lippen. Die tevredenheid die bijna te verwarren is met zelfgenoegzaamheid. Ik ben nog niet helemaal verloren.