12/21/2004
Wales
Het bedrijf vlakbij Cardiff was niet-Nederlands, maar waardoor?
- Het gebouw was aftands. Afgebladderde verf, een systeemplafond waarin vierkantjes misten, klapdeurtjes van de balie die piepten. Arm, dat was de eerste associatie.
- De secretaresse droeg een bloemetjesjurk met knoopjes die gesloten waren tot aan haar hals. Over haar witte kraagje wiebelde een kettinkje dat aan de poten van haar grote bril was bevestigd. Haar gepermanente haar had de kleur van haar hoornen bril.
- Al bij binnekomst zag ik de eerste blauwe sticker op de schuifdeur: 'fire door, keep shut'. Tijdens het wachten gleden mijn ogen langs de wanden. Aan de grote wand voor me hing nog een 'fire instruction'. Drie verschillende signaalsoorten werden beschreven, die allemaal iets anders betekenden. Bij de ene moest je gewoon op je plek blijven, bij een ander geluid moest je juist zo snel mogelijk naar buiten. Voor mij als buitenlander was het niet duidelijk bij welk geluid ik nu in gevaar zou zijn, maar het bord sprak dreigend: 'Make sure you know the signals. It may safe your life.'
- Vloerbedekking. In het halletje waar ik moest wachten, in de gangen en op de wc. Overal vloerbedekking.
- De lunch bestond uit sandwiches met salt-'n-vinegar crisps, mijn lievelings chips.
- Tijdens het wachten doodde ik de tijd met bedrijfsfolders. Ik zag foto's van managers die tijdens het bedrijfsuitje met de kano waren omgeslagen (voor het goede doel) of dikke lijven die een dag sportief deden op een fiets (en zoveel pond hadden opgehaald voor een goed doel). Ik herkende de namen van de mannen die ik zo zou interviewen. Op de balie van dit commerciele bedrijf stond een grote pot met een gleuf, waarin je donaties kon doen voor het lokale goede doel.
Doet de staat minder dan in Nederland, doen Nederlanders hun goede werken in stilte, of gebeurt er in andere landen gewoon meer voor goede doelen?
Fijn om weer even terug te zijn.
Het bedrijf vlakbij Cardiff was niet-Nederlands, maar waardoor?
- Het gebouw was aftands. Afgebladderde verf, een systeemplafond waarin vierkantjes misten, klapdeurtjes van de balie die piepten. Arm, dat was de eerste associatie.
- De secretaresse droeg een bloemetjesjurk met knoopjes die gesloten waren tot aan haar hals. Over haar witte kraagje wiebelde een kettinkje dat aan de poten van haar grote bril was bevestigd. Haar gepermanente haar had de kleur van haar hoornen bril.
- Al bij binnekomst zag ik de eerste blauwe sticker op de schuifdeur: 'fire door, keep shut'. Tijdens het wachten gleden mijn ogen langs de wanden. Aan de grote wand voor me hing nog een 'fire instruction'. Drie verschillende signaalsoorten werden beschreven, die allemaal iets anders betekenden. Bij de ene moest je gewoon op je plek blijven, bij een ander geluid moest je juist zo snel mogelijk naar buiten. Voor mij als buitenlander was het niet duidelijk bij welk geluid ik nu in gevaar zou zijn, maar het bord sprak dreigend: 'Make sure you know the signals. It may safe your life.'
- Vloerbedekking. In het halletje waar ik moest wachten, in de gangen en op de wc. Overal vloerbedekking.
- De lunch bestond uit sandwiches met salt-'n-vinegar crisps, mijn lievelings chips.
- Tijdens het wachten doodde ik de tijd met bedrijfsfolders. Ik zag foto's van managers die tijdens het bedrijfsuitje met de kano waren omgeslagen (voor het goede doel) of dikke lijven die een dag sportief deden op een fiets (en zoveel pond hadden opgehaald voor een goed doel). Ik herkende de namen van de mannen die ik zo zou interviewen. Op de balie van dit commerciele bedrijf stond een grote pot met een gleuf, waarin je donaties kon doen voor het lokale goede doel.
Doet de staat minder dan in Nederland, doen Nederlanders hun goede werken in stilte, of gebeurt er in andere landen gewoon meer voor goede doelen?
Fijn om weer even terug te zijn.