12/20/2004
Op onderzoek
Mijmeringen en boeken (Oë en Mitchell) maakten mijn reis naar Cardiff aangenaam. Eenmaal in Cardiff, was het nog een reis van meer dan twee uur om in het kleine dorp twee valleien verderop te komen, nog geen 20 kilometer van hartje Cardiff.
Eerst met een boemeltje, toen een bus, en het laatste stukje per taxi. Dat laatste bleek nog het moeilijkst. Telkens als ik het plaatsje uitsprak waar ik moest zijn, schudden de tandenloze chauffeurs het hoofd.
'No, Love, Sorry, Cannot get you there. I have my Tea right now, and it is two valleys away.'
Uiteindelijk vond een chauffeur het wat sneu voor mij en bracht me weg, onderwijl klagend over 'the wife' en her 'excessive christmass shopping'.
Na deze reis arriveerde ik bij het bedrijf dat zoveel aandacht had onder mijn vakgenoten, van kranten en zelfs documentaire makers. Ik werd ontvangen als een filmster. Er was een schema gemaakt waarin managers allemaal een uur met mij zouden komen praten. Ik kreeg een spreekkamer tot mijn beschikking en ontving elk uur vers bloed in de muffe kamer.
Van negen tot vijf uur elk uur een nieuw gezicht. En iedereen had minstens 3 centimeter rapporten bij zich en een ongelooflijk optimisme over het bedrijf, over zichzelf en over de wereld in het algemeen. Je zou er bijna treurig van worden, van zoveel vooruitgangsgeloof.
Als eerste kwam de CEO. Om negen uur 's ochtends had hij al het zweet op zijn voorhoofd staan. Rode wangen, en eczeemvlekken rond zijn mond. 'This is a success story' begon hij zijn betoog. Wat volgde waren getallen, grafieken, guitige cartoons. Hij ging maar door. Steeds sneller vervolgde hij zijn verhaal. Telkens als hij ademhaalde probeerde ik hem te onderbreken, maar daarin slaagde ik niet. Het eerste uur was voorbij. De volgende manager kopte op mijn deur.
(Morgen meer)
Mijmeringen en boeken (Oë en Mitchell) maakten mijn reis naar Cardiff aangenaam. Eenmaal in Cardiff, was het nog een reis van meer dan twee uur om in het kleine dorp twee valleien verderop te komen, nog geen 20 kilometer van hartje Cardiff.
Eerst met een boemeltje, toen een bus, en het laatste stukje per taxi. Dat laatste bleek nog het moeilijkst. Telkens als ik het plaatsje uitsprak waar ik moest zijn, schudden de tandenloze chauffeurs het hoofd.
'No, Love, Sorry, Cannot get you there. I have my Tea right now, and it is two valleys away.'
Uiteindelijk vond een chauffeur het wat sneu voor mij en bracht me weg, onderwijl klagend over 'the wife' en her 'excessive christmass shopping'.
Na deze reis arriveerde ik bij het bedrijf dat zoveel aandacht had onder mijn vakgenoten, van kranten en zelfs documentaire makers. Ik werd ontvangen als een filmster. Er was een schema gemaakt waarin managers allemaal een uur met mij zouden komen praten. Ik kreeg een spreekkamer tot mijn beschikking en ontving elk uur vers bloed in de muffe kamer.
Van negen tot vijf uur elk uur een nieuw gezicht. En iedereen had minstens 3 centimeter rapporten bij zich en een ongelooflijk optimisme over het bedrijf, over zichzelf en over de wereld in het algemeen. Je zou er bijna treurig van worden, van zoveel vooruitgangsgeloof.
Als eerste kwam de CEO. Om negen uur 's ochtends had hij al het zweet op zijn voorhoofd staan. Rode wangen, en eczeemvlekken rond zijn mond. 'This is a success story' begon hij zijn betoog. Wat volgde waren getallen, grafieken, guitige cartoons. Hij ging maar door. Steeds sneller vervolgde hij zijn verhaal. Telkens als hij ademhaalde probeerde ik hem te onderbreken, maar daarin slaagde ik niet. Het eerste uur was voorbij. De volgende manager kopte op mijn deur.
(Morgen meer)