<$BlogRSDUrl$>

11/29/2004

 
Telefoongesprek met oom Otto

- Hoe is het met u?

- Niet zo best. Ik was koffie wezen drinken bij cafe Schuttevaer met je-weet-wel-wie...

- De onderwijzer?

- Juist ja. En toen kwam ik terug met pijn in mijn hoofd. Dat komt door de rook of door de tocht. Of allebei. Maar thuis kon ik ook niet rustig aandoen, want ik moest nog twee overhemden in het sop zetten. En ik heb me geschoren. Dat mag ook wel in de krant. Maar het drukst was ik met een surprise.
Ik heb een oud tennisracket genomen. Ziet eruit als nieuw hoor. En op dat tennisracket heb ik een gedicht geplakt. Met allerlei grapjes en steken onder water. En aan het einde van het gedicht staat waar hij het cadeau moet zoeken.

- En wat geeft u als cadeau?

- Een fietsslot, ventieltjes en bandenplakspullen die ik niet meer nodigheb. Ik fiets niet meer, zie je, met die krakkemikkige heup van mij, sinds ze daar een pin doorheen hebben geslagen.
Al die fietsspullen zittten in een emmer. Maar die emmer wil ik wel terug, dat heb ik al in het gedicht gezet. Het is nog een goede emmer.

- Is hij blij met die fietsspullen, denkt u?

- Dat weet ik niet. Maar als hij verstandig is, houdt hij deze zaken in reserve.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?