<$BlogRSDUrl$>

11/11/2004

 
Keuze

Vandaag presenteerden we ons tussenrapport aan de opdrachtgever, een gerenommeerd bedrijf van wereldformaat. Ons rapport bevatte een gedegen analyse, met allerlei nuanceringen, categorieseringen, dilemma’s, patronen, bezwaren. Ik was er best tevreden over.

Voor mij was het de eerste keer dat ik de opdrachtgever ontmoette. Gezien de reputatie van hun bedrijf, verwachtte ik nogal wat tegengas. Wat was de onderbouwing voor dit argument, hoe kwamen we daaraan? Konden we dit element niet meenemen in de analyse?

Maar de heren opdrachtgevers reageerden heel anders. De één wilde vooral uitleg over de basale begrippen die we in ons rapport hadden gebruikt. Hij stelde de uitleg niet ter discussie, maar liet me woord voor woord definiëren en illustreren. Het begon met te dagen dat we veel te verfijnd geweest in dit rapport. Wij nuanceerden en problematiseerden van alles in dit rapport, terwijl we ons hadden moeten beperken tot de basale beschrijving.
De ander keek al die tijd nogal wezenloos toe. Het was een vijftiger die met veel gel zijn haar in stekeltjes had gemodelleerd. Toen de vraag & antwoordsessie klaar was, keek de vijftiger peinzend uit het raam en begon zonder aanwijsbare aanleiding te filosoferen over de toestand in de wereld:

“Jullie rapport heeft het maar over keuzes. Maar zijn keuzes eigenlijk wel zo goed, vraag ik me dan af. Ik heb een boek gelezen, een wetenschappelijk boek, van een echte wetenschapper, en die wetenschapper schreef dat keuzes helemaal niet altijd goed zijn. Integendeel. Iedereen wordt er moe van. We willen helemaal geen keuze. Daarom eindigen we allemaal bij de psychiater.
Ik ging laatste een spijkerbroek kopen. Vroeger liep je gewoon een zaak binnen. Wat is je maat. En dan was je klaar. Maar nu. Dit model, dat model, knopen, rits, kleurtje…ach man. En weet je, het personeel weet het ook niet meer. Dan kan het ook niet meer bijhouden welke modellen in of uit zijn, of van vorig jaar.
Te veel keuze, daar lijden we aan. Niet ik, maar wij, als maatschappij. En dat zeg ik niet, maar dat heb ik dus gelezen in dat wetenschappelijke boek. Het heet ‘de vermoeiende keuze’. Of nee, ‘het gevaar van de keuze’. Of misschien wel: ‘de last van de keuze’. Nou ik weet het niet meer. Maar daar gaat het dus om. Mensen willen helemaal niet kiezen.”

Mijn baas en ik hadden wat geknikt. Ja, nee, inderdaad. Het rapport ging maar zeer zijdelings over keuzemogelijkheden en kiezen. ‘Keuze is lastig, dat is zo. Maar wij zeggen ook niet dat kiezen goed is, of dat keuzemogelijkheden creëren goed is. In dit rapport gaan wij uit van de situatie zoals die nu is, waarin er dus sprake van keuze is.’

De vijftiger was begonnen te glimmen. Zijn stekeltjes gingen nog iets rechter staan. Hij leunde naar voren en priemde zijn wijsvinger naar mij.

‘Ja precies. En ik stel dat ter discussie. Iedereen praat elkaar maar na dat kiezen zo goed is. Nou, geweldig hoor. De prijzen gaan alleen maar omhoog, mensen lopen allemaal bij de psycholoog. Niets dan ellende. En toch blijft iedereen maar volhouden dat keuzevrijheid geweldig is. Maar ik wil helemaal niet kiezen. Dat heb ik altijd al gezegd, en nu is dat dus wetenschappelijk onderbouwd door die wetenschapper.’

Mijn baas en ik keken naar de collega van de anti-keuze man, maar die gaf niet thuis. Er viel een stilte.

“We zullen het meenemen in het rapport” zei mijn baas. We zullen vermelden dat we keuze niet voorschrijven, maar dat we de huidige situatie beschrijven. Is dat wat?”

“Nouja, dan heb ik dat in ieder geval gezegd” beklonk de glimmende vijftiger, met zijn armen strak over elkaar hoog op zijn borst.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?