<$BlogRSDUrl$>

10/04/2004

 
Trein en snot

In de trein begon mijn neus te lopen. Waterig snot. Ik roerde met mijn hand op de bodem van mijn tas maar ik had geen zakdoek bij me.

Je hebt vrouwen die alle eventuele benodigdheden in een handtasje bij zich hebben ('Wil je een pleister? Ik heb wel een aspirientje. Och, ik heb alleen nog labello met aarbeiensmaak'). Ik heb inmiddels een paar handtassen, maar die bezorgen me eigenlijk alleen maar overlast. Ik laat ze óf op feestjes staan omdat ik er niet aan gewend ben, óf de zaken die ik hard nodigheb - een strippenkaart, een zakdoek- zitten net weer in die blauwe handtas die ik vorige week gebruikte en niet in die rode die nu zo leuk bij mijn uitgaanspak staat.

Wat te doen met al dat snot in mijn neus? Ik haalde een keer mijn neus op en probeerde niemand aan te kijken in de volle coupé. Dat kun je één keer doen, maar daarna gaat het opvallen en gaan mensen zich ergeren, althans, ik zou me gaan ergeren. Ik besloot niets te doen en het doorzichtige snot druppelde zo in mijn boek (de Radetzkymars van Joseph Roth). Ik probeerde dit gedruppel ongezien te maken, maar voelde me betrapt door de mevrouw tegenover mij, die haar weerzin niet kon en volgens mij ook niet wilde verbergen.

Ik geen keus. Ik ging over tot het ophalen van mijn neus. Ik keek daarbij in mijn boek om verwijtende blikken te ontwijken. Elke bladzijde haalde ik één keer mijn neus op. En elke keer schaamde ik me.

Toen ik bijna op mijn bestemming was, liep ik naar het balkon. Daar zat een twintiger ongeneerd in zijn neus te pulken. Hij keek vrijmoedig rond, alsof hij niet met een vinger als een vishaak zijn neusgangen schoonhaalde. Normaal zou ik hem bestraffend toekijken, maar nu had ik mijn morele autoriteit verspeeld. Hij leek dit te weten en pulkte bijna uitdagend verder.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?