4/21/2004
Telefoongesprek met oom Otto
- Hoe is het met u, oom Otto?
- Niet zo best eigenlijk. Pijn aan mijn poot. En ook nog pijn in mijn rug. Dat kreeg ik toen ik de betalingen deed. Dat zul je altijd zien, ga je uit logeren, dan krijg je dit allemaal.
- Wanneer gaat u?
- Donderdag al. En er moet nog heel veel gebeuren voor die tijd. Ik was helemaal vergeten naar de kapper te gaan. Dus dat moet morgen gebeuren. Ik heb me al in geen dagen geschoren, dus dat staat morgen ook op het programma. Ik moet eigenlijk ook een nieuwe wekker kopen. Zo'n klein reiswekkertje, want die ik van jou heb is veel te zwaar. Maar dat red ik morgen niet. Lijn vijf komt niet bij de Hema.
Mijn koffer pakken is het grootste karwei. Wandelkleding voor overdag, nette kleding voor als we uit eten gaan, de hele rataplan moet mee. Ik wilde een cadeautje meenemen. Ik dacht aan bonbons, maar dat smelt misschien onderweg. Dan doe ik wel vijf euro in een envelop. Anders wordt het zo'n soesa.
Die dikke trui die tante Ada voor mij heeft gebreid toen ik nog studeerde leek mij heel geschikt voor zo'n strandvakantie. Die is aangenaam warm voor als we gaan wandelen aan het strand. Want het kan nog koud zijn hoor. En regen he. Ze zeggen altijd wel: aan de kust is er minder regen dan landinwaarts, maar dat zeggen die VVV's altijd. En die hebben daar belang bij natuurlijk, die toeristenclubs. Ik heb nog nooit gehoord dat zo'n bericht wordt gecontroleerd. En iedereen neemt het maar gewoon over: aan de kust regent het minder. Dank je de koekkoek.
Je kent die hoed van mij wel he, die zonnehoed uit Italie met die mooie brede rand, die ik tijdens mijn vakantie in 1963 in Rome heb gekocht. Die moet ik ook nog zoeken. Hij zou in de doos onder de tijdschriften moeten liggen. Die hoed wil ik wel mee, want volgens het KNMI is er vrijdag maar 10% kans op neerslag en 60% kans op zon.
- Hoelang gaat u uit logeren?
- 1 nacht.
- Hoe is het met u, oom Otto?
- Niet zo best eigenlijk. Pijn aan mijn poot. En ook nog pijn in mijn rug. Dat kreeg ik toen ik de betalingen deed. Dat zul je altijd zien, ga je uit logeren, dan krijg je dit allemaal.
- Wanneer gaat u?
- Donderdag al. En er moet nog heel veel gebeuren voor die tijd. Ik was helemaal vergeten naar de kapper te gaan. Dus dat moet morgen gebeuren. Ik heb me al in geen dagen geschoren, dus dat staat morgen ook op het programma. Ik moet eigenlijk ook een nieuwe wekker kopen. Zo'n klein reiswekkertje, want die ik van jou heb is veel te zwaar. Maar dat red ik morgen niet. Lijn vijf komt niet bij de Hema.
Mijn koffer pakken is het grootste karwei. Wandelkleding voor overdag, nette kleding voor als we uit eten gaan, de hele rataplan moet mee. Ik wilde een cadeautje meenemen. Ik dacht aan bonbons, maar dat smelt misschien onderweg. Dan doe ik wel vijf euro in een envelop. Anders wordt het zo'n soesa.
Die dikke trui die tante Ada voor mij heeft gebreid toen ik nog studeerde leek mij heel geschikt voor zo'n strandvakantie. Die is aangenaam warm voor als we gaan wandelen aan het strand. Want het kan nog koud zijn hoor. En regen he. Ze zeggen altijd wel: aan de kust is er minder regen dan landinwaarts, maar dat zeggen die VVV's altijd. En die hebben daar belang bij natuurlijk, die toeristenclubs. Ik heb nog nooit gehoord dat zo'n bericht wordt gecontroleerd. En iedereen neemt het maar gewoon over: aan de kust regent het minder. Dank je de koekkoek.
Je kent die hoed van mij wel he, die zonnehoed uit Italie met die mooie brede rand, die ik tijdens mijn vakantie in 1963 in Rome heb gekocht. Die moet ik ook nog zoeken. Hij zou in de doos onder de tijdschriften moeten liggen. Die hoed wil ik wel mee, want volgens het KNMI is er vrijdag maar 10% kans op neerslag en 60% kans op zon.
- Hoelang gaat u uit logeren?
- 1 nacht.