4/23/2004
Mijn vader in Rotterdam
Er moest nog een cadeau voor het huwelijk van mijn broer gekocht worden. Omdat we de kansen in Rotterdam groter inschatten dan in Apeldoorn, kwam mijn vader deze kant op. Ik had mooie kunstwerken in een galerie gezien. Modern, abstract, maar waarvan ik dacht dat het ook nog wel acceptabel zou zijn voor mijn vader en mijn broer. De galeriehoudster vertelde enthousiast over de lokale kunstenaars en hield maar niet op dingen aan te slepen. Ik was gecharmeerd van deze galeriehoudster, vrouwlijk rond, kordaat en met een zwaar Spaans accent. Maar ik wist dat ze kansloos was want ik hoorde het kleingeld van mijn vader al rinkelen in zijn rechterbroekzak. Nog even en hij zou gaan rinkelen met zijn autosleutels in zijn rechterbroekzak. Dat was het teken om de galerie te verlaten.
Vervolgens gingen we naar Mucha in de kunsthal. Natuurlijk ging ons gesprek niet over kunst in het algemeen of over Mucha. In plaats daarvan hadden we het over het wangedrocht dat Rem Koolhaas daar heeft neergezet volgens mijn vader.
Er waren drommen architectuur liefhebbers in en om de Kunsthal want er is een tentoonstelling aan Rem Koolhaas gewijd. Als we weer een liefhebber op de grond zagen liggen om het gebouw uit de mooiste hoek te fotograferen, of als een gids weer het gebouw ophemelde voor een groep artistiekerige bezoekers, verdacht ik mijn vader ervan om zijn stem nog een beetje te verheffen:
'De ingang is niet te vinden. Zie je die drommen daar bij dat voordeurtje dat kleiner is dan de dat van mijn rijtjeshuis? Dat is dan de ingang van een museum. En toe maar, het is ook meteen ook de uitgang, dan krijg je tenminste echte opstoppingen.
Kom je binnen, kun je kiezen. Of je struikelt naar beneden, zo steil als die vloer aflooopt, of je kunt beginnen aan een klim naar boven. Bejaarden redden het niet eens, die stijging van 10%.
En dan hoop je maar dat je in die tussentijd niet in een gat bent geflikkerd. Iedereen zet thuis overal kinderhekjes neer, bang dat kinderen 3 meter naar beneden vallen. Maar Koolhaas niet. Die maakt gewoon een gat in de grond zonder waarschuwing. Zie je die en die en die plek?'
Met de autosleutel wees hij de hoeken van het gebouw aan waar wat witte en donkere kringen waren ontstaan.
'Dat zijn constructie fouten. Het heeft gelekt daar. Je kunt wachten op de betonrot.'
Mijn vader is nu officieel hersteld verklaard door mij.
Er moest nog een cadeau voor het huwelijk van mijn broer gekocht worden. Omdat we de kansen in Rotterdam groter inschatten dan in Apeldoorn, kwam mijn vader deze kant op. Ik had mooie kunstwerken in een galerie gezien. Modern, abstract, maar waarvan ik dacht dat het ook nog wel acceptabel zou zijn voor mijn vader en mijn broer. De galeriehoudster vertelde enthousiast over de lokale kunstenaars en hield maar niet op dingen aan te slepen. Ik was gecharmeerd van deze galeriehoudster, vrouwlijk rond, kordaat en met een zwaar Spaans accent. Maar ik wist dat ze kansloos was want ik hoorde het kleingeld van mijn vader al rinkelen in zijn rechterbroekzak. Nog even en hij zou gaan rinkelen met zijn autosleutels in zijn rechterbroekzak. Dat was het teken om de galerie te verlaten.
Vervolgens gingen we naar Mucha in de kunsthal. Natuurlijk ging ons gesprek niet over kunst in het algemeen of over Mucha. In plaats daarvan hadden we het over het wangedrocht dat Rem Koolhaas daar heeft neergezet volgens mijn vader.
Er waren drommen architectuur liefhebbers in en om de Kunsthal want er is een tentoonstelling aan Rem Koolhaas gewijd. Als we weer een liefhebber op de grond zagen liggen om het gebouw uit de mooiste hoek te fotograferen, of als een gids weer het gebouw ophemelde voor een groep artistiekerige bezoekers, verdacht ik mijn vader ervan om zijn stem nog een beetje te verheffen:
'De ingang is niet te vinden. Zie je die drommen daar bij dat voordeurtje dat kleiner is dan de dat van mijn rijtjeshuis? Dat is dan de ingang van een museum. En toe maar, het is ook meteen ook de uitgang, dan krijg je tenminste echte opstoppingen.
Kom je binnen, kun je kiezen. Of je struikelt naar beneden, zo steil als die vloer aflooopt, of je kunt beginnen aan een klim naar boven. Bejaarden redden het niet eens, die stijging van 10%.
En dan hoop je maar dat je in die tussentijd niet in een gat bent geflikkerd. Iedereen zet thuis overal kinderhekjes neer, bang dat kinderen 3 meter naar beneden vallen. Maar Koolhaas niet. Die maakt gewoon een gat in de grond zonder waarschuwing. Zie je die en die en die plek?'
Met de autosleutel wees hij de hoeken van het gebouw aan waar wat witte en donkere kringen waren ontstaan.
'Dat zijn constructie fouten. Het heeft gelekt daar. Je kunt wachten op de betonrot.'
Mijn vader is nu officieel hersteld verklaard door mij.