4/07/2004
Leve de Rotterdamse bureaucratie
In Rotterdam woon ik in een buurt waar ieder huishouden twee containers heeft: een biobak en een container voor 'restafval'. Die benaming beschouw ik als een soort van newspeak. Want natuurlijk komt in de 'restafval' container al mijn afval terecht, en in de biobak slechts heel incidenteel een verdwaalde tak uit mijn tuin.
Al een jaar hadden we een biobak zonder deksel. Regen vermengde zich met de biosmurrie tot een onwelriekende zud. Dat was behelpen, maar het ging. Op een dag was-ie helemaal verdwenen. Waren het kwajongens uit de buurt geweest? Of waren het de vuilnismannen geweest, die nu genoeg hadden van dat vieze ding? Zonder biobak gingen de weken voorbij en dat was niet echt een probleem mede omdat ik mijn afval eigenlijk niet scheid. Maar nu hadden we de tuin onder handen genomen en was een biobak toch wel handig.
Bang als ik ben voor elke vorm van bureaucratie, had ik er een jaar tegenop gezien hoe dat nu geregeld moest worden. Vast veel formulieren, bewijzen dat je ergens woont, stempels die ik niet meer heb, paspoorten die verlengd moeten worden. En dat allemaal voor een biobak.
Niet zeuren maar doen, mijn nieuwe adagium. Ik belde de Roteb, de instantie die het afval ophaalt in Rotterdam. Binnen drie klikjes in het menu was ik bij de juiste mevrouw. 'U wilt een nieuwe biobak? Geen probleem. Wat is uw postcode? En uw huisnmmer? Dan staat er morgen een nieuwe bij u voor de deur.'
Yeah right, dacht ik als gewoonteslachtoffer van de bureaucratie.
Maar vandaag stond-ie er. Een mooie groenglimmende biobak. Misschien ga ik zelfs mijn afval wel scheiden.
In Rotterdam woon ik in een buurt waar ieder huishouden twee containers heeft: een biobak en een container voor 'restafval'. Die benaming beschouw ik als een soort van newspeak. Want natuurlijk komt in de 'restafval' container al mijn afval terecht, en in de biobak slechts heel incidenteel een verdwaalde tak uit mijn tuin.
Al een jaar hadden we een biobak zonder deksel. Regen vermengde zich met de biosmurrie tot een onwelriekende zud. Dat was behelpen, maar het ging. Op een dag was-ie helemaal verdwenen. Waren het kwajongens uit de buurt geweest? Of waren het de vuilnismannen geweest, die nu genoeg hadden van dat vieze ding? Zonder biobak gingen de weken voorbij en dat was niet echt een probleem mede omdat ik mijn afval eigenlijk niet scheid. Maar nu hadden we de tuin onder handen genomen en was een biobak toch wel handig.
Bang als ik ben voor elke vorm van bureaucratie, had ik er een jaar tegenop gezien hoe dat nu geregeld moest worden. Vast veel formulieren, bewijzen dat je ergens woont, stempels die ik niet meer heb, paspoorten die verlengd moeten worden. En dat allemaal voor een biobak.
Niet zeuren maar doen, mijn nieuwe adagium. Ik belde de Roteb, de instantie die het afval ophaalt in Rotterdam. Binnen drie klikjes in het menu was ik bij de juiste mevrouw. 'U wilt een nieuwe biobak? Geen probleem. Wat is uw postcode? En uw huisnmmer? Dan staat er morgen een nieuwe bij u voor de deur.'
Yeah right, dacht ik als gewoonteslachtoffer van de bureaucratie.
Maar vandaag stond-ie er. Een mooie groenglimmende biobak. Misschien ga ik zelfs mijn afval wel scheiden.