<$BlogRSDUrl$>

2/19/2004

 
Keulen

Ik roerde nogmaals met mijn hand in de onderwereld van mijn handtas. Tussen een aangevreten strippenkaart, een lege mascarastift, pennen en enveloppen met gekrulde hoeken voelde ik het rechthoekige etui. Het was zo nieuw dat ik de leergeur nog meende te ruiken. De dag ervoor had een vriendin van mij het cadeau gedaan voor het behalen van mijn rijbewijs. Heel voorzichtig had ik de roze hostie tussen het cellofaan gelegd.

Ik was sinds drie weken beëdigd coureur en ik stond nu al aan het begin van mijn eerste verre reis. Ik had de route Nijmegen – Keulen bestudeerd op de autokaart, maar dat gaf me geen vertrouwen. Mijn ervaring was dat op de autoborden toch altijd net weer iets stond waardoor je in verwarring kwam en dus de verkeerde afslag nam. Je kwam vervolgens terecht in een doolhof van eenrichtingsstraatjes of doorgaande wegen waar je nooit meer vanaf kwam. En als je dan bedacht had ergens te keren, gingen mensen achter je ongeduldig toeteren en belandde je in een toestand van zodanige stress dat die voor een dierenproef als onverantwoord zou zijn bestempeld. En zo kwam je dan met natte nekharen nooit waar je moest zijn. Maar gelukkig, ik reisde niet alleen. Roodharige Inez vergezelde mij op dit stedentripje.

Natuurlijk was Inez nog niet gereed toen ik aanbelde. Ik stond midden op de weg. Inparkeren kon en kan ik niet. Het is me precies één keer gelukt en dat was tijdens mijn rijexamen. Maar de oranje Opel Ascona stond wel goed in de rustige laan onder de grote eik en ik dronk koffie terwijl Inez nog moest douchen. Tijdens de tweede kop koffie overlegde ik de autokaart aan Inez, zodat zij de route uit haar hoofd kon leren. Druppels vielen van haar nog natte haar op de autokaart. Ze deed niet eens of ze luisterde en liet me zien naar welke musea en galerietjes zij wilde. Ik vertelde dat ik ook een hotelletje wist. ‘Nee, dat moeten we niet van tevoren boeken. We moeten gewoon op een bankje gaan zitten of in een café en dan komen we wel iets tegen’. 'Dat lijkt me niets, we moeten toch onze spullen kwijt?'

Na de tweede kop koffie stapten we in voor onze grote reis. Ik overhandigde haar de autokaart. ‘Wat moet ik daar mee?’, vroeg rijbewijsloze Inez. ‘Kaartlezen natuurlijk, de bijrijder moet de kaart lezen’. ‘Ik word misselijk als ik lees in de auto’ en ze borg de kaart op in het handschoenenvakje, die wel openging maar niet meer bleek te sluiten. Het klepje schommelde de rest van de weg zachtjes met ons mee.
(wordt vervolgd)

This page is powered by Blogger. Isn't yours?