1/24/2004
Verliefd op Gergjev
Een tijdje terug, toen ik al 1 fles wijn had gedronken met mijn lief, zag ik een 'masterclass dirigeren' gegeven door Gergjev. Het bleek aanleiding om een tweede fles te openen en reden om 'm leeg te drinken.
Ik kende Gergjev niet voordat ik in Rotterdam woonde. Als ik een muziekliefhebber was geweest, had ik hem allang gekend. Een belangrijk dirigent, alom geroemd, 'hij haalt klanken uit het orkest die niemand eruit haalt'. Maar ik kende hem niet. Hier aan de Maas wordt het Gergjev festival groots gevierd en ik had hem op een van de drie (!) lokale t.v. zenders wel eens voorbij zien komen. Een dirigent van middelbare leeftijd die Engels met een sexy Russisch accent spreekt. Wat kalend, wat dikkig, grote ietwat bolle ogen. Een energieke man, zo in een interview.
Bij het zien van de eerste beelden van Gergjev-in-actie was ik geintrigeerd. Had ik kunnen zeggen. Maar dat is niet waar. Ik ben verliefd.
Niet om zijn muzikale talenten want ik weet niets van muziek. Ik heb twaalf jaar pianoles gehad en kan net een sonatine spelen (een muzikale vriendin van mij: 'maar sonatines zijn ook al heel mooi'); mijn vriend zet al vijftien jaar lang de vierde, vijfde of tweede en eerste van Mahler op en nog ken ik het verschil niet.
En wat ik ook zou willen, ik ben ook een product van een opgewerkte middenstandersfamilie met sporen in het criminele circuit enerzijds en afzakkende burgerlijke tak anderzijds. Ben ik daarom volks in mijn smaak?
Ik houd van effecten die niet subtiel onderhuids spelen, maar er met geluid, tekst en gebaar dik bovenop liggen. Ter illustratie: ja, ik houd van Bach, van Radiohead en zo nog wat, maar de enige keren dat ik gehuild heb bij muziek zijn: Sinead O'Connor (Nothing Compares to U), Johnny Cash (the man comes around), Brel (huilende vriend), de 1e van Mahler (op het einde, als de engelen komen, in een 'live' uitvoering door het Concertgebouw Orkest. Dit zeg ik niet omdat ik kieskeurig ben in uitvoeringen maar omdat ik deze ervaring nog eens wilde oproepen, maar bij het Gelders Orkest bleven de tranen toch echt ver ver weg), Requiem van Mozart en bij Willeke Alberti (Telkens weer).
Valery Gergjev. Hij staat als een leeuw voor het orkest. Hij heeft de wilde blik van Jack Nicholson in zijn goede films, ongetemd. Maar Gergjev is meer dan een sluip grijp roofdier. Hij is verfijnd, erudiet, aanstekelijk gepassioneerd voor de muziek. En hij kan zijn passie overbrengen op een manier -die nooit ten koste gaat van de leerling-dirigent- die muziek inzichtelijker maakt voor leken als ik. Hij had simpele interventies: hij liet de leerling-dirigenten hun stokje -waarmee ze als een schoolfrik zwaaiden- wegleggen, hij liet hen de leden van het orkest aankijken, hij liet hen kleinere bewegingen maken. En meteen KLONK het anders, veel beter, dat kon ik zelfs horen. Maar dat was niet de reden van mijn verliefdheid, dat hij met zulke ingrepen mooiere muziek kon maken.
Gergjev straalt oerkracht en verfijndheid uit. Hij is Alert. Energiek. Slim. Sociaal begaafd. En dat allemaal tegelijk.
Het is stil. De zaal is stil. Hij stáát voor dat orkest. Hij bepaalt wanneer het allemaal begint. Hij kijkt iedereen aan. En dan zet hij in. Hij heeft geen stokje nodig. Hij besluipt de een, hij zwakt de ander af, hij fronst met zijn wenkbrauwen, hij geeft het sssst teken met zijn lippen. Opeens lijkt musiceren zo natuurlijk, zelfs inzichtelijk voor iemand als ik.
Na drie maten zwieren zijn haren in natte slierten om hem heen. In heftige gedeelten van de muziek zie je de zweetdruppels van hem afspatten. Wat hij met zijn handen doet is ballet voor twee handen. Lange vingers, controle tot in zijn vingertoppen.
Muziek met Gergjev is geen muziek. Dat is een gecultiveerde oerdaad die iedereen begrijpt. Of zou willen begrijpen.
Een tijdje terug, toen ik al 1 fles wijn had gedronken met mijn lief, zag ik een 'masterclass dirigeren' gegeven door Gergjev. Het bleek aanleiding om een tweede fles te openen en reden om 'm leeg te drinken.
Ik kende Gergjev niet voordat ik in Rotterdam woonde. Als ik een muziekliefhebber was geweest, had ik hem allang gekend. Een belangrijk dirigent, alom geroemd, 'hij haalt klanken uit het orkest die niemand eruit haalt'. Maar ik kende hem niet. Hier aan de Maas wordt het Gergjev festival groots gevierd en ik had hem op een van de drie (!) lokale t.v. zenders wel eens voorbij zien komen. Een dirigent van middelbare leeftijd die Engels met een sexy Russisch accent spreekt. Wat kalend, wat dikkig, grote ietwat bolle ogen. Een energieke man, zo in een interview.
Bij het zien van de eerste beelden van Gergjev-in-actie was ik geintrigeerd. Had ik kunnen zeggen. Maar dat is niet waar. Ik ben verliefd.
Niet om zijn muzikale talenten want ik weet niets van muziek. Ik heb twaalf jaar pianoles gehad en kan net een sonatine spelen (een muzikale vriendin van mij: 'maar sonatines zijn ook al heel mooi'); mijn vriend zet al vijftien jaar lang de vierde, vijfde of tweede en eerste van Mahler op en nog ken ik het verschil niet.
En wat ik ook zou willen, ik ben ook een product van een opgewerkte middenstandersfamilie met sporen in het criminele circuit enerzijds en afzakkende burgerlijke tak anderzijds. Ben ik daarom volks in mijn smaak?
Ik houd van effecten die niet subtiel onderhuids spelen, maar er met geluid, tekst en gebaar dik bovenop liggen. Ter illustratie: ja, ik houd van Bach, van Radiohead en zo nog wat, maar de enige keren dat ik gehuild heb bij muziek zijn: Sinead O'Connor (Nothing Compares to U), Johnny Cash (the man comes around), Brel (huilende vriend), de 1e van Mahler (op het einde, als de engelen komen, in een 'live' uitvoering door het Concertgebouw Orkest. Dit zeg ik niet omdat ik kieskeurig ben in uitvoeringen maar omdat ik deze ervaring nog eens wilde oproepen, maar bij het Gelders Orkest bleven de tranen toch echt ver ver weg), Requiem van Mozart en bij Willeke Alberti (Telkens weer).
Valery Gergjev. Hij staat als een leeuw voor het orkest. Hij heeft de wilde blik van Jack Nicholson in zijn goede films, ongetemd. Maar Gergjev is meer dan een sluip grijp roofdier. Hij is verfijnd, erudiet, aanstekelijk gepassioneerd voor de muziek. En hij kan zijn passie overbrengen op een manier -die nooit ten koste gaat van de leerling-dirigent- die muziek inzichtelijker maakt voor leken als ik. Hij had simpele interventies: hij liet de leerling-dirigenten hun stokje -waarmee ze als een schoolfrik zwaaiden- wegleggen, hij liet hen de leden van het orkest aankijken, hij liet hen kleinere bewegingen maken. En meteen KLONK het anders, veel beter, dat kon ik zelfs horen. Maar dat was niet de reden van mijn verliefdheid, dat hij met zulke ingrepen mooiere muziek kon maken.
Gergjev straalt oerkracht en verfijndheid uit. Hij is Alert. Energiek. Slim. Sociaal begaafd. En dat allemaal tegelijk.
Het is stil. De zaal is stil. Hij stáát voor dat orkest. Hij bepaalt wanneer het allemaal begint. Hij kijkt iedereen aan. En dan zet hij in. Hij heeft geen stokje nodig. Hij besluipt de een, hij zwakt de ander af, hij fronst met zijn wenkbrauwen, hij geeft het sssst teken met zijn lippen. Opeens lijkt musiceren zo natuurlijk, zelfs inzichtelijk voor iemand als ik.
Na drie maten zwieren zijn haren in natte slierten om hem heen. In heftige gedeelten van de muziek zie je de zweetdruppels van hem afspatten. Wat hij met zijn handen doet is ballet voor twee handen. Lange vingers, controle tot in zijn vingertoppen.
Muziek met Gergjev is geen muziek. Dat is een gecultiveerde oerdaad die iedereen begrijpt. Of zou willen begrijpen.