<$BlogRSDUrl$>

9/16/2003

 
Lampionnen

De instructies waren duidelijk. Een wekker. Met duidelijke wijzers en cijfers. Het liefst handmatig op te draaien, maar hij moest niet te hard tikken. En de wekker moest ook niet te groot zijn. En stevig staan. Want die vorige die ik voor oom Otto had meegenomen, voldeed niet. Hij had de bon nog, misschien kon ik 'm wel ruilen bij de Hema. Verder graag dunne doekjes om tussen de tenen te kunnen drogen.
Rond half zes bel ik aan bij oom Otto. Hij zag er pico bello uit en ik complimenteerde hem met zijn dandy-outfit. 'vind je het mooi, vind je het echt mooi', vroeg hij opgewonden. Vind je dat ze de broek mooi op lengte hebben gemaakt? En vind je niet dat het jasje te strak zit? Nee oom Otto, het staat u echt heel mooi. 'Je ziet wel dat het van Gils is he?' Wat zag hij er anders uit, in deze nieuwe outfit. Soms kan hij zo onverzorgd zijn met gerafelde boorden van zijn overhemd, een jas met vlekken en een versleten tas.

Voor zijn verjaardag had ik nauwkeurig voorgeschreven cadeautjes meegenomen. Ik had afgeleerd om eigen initiatief te tonen, want altijd moest ik het cadeau dan weer mee naar huis nemen ('hier heb ik niets aan'). Hij pakte de wekker uit. Die was uitstekend. Toen pakte hij de doekjes uit. 'Dit is helemaal niet wat ik bedoelde. Veel te dik'. 'Zal ik ze mee terugnemen?'. Ja, doe maar. Het moet namelijk een heel dun randje zijn, voor tussen mijn tenen'. 'Wacht, ik zal je laten zien welk doekje ik nu gebruik'. Met veel moeite richtte hij zich op en baande zich een weg tussen de dozen, stapels kleren, omgevallen cahiers en plasticzakken. Hij pakte een spinneweb dat ooit een doekje was geweest. Compleet versleten. De gaten waren groter dan dan de dunne draadjes stof die de gaten aaneensloten. 'maar deze doek is nu een beetje versleten'. De doekjes gingen weer terug in mijn tas. 'nou, laat er maar eentje hier'. Ook goed.

Oom Otto stak van wal en laveerde in een monoloog van anderhalf uur moeiteloos van persoonlijke gebeurtenissen (een buurvrouw die de deur openhield in het appartementsgebouw waar hij woont...maar daar gaat het niet om: ze woont hier wel illegaal) naar wereldzaken (en zo gaat het ook in Nederland); van verleden (en die pleegma van mij na de oorlog, nou die wist wel van wanten) naar een nog verder verleden (en die Hocholzen uit Duitsland, dat is weer een betovergrootvader van jou).
Hij had mijn komst voorbereid. Voor hem lag een lijstje met te bespreken items. Hij keek naar het lijstje en stak van wal. Dat roken zo slecht voor de volksgezondheid was. En dat ze bij hem op de tennisclub ook rookte en dat de hoogste teams daardoor waren gedegradeerd. Na een lange uitwijding, schrapte hij dit onderwerp van het lijstje. Zo gingen we meer punten af. Ik blijf haken aan de woorden van een andere tijd: 'geduvel'; 'soesa'; 'labbekakkerig'; 'de mailboot'.
Dan richt hij zich met moeite op om een doosje te pakken met daaromheen een elastiekje. Ik krijg een doosje met thee. Hij kreeg namelijk wel eens theezakjes bij cafe schuttevaer die hij niet gebruikte. Die nam hij dan mee naar huis en die kreeg ik nu cadeau. Ook stopt hij me enkele kopieen toe van krantenberichten over onderwerpen die mij weleens zouden interesseren. Hij vraagt me raad over kleine dingen (hoeveel zal ik die en die geven voor zijn verjaardag; wat moet ik tegen de hulp zegen als die de zaak verslonst).

Uiteindelijk belanden we in cafe Schuttevaer. De bestelling wordt opgenomen en ter voorbereiding speldt oom Otto zijn katoenen servet voor, met van die kleine wasknijpertjes waar je kerstkaarten mee kunt ophangen. Tijdens het diner praat oom Otto over het onderwerp dat mij het liefst is: Indie en de net-naoorlogse tijd. Hoe het was om als repatriant in Nederland te leven, tussen allemaal mensen die er niets van begrepen dat je in een Friese plas niet ging zwemmen bij het riet (want daar zaten de krokodillen); of die je gekke dingen lieten uitspoken met inkt omdat je dat nog nooit had gezien (in Indie schreef je tijdens de oorlog alleen in het zand; er was geen inkt in de Jappenkampen).

De volgende dag belt oom Otto op. Hij was verbaasd dat ze bij cafe Schuttevaer de vlag niet uit hadden en de lampionnen niet hadden aangestoken. Want het was toch feest! Hij had een heel leuke avond gehad, en dan vergeet Schuttevaer de vlag uit te doen!
En de handdoekjes waren bij nader inzien toch goed. Aan de korte kant zat een dun randje. Maar hij had de doekjes liever in het wit.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?