9/25/2003
Desillusie, maar dan erger
Ik had me er zo op verheugd. Wat een baan had ik toch, dat ik zo maar onder werktijd naar een discussie met o.a. Bas Heijne, Arie v.d. Zwan, en ook nog Marc Leijendekker (NRC), en oja, een prominente LPF-er over de drama-democratie. Ik was benieuwd naar het boek van vd Zwan over populisme en alles wat Bas Heijne zegt is waar, dus dat beloofde een avond te worden die mij altijd bij zou blijven.
Het was wat gedoe en ik moest wat schuiven in mijn agenda, maar stipt 1700 was ik ter plaatse. De enige andere gast die ook ook vroeg op tijd was, een geslaagde man in zandkleurige colbert, keurde mij geen blik waardig. In de lege kantine probeerde ik een gesprekje aan te knopen, maar hij deed of hij foto's aan de wand bekeek. Ook goed.
De gasten druppelden binnen. Op twee na, waren dat allemaal mannen, veelal 45+. Twee soorten kleding domineerden. De eerste groep droeg een een krijtstreeppak met uitbundig gestreept overhemd eronder. Van twee van deze pakkendragers ving ik op dat het accountants waren. De andere variant was gekleed in jagersgroen en -geel in gewaagde combinatie met een ton sur ton jasje en overhemd. Waar was ik beland?
De voorzitter opende de avond. Helaas. Arie wilde niet komen toen hij hoorde dat hij in debat moest met de Leefbaar Rotterdam-man Marco Pastors. Waar de NRC-man bleef, was iedereen een raadsel en Bas Heijne was nooit besteld. Maar niet getreurd, hier kwam de voorman van Leefbaar Rotterdam: Marco Pastors.
Deze sprak wat weifelend, dat het midden hield tussen een verontschuldigende en een verdedigende houding. Het was duidelijk dat het allemaal heel serieus was. Toen iemand in de zaal een grapje maakte, werd hij boos. Zo waren we niet getrouwd. Hij begon te vertellen over Pim Fortuyn, die hij had leren kennen bij de OV jaarkaart b.v. Pim was toen al een geweldige leider. 'Zo was mijn Pim', zei hij een keer. Pim had veel aan de orde gesteld, en niet alleen de immigratie ('want we kunnen natuurlijk niet hebben dat de hele wereld naar Nederland komt'). Pim had bijvoorbeeld ook al gezegd dat het zo niet langer kon met de WAO. '1 miljoen mensen in de WAO. Dan zou je toch verwachten dat je allemaal rolstoelen, rollators en blindenstokken op straat ziet. Maar ik zie ze niet. Waar zijn dan al die arbeidsongeschikten?' Er werd gegniffeld in de zaal. Na een lofzang van een half uurtje die uit Pim-anecdotes bestond, sloot de spreker af dat we weer een sterke leider nodig hadden.
Na het instemmend gegniffel op het WAO grapje verbaase de bijval uit het publiek mij niet echt. De man die mij in het begin had genegeerd, kreeg het woord. Inderdaad. Leiders hebben we nodig. Sinds Colijn, Drees en Den Uyl had Nederland geen leider meer gekend. Marco Pastors viel de man uit het publiek bij: Wiegel had het gekund, maar die heeft het niet gedaan. Die heeft Nederland laten zitten.
Hierop ontspon zich een discussie waarin mij de rode draad ontging. Het ging over leiderschap, over organisatiemodellen die van toepassing werden verklaard op de samenleving, men sprak veel over 'de massa' en kwam weer terug bij leiderschap.
In de pauze ben ik naar huis gegaan. Stil voor mij uitstarend had ik 30 minuten om bij te komen van deze totale desillusie. De prachtige zonsondergang boven de weilanden maakte maar nauwelijks iets goed.
Toen kwam een Marokkaanse jongen van een jaar of veertien de 1e klas coupe binnen. Hij droeg een trainingspak met capuchon. Hij knoopte een gesprek aan, nee, hij vroeg me het hemd van het lijf. Hield ik van voetbal? Had ik werk? Wat dan? De universiteit? De universiteit???!! Sohe.
En wat doe jij?
Toch nog een beetje leuke avond.
Ik had me er zo op verheugd. Wat een baan had ik toch, dat ik zo maar onder werktijd naar een discussie met o.a. Bas Heijne, Arie v.d. Zwan, en ook nog Marc Leijendekker (NRC), en oja, een prominente LPF-er over de drama-democratie. Ik was benieuwd naar het boek van vd Zwan over populisme en alles wat Bas Heijne zegt is waar, dus dat beloofde een avond te worden die mij altijd bij zou blijven.
Het was wat gedoe en ik moest wat schuiven in mijn agenda, maar stipt 1700 was ik ter plaatse. De enige andere gast die ook ook vroeg op tijd was, een geslaagde man in zandkleurige colbert, keurde mij geen blik waardig. In de lege kantine probeerde ik een gesprekje aan te knopen, maar hij deed of hij foto's aan de wand bekeek. Ook goed.
De gasten druppelden binnen. Op twee na, waren dat allemaal mannen, veelal 45+. Twee soorten kleding domineerden. De eerste groep droeg een een krijtstreeppak met uitbundig gestreept overhemd eronder. Van twee van deze pakkendragers ving ik op dat het accountants waren. De andere variant was gekleed in jagersgroen en -geel in gewaagde combinatie met een ton sur ton jasje en overhemd. Waar was ik beland?
De voorzitter opende de avond. Helaas. Arie wilde niet komen toen hij hoorde dat hij in debat moest met de Leefbaar Rotterdam-man Marco Pastors. Waar de NRC-man bleef, was iedereen een raadsel en Bas Heijne was nooit besteld. Maar niet getreurd, hier kwam de voorman van Leefbaar Rotterdam: Marco Pastors.
Deze sprak wat weifelend, dat het midden hield tussen een verontschuldigende en een verdedigende houding. Het was duidelijk dat het allemaal heel serieus was. Toen iemand in de zaal een grapje maakte, werd hij boos. Zo waren we niet getrouwd. Hij begon te vertellen over Pim Fortuyn, die hij had leren kennen bij de OV jaarkaart b.v. Pim was toen al een geweldige leider. 'Zo was mijn Pim', zei hij een keer. Pim had veel aan de orde gesteld, en niet alleen de immigratie ('want we kunnen natuurlijk niet hebben dat de hele wereld naar Nederland komt'). Pim had bijvoorbeeld ook al gezegd dat het zo niet langer kon met de WAO. '1 miljoen mensen in de WAO. Dan zou je toch verwachten dat je allemaal rolstoelen, rollators en blindenstokken op straat ziet. Maar ik zie ze niet. Waar zijn dan al die arbeidsongeschikten?' Er werd gegniffeld in de zaal. Na een lofzang van een half uurtje die uit Pim-anecdotes bestond, sloot de spreker af dat we weer een sterke leider nodig hadden.
Na het instemmend gegniffel op het WAO grapje verbaase de bijval uit het publiek mij niet echt. De man die mij in het begin had genegeerd, kreeg het woord. Inderdaad. Leiders hebben we nodig. Sinds Colijn, Drees en Den Uyl had Nederland geen leider meer gekend. Marco Pastors viel de man uit het publiek bij: Wiegel had het gekund, maar die heeft het niet gedaan. Die heeft Nederland laten zitten.
Hierop ontspon zich een discussie waarin mij de rode draad ontging. Het ging over leiderschap, over organisatiemodellen die van toepassing werden verklaard op de samenleving, men sprak veel over 'de massa' en kwam weer terug bij leiderschap.
In de pauze ben ik naar huis gegaan. Stil voor mij uitstarend had ik 30 minuten om bij te komen van deze totale desillusie. De prachtige zonsondergang boven de weilanden maakte maar nauwelijks iets goed.
Toen kwam een Marokkaanse jongen van een jaar of veertien de 1e klas coupe binnen. Hij droeg een trainingspak met capuchon. Hij knoopte een gesprek aan, nee, hij vroeg me het hemd van het lijf. Hield ik van voetbal? Had ik werk? Wat dan? De universiteit? De universiteit???!! Sohe.
En wat doe jij?
Toch nog een beetje leuke avond.