<$BlogRSDUrl$>

9/26/2003

 
De bevalling (2)

De weeen werden allengs krachtiger, maar dit boezemde me geen angst in. Eerder vertrouwen: het is op de goede weg. Om zeven uur 's ochtends wekte ik R.: we moeten de verloskundige bellen, de weeen komen steeds sneller.
Het was ijskoud die nacht. De verloskundige kwam met een stagiare binnen en ik voelde de kou met hun jassen mee naar binnen komen. Ze wilde kijken hoeveel ontsluiting ik had. Nu had ik een naieve voorstelling van dat bepalen van de ontsluiting. Ik dacht dat de verloskundige een zaklamp tussen mijn benen zou richten en zo zou kunnen zien of het al opschoot. Zo gaat dat dus niet. In plaats daarvan wilde ze 'toucheren'. Door die term werd ik weer misleid. Ik dacht dat 'toucheren' iets betekende als 'zachtjes aanraken'. Al gauw bleek wat de term inhield. De verloskundige wringt zich een weg naar binnen en hardhandig peutert en wrikt ze om tot haar oordeel te komen. Haar oordeel hield ze nog even voor zich. 'Mag de stagiaire ook even?'. 'Ja hoor', zei ik beleefd, terwijl ik een wee wegpufte. Met haar koude onervaren hand voerde de stagiare de handelingen nog pijnlijker uit. En het duurde veel te lang. Ondertussen kwam de volgende wee alweer, die ik niet kon 'opvangen' in de houding die nodig was voor het toucheren. En dan doet een wee heel veel pijn. Het oordeel was teleurstellend: nauwelijks ontsluiting. En zonder ontsluiting geen geboorte want dan kan het kind er niet uit.
De verloskundige en co hesen zich weer in de dikke winterjassen en we zouden contact houden.
De weeen waren inmiddels behoorlijk pijnlijk geworden. Steken die als brandpunt mijn buik en mijn rug hadden, maar die ook doortrokken naar mijn benen. Ze hielden altijd langer aan dan je dacht. Maar het was nog te doen. R. pufte professioneel mee en verzorgde mij zoals ik me zelden had laten verzorgen. Hij schilde een peertje voor me, zette een glas water voor me klaar. Ik moest me ook wel laten verzorgen want de weeen namen mij geheel in beslag. Ik kon niets anders denken en ik kon niets anders doen dan in het ritme van de weeen te ademen.
In de achterkamer verscheen een streep zonlicht. R. zette een stoel voor mij klaar in die warme strook. Tijdens een wee hingen we samen over de reling, en tussen de weeen zat ik ik die rechte stoel in de winterzon. R. zorgde ook voor muziek. Hij koos voor Bach. Hoewel ik pijn had, pijn zoals ik nooit eerder had gehad, was ik niet bang. Ik voelde me gelukkig samen met R. en wist dat ik het zo samen wel kon. Het waren intense momenten en om dat samen mee te maken was misschien wel het intiemste wat ik tot nu toe met R. had beleefd.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?