<$BlogRSDUrl$>

6/28/2003

 
Lieve K. was vandaag bij mij. Eerst schreef ik 'op bezoek', maar K. is nooit op bezoek. Ik had me verheugd op haar komst. Alleen al de voorpret is voldoende reden om een afspraak met haar te maken. In gedachten had ik al stapeltjes en categorietjes die ik met K. wilde delen. Ze houdt ook van fotograferen en ik had mijn laatste foto's klaargelegd. Bij onze routine hoort ook dat we even een blik werpen in elkaars kledingkast. Even de nieuwe aanwinsten monsteren. Dat doe ik met niemand anders, alleen met K.
Bij al mijn andere 'bezoek' ben ik altijd een beetje neurotisch. Ik zorg dat de koffiekopjes klaarstaan, dat ik alleen nog maar het knopje van het koffiezetapparaat hoef te bedienen, al het bestek en porcelein binnen reikafstand. Het huis is opgeruimd, de wc nog even extra gepoetst. Maar K. treft mij altijd naturel. Ik wil haar wel verwennen en verrassen, maar ik dirk me niet op voor haar.
En dat is een beetje raar. Met andere vrienden heb ik, zo op het oog, veel meer gemeen. K. leest bijvoorbeeld geen boeken, gaat niet naar filmhuisfilms, bezoekt geen tentoonstellingen, leest andere tijdschriften. Ik dacht dat overlap in dit soort eerste levenssferen een noodzakelijke voorwaarde was voor een vriendschap, maar het blijken parafernalia.
Een voorbeeld. Lena was geboren. Het was een klotebevalling, waarover vast nog wel een keertje meer, en een klotetijd in het ziekenhuis. Lena lag in een doorzichtig plastic wiegje (zou zo door Philip Starck ontworpen kunnen zijn) op de kinderafdeling. Op haar buikje ronde stickers met veel draden en een reuze-infuus door een spille-armpje. Aan het hoofdeinde van SF wiegje een monitor met groen oplichtende spirograaf tekeningen, waarbij een bel met veel te grote regelmaat angstaanjagend loeide. De verpleegkundigen reageerden steevast met 'dat is niets hoor, daar hoef je niet van te schrikken'. Maar ik ben niet gek: dat alarm zit er niet voor niets op.
Dat verhaal, waarin een boosaardige gynaecologe figureert en ook de thuisbevalmaffia met baarkruk onder de arm een rol krijgt toebedeeld, zal ik later nog eens opschrijven.
Ik had vanuit het ziekenhuisbed in de eerste uren na de bevalling de belangrijkste mensen ingelicht over het grote nieuws. Ik kon heel feitelijk vertellen hoe het was gegaan, hoelang, hoeveel en wat voor infectie. Ja, heel vervelend, maar gelukkig is alles goed, wat je zegt, het valt wel mee, en ja, ze kunnen veel tegenwoordig.
K. belde ik na een dag. Ze begon te huilen toen ze het hoorde. 'Wat erg voor je. Zo'n klein armpje en zo'n groot infuus, en jij na zo'n zware bevalling ook nog gescheiden van Lena.' Voor het eerst huilde ik en huilde ik en huilde ik. En dat voelde zo goed.
Ik dacht dat dat gedoe nu lang achter mij lag, maar ook nu lopen er weer tranen over mijn wangen.

Vandaag had ik willen schrijven thema's rondom werk en moederschap (werkende vrouwen en vooroordelen van bazen en collega's; welke anti-conceptie; ambitie) waar K. en ik het ook veel over hebben gehad. Maar dan rolt er opeens zo'n ode aan K. uit. Want als deze blog dat niet is, zou het er een moeten zijn. En hierin schuilt voor mij de lol van het bloggen: zonder plan een interessant punt bereiken, of met masterplan ergens anders uitkomen. Veel interessanter dan de standaardcollectie nog eens routineus langslopen.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?