6/29/2003
De laatste tijd gaan gesprekken met mijn vrienden vaak over doodlopende straten, heimelijke ambities, geneugten, wensen, 'waarom het eigenlijk draait in het leven'. Geen van mijn vrienden is volledig tevreden met zijn of haar huidige baan, terwijl ze dat een aantal jaren geleden wel waren. We kunnen er uren over praten. Over dat we te weinig verdienen. Of juist veel te veel, gezien de relatieve irrelevantie van ons werk voor het welzijn van de samenleving, nee van de wereldgemeenschap. Over sleur in het werk, incompetente bazen, slechte koffie, of het feit dat alleen de leuke collega's nog een reden zijn om fluitend naar het werk te gaan.
En dan denk ik vaak aan mijn vader. Zou die nu ook continu nagedacht hebben over wie hij was, zou willen zijn en of zijn baan nu de intrinsieke drijfveer voor het vervullen van zijn wensen bood. Of moest er gewoon brood op de plank?
Ik denk dat hier een aanwijzing zit waarom veel meer vrouwen dan mannen in de WAO belanden. Met name hoogopgeleide jonge vrouwen belanden vroeg in hun carriere in de WAO. Volgens mij komt dat doordat zij reflecteren omdat zij kunnen kiezen. Want als vrouw kun je heel goed verkopen waarom je een aantal jaren 'een sabbatical neemt'. Vroeger heette dat huisvrouw worden. Voor mannen is het veel minder vanzelfsprekend om zo vrij over hun werkend bestaan te denken. Je kunt wel fantaseren, maar aan het einde van de maand moet er wel wat op het loonstrookje staan. Die hypotheek tikt door. Volhouden dus. Als het bij vrouwen even niet zo lekker loopt op het werk, kan deze twijfel existentiele proporties aannemen omdat stoppen een reele optie is. Ben ik wel wie ik wil zijn in mijn werk? Haal ik zo het beste uit mezelf? Beteken ik op deze manier het meest voor de samenleving? Moet ik wel een betaalde baan nastreven? Die twijfel leidt soms tot loutering. Maar twijfel gecombineerd met inertie of onvermogen slaat alle ambitie en werkvreugde dood.
Aldus de wereld volgens GBJ louterlog.
En dan denk ik vaak aan mijn vader. Zou die nu ook continu nagedacht hebben over wie hij was, zou willen zijn en of zijn baan nu de intrinsieke drijfveer voor het vervullen van zijn wensen bood. Of moest er gewoon brood op de plank?
Ik denk dat hier een aanwijzing zit waarom veel meer vrouwen dan mannen in de WAO belanden. Met name hoogopgeleide jonge vrouwen belanden vroeg in hun carriere in de WAO. Volgens mij komt dat doordat zij reflecteren omdat zij kunnen kiezen. Want als vrouw kun je heel goed verkopen waarom je een aantal jaren 'een sabbatical neemt'. Vroeger heette dat huisvrouw worden. Voor mannen is het veel minder vanzelfsprekend om zo vrij over hun werkend bestaan te denken. Je kunt wel fantaseren, maar aan het einde van de maand moet er wel wat op het loonstrookje staan. Die hypotheek tikt door. Volhouden dus. Als het bij vrouwen even niet zo lekker loopt op het werk, kan deze twijfel existentiele proporties aannemen omdat stoppen een reele optie is. Ben ik wel wie ik wil zijn in mijn werk? Haal ik zo het beste uit mezelf? Beteken ik op deze manier het meest voor de samenleving? Moet ik wel een betaalde baan nastreven? Die twijfel leidt soms tot loutering. Maar twijfel gecombineerd met inertie of onvermogen slaat alle ambitie en werkvreugde dood.
Aldus de wereld volgens GBJ louterlog.