5/22/2003
Kutmarokkanen.
De straat is opgebroken. Het is na vieren en de stratenmakers zijn al naar huis. De straat is drassig. Naast de plassen liggen stapels stenen. Drie jongens van zo 11,12 misschien 13 jaar zijn met takjes aan het pieren in de plas. De oudste van het stel gooit een steen in een plas. Een jonge vrouw die net passeert, ontwijkt de spetters net niet op tijd en monstert de moddervlekjes op haar witte laarzen. Ze wordt kwaad:
'Kutmarokkanen! Ga ergens anders klooien'.
'Maar wij zijn geeneens Marokkanen', roept de middelste jongen terug.
'Zo gedragen jullie je anders wel'
De straat is opgebroken. Het is na vieren en de stratenmakers zijn al naar huis. De straat is drassig. Naast de plassen liggen stapels stenen. Drie jongens van zo 11,12 misschien 13 jaar zijn met takjes aan het pieren in de plas. De oudste van het stel gooit een steen in een plas. Een jonge vrouw die net passeert, ontwijkt de spetters net niet op tijd en monstert de moddervlekjes op haar witte laarzen. Ze wordt kwaad:
'Kutmarokkanen! Ga ergens anders klooien'.
'Maar wij zijn geeneens Marokkanen', roept de middelste jongen terug.
'Zo gedragen jullie je anders wel'