5/15/2003
Koninginnen van de Bijenkorf
Sinds ik moeder ben, bekijk ik de stad met heel andere ogen. Zijn de paden in de winkels kinderwagen-breed? Zijn er liften? Kun je een beetje beschut borstvoeding geven in dit cafe? Zo kwam ik er nu pas achter dat afdeling kinderboeken van boekwinkel Donner niet bereikbaar is met een kinderwagen, dat metro vele malen te preferen is boven de tram, dat halte Beurs maar liefst twee of drie verschillende liftgangen vergt voor je weer bovengronds bent en dat de Marskramer niet is berekend op de breedte van Bebejour Trophy. En ik ben niet alleen in die ontdekkingstocht.
Ik was ter hoogte van de koopgoot toen Lena begon te krijsen alsof ze sinds de geboorte niets meer te eten had gekregen. Shit. Een half uur te vroeg, volgens mijn berekening dan. Dit uitgehongerde krijsen veroorzaakt nog steeds een lichte paniekaanval bij mij. Voeden voeden, waar nu? Mijn vaste plek was Rotown, maar dat was nu te ver weg. Ik zag een bordje Bijenkorf staan, dat was nu het dichtste bij. De entree was veelbelovend: brede paden. De parfummevrouwen boden mij niets aan. Ze zagen vast die licht paniekerige blik in mijn ogen en mijn bezweette nek. Daar valt geen cremetje aan te slijten. De volgende aangename verrassing: een ruime lift die vaak beschikbaar is. De verrassing hield maar niet op: een niet-rokers gedeelte in het restaurant en prettige banken met hoge rug zonder armleuning. Wat wil een borstvoedende moeder nog meer? In de Bijenkorf is het goed voeden (of, zoals mijn collega volhoudt: ' voederen' ). Nog steeds gehaast door mijn huilende meisje sprintte ik naar een beschut plekje en installeerde me voor de borstvoedingssessie. Licht bezweet keek ik nu voor het eerst in het rond. Naast mij zat ook een jonge moeder met een kind van ongeveer Lena's leeftijd. Ze dronk, net als ik, een veel te duur vers sapje van de bijenkorf. Haar baby begon te huilen. Ik zag mijn handelingen gespiegeld: vergeefse pogingen om borstcompressen ongezien weg te moffelen en het t-shirt discreet omhoog te doen. Alle inspanningen zijn gericht op snel en ongezien aanleggen. We raakten in gesprek. Onze kindjes scheelden twee weken. Al gauw kwam het gesprek op handige tips: bij de Hema was het ook goed voeden volgens mijn collega-moeder. En Dudok was waardeloos want daar kom je niet eens naar binnen met een wagen. Zo wisselden we nog wat essentialia uit.
Lena begon al minder geinteresseerd te drinken. De sessie liep ten einde. Ik fatsoeneerde mezelf weer en genoot nog even van Lena's glimlach die totale tevredenheid liet zien. Een half uur geleden nog groot verdriet, nee onrecht, en nu is ze dan volkomen tevreden. Wat een beetje melk al niet doet. Op weg naar buiten zag ik moeder 3 zich installeren voor eenzelfde sessie. De Bijenkorf biedt plaats aan vele koninginnen.
Sinds ik moeder ben, bekijk ik de stad met heel andere ogen. Zijn de paden in de winkels kinderwagen-breed? Zijn er liften? Kun je een beetje beschut borstvoeding geven in dit cafe? Zo kwam ik er nu pas achter dat afdeling kinderboeken van boekwinkel Donner niet bereikbaar is met een kinderwagen, dat metro vele malen te preferen is boven de tram, dat halte Beurs maar liefst twee of drie verschillende liftgangen vergt voor je weer bovengronds bent en dat de Marskramer niet is berekend op de breedte van Bebejour Trophy. En ik ben niet alleen in die ontdekkingstocht.
Ik was ter hoogte van de koopgoot toen Lena begon te krijsen alsof ze sinds de geboorte niets meer te eten had gekregen. Shit. Een half uur te vroeg, volgens mijn berekening dan. Dit uitgehongerde krijsen veroorzaakt nog steeds een lichte paniekaanval bij mij. Voeden voeden, waar nu? Mijn vaste plek was Rotown, maar dat was nu te ver weg. Ik zag een bordje Bijenkorf staan, dat was nu het dichtste bij. De entree was veelbelovend: brede paden. De parfummevrouwen boden mij niets aan. Ze zagen vast die licht paniekerige blik in mijn ogen en mijn bezweette nek. Daar valt geen cremetje aan te slijten. De volgende aangename verrassing: een ruime lift die vaak beschikbaar is. De verrassing hield maar niet op: een niet-rokers gedeelte in het restaurant en prettige banken met hoge rug zonder armleuning. Wat wil een borstvoedende moeder nog meer? In de Bijenkorf is het goed voeden (of, zoals mijn collega volhoudt: ' voederen' ). Nog steeds gehaast door mijn huilende meisje sprintte ik naar een beschut plekje en installeerde me voor de borstvoedingssessie. Licht bezweet keek ik nu voor het eerst in het rond. Naast mij zat ook een jonge moeder met een kind van ongeveer Lena's leeftijd. Ze dronk, net als ik, een veel te duur vers sapje van de bijenkorf. Haar baby begon te huilen. Ik zag mijn handelingen gespiegeld: vergeefse pogingen om borstcompressen ongezien weg te moffelen en het t-shirt discreet omhoog te doen. Alle inspanningen zijn gericht op snel en ongezien aanleggen. We raakten in gesprek. Onze kindjes scheelden twee weken. Al gauw kwam het gesprek op handige tips: bij de Hema was het ook goed voeden volgens mijn collega-moeder. En Dudok was waardeloos want daar kom je niet eens naar binnen met een wagen. Zo wisselden we nog wat essentialia uit.
Lena begon al minder geinteresseerd te drinken. De sessie liep ten einde. Ik fatsoeneerde mezelf weer en genoot nog even van Lena's glimlach die totale tevredenheid liet zien. Een half uur geleden nog groot verdriet, nee onrecht, en nu is ze dan volkomen tevreden. Wat een beetje melk al niet doet. Op weg naar buiten zag ik moeder 3 zich installeren voor eenzelfde sessie. De Bijenkorf biedt plaats aan vele koninginnen.